PolitiekFraudebeleid

Rutte: Niets doen met fraudesignalen Somaliërs was ondenkbaar

Het was volgens premier Rutte „ondenkbaar” om niets te doen met signalen over uitkeringsfraude door Somalische Nederlanders.

8 September 2023 10:42Gewijzigd op 8 September 2023 11:19
Rutte moest verantwoording afleggen over zijn handelen als staatssecretaris van Sociale Zaken in Balkenende II. beeld ANP, Robin Utrecht
Rutte moest verantwoording afleggen over zijn handelen als staatssecretaris van Sociale Zaken in Balkenende II. beeld ANP, Robin Utrecht

Dat stelde de minister-president donderdag tegenover de enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Rutte moest voor de Kamercommissie verantwoording afleggen over zijn werkzaamheden als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2002-2004) in het kabinet-Balkenende II.

Rutte kreeg destijds signalen vanuit Groot-Brittannië dat er Somalische Nederlanders overzee werk vonden, maar tegelijkertijd een Nederlandse bijstandsuitkering bleven ontvangen. Daarop liet Rutte de voorganger van de Nederlandse arbeidsinspectie onderzoek doen. De dienst concludeerde dat er sprake was van een „fraudepatroon”. Daarop adviseerde Rutte gemeenten −die belast zijn met de uitvoering van de bijstand− om Somalische Nederlanders met een bijstandsuitkering beter te controleren.

Terugblikkend stelde Rutte tegenover de enquêtecommissie dat het „ondenkbaar” zou zijn om geen vervolg te geven aan de signalen die hij kreeg. Dat verdedigde hij met de conclusie van de inspectiedienst dat het niet ging om incidenten, maar om een „fraudepatroon” . Rutte voerde verder aan dat hij richting gemeenten heeft benoemd dat de fraudeproblematiek betrekking had op „een minderheid” binnen de groep Nederlandse Somaliërs.

Cijfers

De commissie wilde van Rutte weten of hij destijds wist hoeveel daadwerkelijke gevallen van fraude de inspectie had aangetroffen. Die cijfers had de toenmalige staatssecretaris niet, bleek uit Ruttes verweer. De reden daarvoor is volgens de demissionair premier de rol die gemeenten hebben bij de uitvoering van de bijstand. Niet de landelijke overheid, maar alleen gemeenten zouden een inschatting kunnen maken van het aantal fraudegevallen.

De rechter veroordeelde in 2007 de verscherpte controle op Somalische Nederlanders als „discriminatie naar ras”. Het was „strijdig met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur” om de Somalische Nederlander uit Haarlem die de rechtszaak had aangespannen verscherpt te controleren „vanwege uiterlijke kenmerken die mogelijk in het onderzoeksprofiel zouden passen”, luidde het vonnis.

Samenwerking tussen overheidsdiensten door persoonsgegevens te delen en het gebruik van risicoprofielen bij fraudeopsporing was in Ruttes tijd als staatssecretaris in opkomst. Er waren geen concrete casussen die de commissie Rutte voorlegde, maar ze wilde wel weten of grondig werd afgewogen hoe groot de kans op discriminatie zou zijn door het gebruik van risicoprofielen.

„In die tijd speelde het totaal niet”, antwoordde Rutte. „Het is echt iets van de laatste jaren dat daar meer aandacht voor is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Toeslagenaffaire

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer