Maria verdween in augustus 1994 nadat ze vanaf haar ouderlijk huis in Putten een fietstochtje ging maken. Kort daarna zou ze meegaan met een jongerenreis van de EO-Ronduit Club naar Spanje. Haar ouders spraken af dat ze om 18.15 uur zou aanschuiven voor het avondeten, vertelden ze in 2009 in een interview met het Reformatorisch Dagblad. „Eigenlijk vond ik het onprettig dat ze in haar eentje ging fietsen”, zei haar moeder –die intussen niet meer leeft– in 2009. „Maar ze was bijna 23 jaar. Ik kon het niet weigeren. Ze zei nog dat ik me geen zorgen moest maken en dat ze niet in het bos zou komen.”

Woensdagmorgen werd bekend dat Maria in 1994 drie weken na haar verdwijning werd gevonden in de Möhnesee, een stuwmeer bij Soest (Duitsland). De Duitse politie concludeerde destijds dat het hoogstwaarschijnlijk om zelfdoding ging. Het lukte niet om haar te identificeren. DNA-materiaal werd in die tijd niet afgenomen. Vingerafdrukken waren er wel, maar het internationaal delen van die gegevens tussen politiediensten was in die tijd nog niet gebruikelijk. De vermissing van Maria werd daardoor niet gelinkt aan de vondst van de jonge vrouw. Het lichaam werd begraven in de omgeving van de vindplek.

Eind maart 2023 begon de Peter R. de Vries Foundation een campagne rond de vermissing van de Puttense. In de maanden daarvoor bereidde ook het coldcaseteam van de politie Oost-Nederland zich hierop voor. Het team bracht de vermissing internationaal onder de aandacht. Daarop is door de Duitse autoriteiten gereageerd.

Volgens de politie is nog onduidelijk wat er met Maria gebeurd is tussen haar vertrek van huis en het aantreffen van haar lichaam door de Duitse politie. Het coldcaseteam stelt dat het inderdaad mogelijk is dat het om suïcide gaat, maar het sluit een misdrijf ook niet uit. Die vraag blijft actueel, aldus de politie. „We waarderen de inzet van de Foundation enorm. Mede door hun inzet hebben wij afgelopen periode nieuwe kansen en mogelijkheden benut. Hierdoor hebben we aan de vader van Maria kunnen vertellen waar zijn dochter is en de onbekende vrouw in Duitsland haar naam teruggegeven”, zegt Francien Lijnkamp, teamleider van het coldcaseteam Oost-Nederland.

De vader van Maria van der Zanden zei woensdagmorgen „overdonderd” te zijn door het nieuws dat het lichaam van zijn dochter na bijna dertig jaar geïdentificeerd is. „Na bijna dertig jaar weet ik eindelijk waar mijn dochter is. Er zijn nog heel veel vragen die wij hopelijk de komende tijd met het coldcaseteam en de Foundation beantwoord gaan krijgen. Voor nu willen wij dit nieuws even laten bezinken.”

Kelly de Vries, directeur van de Peter R. de Vries Foundation, zegt dat het een dubbel gevoel is. „Aan de ene kant zijn wij ontzettend blij dat Maria is gevonden en dat haar vader nu eindelijk weet waar zijn dochter is. Tegelijk besef je ook dat er een enorm groot verdriet is.” De Peter R. de Vries Foundation vraagt aandacht voor diverse coldcasezaken, zoals die van Maria van der Zanden. „Het toont opnieuw aan dat het werkt om aan de boom te blijven schudden. Het is fijn dat de Foundation een grote bijdrage heeft kunnen leveren aan het vinden van Maria”, zegt De Vries.