Al vijftien jaar geen teken van leven Puttense Maria
Hun dochter Maria verdween op 6 augustus 1994 spoorloos. Diverse politieonderzoeken leverden in vijftien jaar niets op. Hoewel A. van der Zanden (69) en zijn vrouw A. van der Zanden-van Maanen (71) uit Putten ervan overtuigd zijn dat hun enige kind niet meer leeft, hebben ze geen graf dat ze kunnen bezoeken. „We kunnen de vermissing nooit afsluiten.”
Hun riante, maar eenvoudig ingerichte woning staat aan de rand van de bossen in het Veluwse Putten. Zonnestralen spelen met het blad van talrijke struiken die de tuin van het echtpaar Van der Zanden sieren. Door de opengeslagen tuindeuren van de woonkamer zorgt de heldere zang van een merel voor de begeleiding van het gesprek.
„Het is een heel karwei om alles netjes bij te houden. We zijn allebei tuinfanaten, dus de klus is voor ons geen straf”, zegt Van der Zanden. Hij pauzeert even en wentelt het gesprek op zijn dochter. „Maria was ook een natuurliefhebber. Met zulke mooie zomerse dagen lag ze in de hangmat in de tuin een boek te lezen”, mijmert hij. „Ze genoot van de vogels om haar heen.”
Maria woonde bij haar ouders, maar ze had een eigen plekje waar ze ook zelf kon koken. Haar vader bouwde de garage om tot een domein voor zijn dochter. Tegenwoordig is het nog de enige tastbare herinnering aan Maria. „Ze vond het geweldig om na veel tegenslag in haar studie toch min of meer zelfstandig te kunnen wonen.”
Pijn
Na het behalen van haar atheneumdiploma en haar studie Frans begint Maria op 20-jarige leeftijd een studie algemene taalwetenschap. Ze gaat in Haarlem op kamers. Haar doel is om straks, als de studie achter de rug is, te gaan werken voor Wycliffe Bijbelvertalers. Net voordat ze naar Haarlem vertrekt, krijgt ze een ongelukje. Het levert haar een gekwetst staartbeen op. Met de pijn moet ze leren leven, want behandeling is niet mogelijk. Maria worstelt ermee. Ze kan moeilijk colleges volgen vanwege het lange zitten. Een studie zit er voor haar niet meer in. Ze besluit terug te keren naar Putten en wat anders te zoeken.
In juni 1993 neemt ze haar intrek in de verbouwde garage bij haar ouderlijk huis. „Ze praatte nooit over de pijn in haar stuitje”, zegt haar moeder, die opstaat, naar de hoek van de kamer loopt en het lichtje boven de grote portretfoto van haar dochter aanklikt. „Ze ging naar een nicht die kleuterleidster was om te kijken of dat wat voor haar was. Ze was er enthousiast over, want ze hoefde dan maar één keer per week naar school in Leusden. Daarnaast kon ze vanaf september al beginnen als stagiaire op een kinderdagverblijf in Ermelo.”
Rondje fietsen
Maria is nog geen jaar op haar stageplek aan de slag als ze van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen. Van der Zanden: „Het was die zaterdag 6 augustus bloedheet. Er heerste een hittegolf die al in de laatste weken van juli was begonnen. Maria zei tegen ons dat ze nog even een rondje wilde fietsen. Ze wilde er nog even op uit, omdat ze ’s maandags zou meegaan met een jongerenreis van de EO-Ronduit Club naar Spanje. We spraken met haar af dat ze om 18.15 uur zou aanschuiven bij het avondeten.”
„Eigenlijk vond ik het onprettig dat ze in haar eentje ging fietsen”, zegt haar moeder, „maar ze was bijna 23 jaar. Ik kon het niet weigeren. Ze zei nog dat ik me geen zorgen moest maken en dat ze niet in het bos zou komen.”
Het avondeten staat om iets na zessen op tafel en Maria is nog niet terug. Het wordt zeven uur, acht uur. Geen Maria. „Het was niets voor mijn dochter om niets van zich te laten horen”, zegt Van der Zanden. „Ik heb die avond alle ziekenhuizen in de regio afgebeld of er misschien ene Maria van der Zanden was binnengebracht. Het belrondje leverde niets op.”
Diezelfde avond nog belt Van der Zanden de politie. „Ze zeiden dat ik de volgend ochtend maar moest terugbellen als ze dan nog niet thuis zou zijn.”
