Jongeren binnen de SGPJ mogen zeker op het scherp van de snede debatteren met elkaar, zegt voorzitter Rody van Heijst. „Maar ze moeten wel respectvol naar elkaar blijven. Dat ging niet altijd goed.” Van Heijst pleit niet voor zelfprofilering, maar voor zelfverloochening.
De flanken in de SGPJ laten meer van zich horen dan enkele jaren geleden, ziet de voorzitter. „Onze achterban is behoorlijk divers geworden.” Hij is het echter niet eens met oud-leden die constateren dat het de SGPJ’ers van nu ontbreekt aan een „gezamenlijk zelfbeeld”. Van Heijst: „We hebben als SGP-jongeren een duidelijke missie en visie: jongeren enthousiast maken voor christelijke politiek. We hanteren daarbij de Bijbel als basis voor het politiek handelen.”
Herkent u wel het verwijt dat er veel gedoe is?
„Er is discussie en dat moet ook. Die wrijving geeft glans. Er was soms ook gedoe, maar het wegnemen daarvan gaat niet met een vingerknip. Overigens is de zorg voor een goede sfeer niet alleen een taak van het bestuur of van de voorzitter, maar van iedereen die bij de vereniging is betrokken. De leden moeten elkaar niet wegzetten vanwege het feit dat iemand een andere mening heeft. Dat gebeurde soms. We moeten met elkaar discussiëren over de inhoud. En dat mag op het scherp van de snede. Maar we dienen ook elkaars standpunten te respecteren, altijd oog op de bal te houden en niet op de man spelen.”
SGPJ’er Tom de Nooijer heeft zich meerdere keren gekandideerd voor de bestuurspost voor politieke zaken. De eerste keer besloot het bestuur om voor een enkelvoudige voordracht te gaan, waarna hij afviel. Wat vindt u daarvan?
„Ik heb geen mening over deze casus. Maar ik vertrouw erop dat het bestuur van destijds hierin een juiste beslissing heeft genomen. Meer wil ik er niet over kwijt.”
Een oud-bestuurslid zegt bang te zijn dat nieuwe leden denken dat conservatieven als Tom de Nooijer en Mathijs van der Tang degenen zijn die hét SGPJ-geluid vertolken. Is dat ook uw zorg?
„Enkele SGPJ-leden hebben een groot bereik. Zij kunnen als beeldbepalend worden ervaren, maar dat geldt ter rechter- én ter linkerzijde. Daar heb ik geen moeite mee zolang men zich beweegt binnen de ruimte die politiek bij een open Bijbel biedt. Die diversiteit mag er zijn in onze club. Maar we moeten elkaar wel in elkaars waarde laten.”
Iemand anders spreekt van „een sfeertje” waarin het draait om het indienen van „de meest spraakmakende, rechtse motie”. Herkent u dat?
„Als SGP-jongeren hebben we drukbezochte ledenvergaderingen. Daar is ruimte voor gesprek en onderlinge discussie. In de meeste gevallen verloopt alles in een goede onderlinge sfeer. En dan mogen er spraakmakende moties komen met een rechtse uitstraling, maar ook met een linkse. Alle leden hebben het recht om moties in te dienen.”
Moet je eerst „met bruine laarzen komen aanstampen” voor je wordt weggestuurd bij de SGPJ, zoals een van de geïnterviewden stelt?
„Dat vind ik een rare en onverantwoorde uitspraak. Ik voel niet de behoefte om daarop in te gaan.”
Oud-beleidsadviseur Niek Bakker zegt dat de SGPJ geen club meer is waar je je mening kunt vormen, maar een organisatie waar je je bij aansluit om uit te spreken wat je vindt. Het is een platform geworden. Deelt u die visie?
„Ik herken dat ten dele. In de maatschappij lijkt het debat vooral te gaan over de vraag of je wint of verliest. Dat sijpelt ook door in onze vereniging. Ik zou graag zien dat we inhoudelijk kijken naar maatschappelijke vraagstukken en daarbij de Bijbel als leidraad nemen.”
Bakker betitelt het sfeertje om jezelf te profileren als de nagel aan de doodskist van SGP-jongeren. Deelt u de visie van de oud-bestuursadviseur?
„Een zekere profileringsdrang bij mensen is inherent aan deze tijd. En dus ook bij onze jongerenorganisatie, maar Bakker maakt zijn punt met die woorden wel te groot. Ik ga weer terug naar onze uitgangspunten. Navolging van Christus betekent ook zelfverloochening. Dat staat haaks op zelfprofilering.”
Kunnen de SGPJ-leden De Nooijer en Van der Tang wat u betreft beter overstappen naar FVD?
„Ik zie geen enkel lid graag vertrekken. En zeker niet naar Forum voor Democratie. Maar uiteindelijk beslist iedereen voor zichzelf bij welke partij hij of zij zich wil aansluiten. Dat geldt ook voor deze twee heren. Ik ga geen enkel lid een dergelijk advies geven; de SGP is de mooiste partij van het land.”
Bent u vorig jaar als kersverse voorzitter onbedoeld in een wespennest gestapt?
„Zo zie ik dat niet. De SGPJ is een mooie organisatie. Ik zie gelukkig heel veel gemotiveerde en enthousiaste leden die constructief meedenken. Op dit moment hebben we de positieve richting weer te pakken en zijn we weer aan het opbouwen. We denken constructief mee met de moederpartij. En we doen ons werk vanuit een geopende Bijbel. Dat is zeker geen wespennest.”
Hoe ziet u in dat kader de schorsing van Mathijs van der Tang?
„Dat is een heel ander onderwerp. Dat doet niets af aan het feit dat de SGPJ een hartstikke mooie organisatie is.”
Klopt het dat Van der Tang niet alleen is geschorst, maar dat hij ook niet meer welkom is bij de commissie Binnenlandse Zaken waar hij lid van is?
„Over de schorsing doe ik geen uitspraken. En ook informatie over het lidmaatschap van de commissie Binnenlandse Zaken houd ik intern.”