Hoe chatten met Napoleon zorgt voor beter onderwijs
Als hij nog voor de klas had gestaan, had Barend Last (37) een gat in de lucht gesprongen bij de inzet van tools als ChatGPT in het onderwijs. In de praktijk ziet de zelfstandig onderwijsadviseur en voormalig basisschooldocent echter dergelijke technieken vooral zorgen voor angst bij leerkrachten. „Dat moet anders.”
Verbied generatieve AI in het onderwijs niet. Sterker nog, stimuleer als docent het gebruik ervan. Daarvoor pleit Barend Last, auteur van ”Chatten met Napoleon”, dat begin deze maand verscheen. In zijn boek over de inzet van generatieve AI –kunstmatige intelligentie die na aanwijzingen zelf teksten of beelden creërt– in het onderwijs breekt Last een lans voor meer tijd en training om te experimenteren met deze vorm van kunstmatige intelligentie in de klas en geeft hij onderwijzers handvatten voor de toepassing daarvan.
Het onderwijs kan niet om generatieve AI heen, is zijn overtuiging. En dat is niet erg, vindt hij. „Integendeel. Dit type kunstmatige intelligentie kan de leskwaliteit verhogen, de docent ontzorgen en de leerling beter onderwijs bieden.”
Dat klinkt veelbelovend. Toch reageert het onderwijs met angst op de komst van generatieve AI, stelt u. Waaraan merkt u dat?
„Een voorbeeld is de vrees voor fraude. Hoe voorkomen we dat leerlingen en studenten massaal tools als ChatGPT gebruiken? Een deel van de scholen schiet in de reflex van verbieden. Los van het feit dat je als docent geen controle hebt over hoe leerlingen AI gebruiken, vind ik verbieden onverstandig.”
Waarom?
„Omdat je op die manier als onderwijsgevende of bestuurder je kop in het zand steekt. Om het met een wat moeilijk woord te zeggen: generatieve AI is een zogeheten disruptieve technologie. Dat betekent dat de invloed hiervan zo groot gaat zijn dat niemand in onze samenleving er meer omheen kan.
Qua impact vergelijk ik de huidige opkomst van AI met andere ontwrichtende veranderingen, zoals de invoering van de boekdrukkunst of de komst van het internet. Allebei is dat onderdeel geworden van ons leven. Dat zal ook gebeuren met generatieve AI.”
Wat betekent dat voor het onderwijs?
„Het betekent dat scholen en docenten zichzelf niet de vraag moeten stellen óf ze iets met deze vorm van kunstmatige intelligentie moeten doen, maar hóé ze die op een goede manier kunnen integreren in hun onderwijs.Persoonlijk denk ik dat er veel kansen liggen om het onderwijs door dergelijke technologieën te verbeteren en te verrijken.”
Op welke manier?
„Twee voorbeelden. Bij het vak Nederlands zijn schrijfopdrachten gebruikelijk. Scholieren en studenten gebruiken voor het maken daarvan echter massaal ChatGPT. Dat kun je als docent niet verbieden – je hebt er geen zicht op. Een onderwijsgevende moet zichzelf dan de vraag stellen: wat wil ik de leerling of student met deze opdracht leren en hoe wil ik dat leren? Zo’n tool zet –als het goed is– een docent dus aan tot het dieper doordenken van het doel en de manier van onderwijs geven. Dat vind ik winst.
In het geval van een schrijfopdracht gaat het vaak om zaken als tekststructuur en -opbouw of argumentatie. Wat dan goed zou kunnen werken is de leerlingen zelf in de les een tekst te laten schrijven én ChatGPT een dergelijke tekst te laten produceren. Leerlingen moeten dan nadenken over de manier waarop ze ChatGPT een goede vraag kunnen stellen. Ze moeten zich dus afvragen welke instructie nodig is om tot een goed resultaat te komen.
Vervolgens kunnen de scholieren of studenten hun eigen tekst vergelijken met het resultaat van ChatGPT, op bijvoorbeeld de onderdelen argumentatie en tekstopbouw. Ik ben van mening dat een docent die dit op deze manier doet, zijn onderwijs naar een hoger niveau tilt. De leerling moet namelijk niet alleen schrijven, maar ook vergelijken, analyseren en informatie wegen.
Een ander voorbeeld: een terugkerend onderdeel in het basisonderwijs en op de middelbare school is het leren over historische personen als Willem van Oranje of Napoleon Bonaparte. Dat kan best taai zijn, bijvoorbeeld als leerlingen rijtjes feiten moeten stampen. Dankzij generatieve AI is het echter ook denkbaar om met zo’n persoon fictief in gesprek te gaan. Er zijn talloze apps die het mogelijk maken om met uitvinders, presidenten, componisten en schrijvers uit vervlogen tijden te chatten. Deze zogenaamde historische personen kunnen hun rol uitstekend spelen.
Zo’n werkvorm heeft twee voordelen. Allereerst maakt het van een statisch leermoment een activerende activiteit. Leerlingen moeten zelf aan de slag. Dat is heel iets anders dan het uit het hoofd leren van voorgekauwde informatie. Daarnaast kan een dergelijke opdracht zinvol zijn omdat leerlingen leren een bron te beoordelen. Ze moeten namelijk verifiëren of het wel klopt wat een dergelijke tool naar voren brengt.
Zou de echte Napoleon Bonaparte ook een soortgelijk antwoord hebben gegeven, is dan een vraag die een docent geschiedenis kan bespreken. Op zo’n manier werken leerlingen dus aan het aanleren van kennis, het wegen van bronnen en het kritisch leren denken.”
Wat betekent generatieve AI voor de rol van de docent?
„Die zal veranderen. Maar er zijn door de eeuwen heen al heel wat technologische revoluties geweest die impact op het onderwijs hebben gehad. Denk aan de boekdrukkunst, de komst van radio en tv, de introductie van het internet en dan nu ChatGPT en andere generatieve AI-tools. Bij al deze technologische doorbraken is steeds gevreesd voor de negatieve impact voor het onderwijs. Welke relevantie heeft de docent bijvoorbeeld nog als kennis vrij toegankelijk is via internet?
Toch blijkt telkens weer het tegendeel. De docent blijft onmisbaar. Wel heeft elke technologische revolutie diens rol veranderd. Dat zal ook nu gebeuren.”
Op welke manier?
„Docenten zijn onvervangbaar als het gaat om het bieden van emotionele ondersteuning en het werken aan een veilige leeromgeving. Die taak zullen ze blijven houden. Tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat het steeds belangrijker wordt om jongeren te leren hoe ze moeten omgaan met allerlei informatie die tot hen komt. Hoe kunnen jongeren die kennis wegen? Wat is waar, en hoe weet je of iets klopt?
Daarnaast denk ik dat AI de werkdruk kan verlichten. Generatieve tools kunnen administratieve taken bijvoorbeeld uit handen nemen of ondersteunen bij het ontwikkelen van leermaterialen. Daardoor krijgen docenten meer tijd voor hun kerntaak: het ontwerpen van goed onderwijs en het investeren in contact met leerlingen.”