De ouders van Maria slapen in de nacht van zaterdag op zondag nauwelijks. De volgende ochtend belt Maria’s vader opnieuw de politie. Om acht uur staan agenten op de stoep. Ze verspreiden onder hun collega’s in het land een signalement van Maria. In het geheim, want de politie wil ’s maandags alle opstapplaatsen voor de EO-Ronduitreis checken. Die controle levert niets op. Op dinsdagavond, na het journaal van acht uur, wordt de vermissing van de Puttense wereldkundig gemaakt op de televisie.
Overgave
Haar ouders hebben dan al de innerlijke overtuiging dat hun dochter niet meer leeft. „Dat gevoel kunnen we niet uitleggen, maar ons realiteitsgevoel zei ons dat we haar nooit meer levend zouden terugzien. De zondagavond na de vermissing hebben we alles in het gebed aan de Heere God mogen overgeven.”
De Van der Zandens worden overspoeld door de media. Ook paragnosten bieden hun hulp aan, maar het echtpaar besluit uit principe niet in te gaan op aanwijzingen van helderzienden. Rechercheurs hebben, behalve een meisje dat zegt Maria nog te hebben zien fietsen, geen enkele aanwijzing of spoor dat hen naar de verdwenen Puttense leidt.
Cold case
Ruim tien jaar later verdiept een zogeheten coldcaseteam zich opnieuw in de zaak, omdat er nieuwe aanwijzingen zouden zijn. Het onderzoek duurt bijna twee jaar. ME’ers zoeken en graven in de bossen rond Putten en Ermelo. Het heeft voor het Puttense echtpaar iets dubbels. „Aan de ene kant zouden we blij zijn als er eindelijk duidelijkheid kwam over de verdwijning van Maria”, zegt haar moeder. „Anderzijds zijn we bang om te horen hoe onze dochter is omgekomen.”
„Toen we wisten dat de politie ging graven, liep ik de hele dag met een geweldige beklemming op mijn borst rond”, zegt haar vader. „Die spanning is bijna ondraaglijk.”
Het echtpaar zegt veel troost en kracht te putten uit de tv-uitzendingen van Hour of Power, Amerikaanse kerkdiensten op zondagochtend waarnaar ze wekelijks kijken. Maar ook Gods Woord is Maria’s ouders tot steun.
Goede deel
Haar vader herinnert zich nog hoe hij vlak na de vermissing van zijn dochter opmerkelijke troost kreeg uit de Bijbel. „Ik was intens verdrietig. Soms riep ik letterlijk uit: „Maria, waar ben je toch?” Gedachteloos sloeg ik een keer een Bijbeltje op dat hier op tafel lag, niet eens met de bedoeling om naar antwoorden op mijn vragen te zoeken. Mijn oog viel op de tekst uit Lukas 10 waar de Heere Jezus tegen de overbezorgde Martha zegt: „Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden.” Die woorden beuren me nog steeds op.”
Haar dochter was al heel jong bezig met de wederkomst van Christus, zegt Maria’s moeder. „Ze zag er zelfs naar uit. De politie heeft in haar brieven aan vriendinnen op de Evangelische Hogeschool in Amersfoort passages gevonden waarin ze schreef: „Een goed Nieuwjaar gewenst. Zou Christus dit jaar terugkomen?” Wij wisten niet van die brieven, maar ze hebben ons heel erg verblijd.”
Geen graf
De Van der Zandens sturen lotgenoten soms een kaart, omdat ze weten hoe het voelt een kind te moeten missen. „De ouders van de op Bonaire vermoorde Marlies van der Kouwe stuurden we een groet, evenals aan de vader en moeder van de vermoorde Joanne Noordink uit Aalten.”
Ook met de ouders van de in 1984 verdwenen Germa van den Boom uit Nieuwendijk kunnen ze oprecht meeleven. „Hun situatie komt grotendeels overeen met die van ons. Ook zij hebben nooit duidelijkheid gekregen over het lot van hun verdwenen dochter.”
De raadselachtige verdwijning van Maria zal voor het Puttense echtpaar het leven van elke dag blijven stempelen. „We kunnen het nooit afsluiten”, zegt haar vader. „Onze dochter heeft geen graf dat we kunnen bezoeken. We zullen vanuit de acceptatie dat ze nooit meer terugkomt moeten leren leven. Eens zullen we haar Boven weerzien.”
Verdwijning met raadsels omgeven
De verdwijning van Maria van der Zanden uit Putten is tot op de dag van vandaag een groot raadsel. Een overzicht.
Op zaterdag 6 augustus 1994 pakt de dan 22-jarige Maria van der Zanden haar fiets om een ritje te maken door de bosrijke omgeving van Putten. Ze keert niet meer terug.
Een omvangrijk onderzoek door de politie levert niets op. Geen spoor van de vermiste Puttense. Dat maakt het er voor de rechercheurs niet gemakkelijker op.
In het Veluwse dorp is het onrustig. Wie herinnert zich niet de moord op stewardess Christel Ambrosius op 9 januari 1994 in het huisje van haar oma, hemelsbreed nauwelijks een paar honderd meter verwijderd van de woning van Maria van der Zanden?
De politie vindt geen verband tussen beide zaken. Af en toe duiken er berichten op dat Maria gevonden zou zijn. Zo doen niet lang na haar verdwijning geruchten de ronde dat zij, of delen van haar lichaam gevonden zouden zijn op vuilstortplaats Ullerberg in de buurt van Ermelo. Het blijken niet meer dan fabeltjes te zijn.
Paragnosten doen er nog een schepje bovenop. Maria is ontvoerd, zegt de een. Een ander zegt dat ze is verdronken of vrijwillig is weggelopen. Na een oproep op televisie beweert iemand Maria te hebben gezien bij een postkantoor in de Egyptische miljoenenstad Caïro. Van Maria is op dat moment bekend dat ze kort voor haar verdwijning een relatie is aangegaan met een moslim die bij de plaatselijke pizzeria werkt. Ook dat verhaal trekt de politie na, maar de jongeman blijkt niets met de verdwijning te maken te hebben. Dat bevestigt ook Maria’s vader, die zegt later zelf een goed gesprek met de jonge moslim te hebben gevoerd. Alle sporen lopen dood.
In 2005 wordt het onderzoek naar Maria’s verdwijning heropend. Aanleiding is de verdwijning van Ilona Németh op 16 juli 2004. In het onderzoek naar de vermissing van Ilona duikt een groepsfoto op van een Bijbelstudieclub waarop de jonge Nijkerkse samen met Maria te zien is.
De politie stuurt meer dan 1200 vragenlijsten naar oud-klasgenoten en studiegenoten van Maria waarin ze bijzonderheden over de verdwenen Puttense vraagt.
Opmerkelijk is de vondst van een grijze sportfiets in Putten. Een oplettende agent ziet het rijwiel op Koninginnedag 2005 met platte banden staan op de Brinkstraat. De politie vermoedt dat het gaat om de fiets van Maria. De eigenaar wordt achterhaald. Hij vertelt de politie het rijwiel eerder te hebben gekocht op een rommelmarkt in Garderen. De recherche slaagt er niet in de man te achterhalen die de fiets op de rommelmarkt aanbood. Bovendien is tot op de dag van vandaag nooit met zekerheid komen vast te staan dat het om de fiets van Maria gaat, zo bevestigen haar ouders.
De politie krijgt honderden vragenlijsten die ze naar oud-klasgenoten en studiegenoten van Maria heeft gestuurd ingevuld terug. Op basis van enkele tips die uit dat onderzoek voortkomen, zoeken ME’ers in april 2006 in de bossen bij Ermelo naar sporen van de verdwenen Maria. In oktober volgt een nieuwe poging in een bosperceel bij Putten. Ook die blijft zonder resultaat.
In het voorjaar van 2008 is er opnieuw opwinding in Putten. Bijna vijftien jaar na de moord op Christel Ambrosius wordt een nieuwe verdachte aangehouden. Het gaat om Ron P. uit Delft, die eerder in Putten woonde. Zijn DNA komt overeen met materiaal dat op het lichaam van de vermoorde stewardess is gevonden.
Sommige media suggereren dat er een verband is tussen de moord op Ambrosius en de verdwijning van Maria van der Zanden. Ron P. doet er echter nog steeds het zwijgen toe. Het is nog steeds niet zonneklaar of hij iets te maken heeft met de moord op Ambrosius. Laat staan dat duidelijk wordt of hij meer weet van de verdwijning van Maria.