„Overheid, luister naar het gezin”
Nederland telt 2,6 miljoen gezinnen met thuiswonende kinderen. Hoog tijd voor een gezinsvriendelijker beleid. En voor een ministerie van Gezinszaken.
Die aanbevelingen klinken in de tweede Staat van het Gezin, die donderdagmiddag aan minister Van Gennip van Sociale Zaken werd overhandigd door de Stichting Voor Werkende Ouders, het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang en WIJ, een gratis magazine voor zwangere vrouwen en moeders met een kind tot één jaar.
Eigenlijk zou de overheid moeten onderzoeken hoe het ervoor staat met de Nederlandse gezinnen, vinden de initiatiefnemers. Omdat dat niet gebeurt, hebben ze het zelf maar gedaan. Het rapport verschijnt in de Week van het Gezin, voorafgaand aan 15 mei, de Internationale Dag van het Gezin.
In navolging van Duitsland, Oostenrijk en België zou een minister van Gezinszaken moeten worden benoemd, stellen de onderzoekers. België kent al ruim 100 jaar een Gezinsbond die meepraat over het beleid. In Nederland dateert de recentste gezinsvisie al van vijftien jaar geleden.
Gezinnen staan er alleen voor, is de „heftige conclusie” van de Staat van het Gezin. Ze voelen zich niet gesteund. Vaders en moeders worstelen met ouderschap en opvoeding, met hun werk, financiën, gezin en zorgverdeling. Voorzieningen voor hen zijn er „onvoldoende, te duur of zelfs (lokaal) afwezig”. De rapporteurs geven Nederland dan ook geen hoog cijfer voor gezinsvriendelijkheid: een 6,6.
De overheid zou moeten onderzoeken hoe ze gezinnen kan helpen, zodat er minder kans is op het uitvallen van ouders en op (vecht)scheidingen. Ouders ervaren „de eerste duizend dagen” –dus ongeveer tot de tweede verjaardag van een kind– als zwaar, blijkt uit een peiling van de Samenwerkende Gezondheidsfondsen. Ouders willen het graag goed doen, maar voelen zich onzeker en durven geen hulp te vragen. Ook de eerste gang naar het primair onderwijs en de overstap naar het voortgezet onderwijs zijn lastig. Daarom is voorlichting nodig, ook over hulp die beschikbaar is. Geef ouders de gelegenheid ervaringen uit te wisselen en professionals te ontmoeten, adviseert het rapport. Met verlof dat voor 100 procent wordt betaald, krijgen ouders de gelegenheid een goede start te maken na de geboorte van een kind.
Volgens recent onderzoek lijdt twee derde van de werkende ouders in de Verenigde Staten aan burn-outverschijnselen: uitputting door chronische stress. In Nederland zou dat volgens het rapport ook moeten worden onderzocht.
De druk op ouders die werk en opvoeding proberen te combineren, heeft invloed op kinderen. De onderzoekers wijzen ook op de gevolgen van de afnemende gezinsgrootte: steeds kleinere gezinnen betekent dat kinderen dreigen te verleren hoe ze moeten samenleven. Dat heeft gevolgen voor het leren van taal en van sociale en motorische vaardigheden, waarbij op je beurt leren wachten in het rapport afzonderlijk wordt genoemd.
De opstellers laken de polarisatie „tussen lokaal en landelijk, tussen de regio en de Randstad”, tussen gezinnen en politiek. Er is toenemende onrust over bestaanszekerheid, over het klimaat, over de toekomst van de kinderen. „Tegelijkertijd verwachten we veel van ouders. We verwachten dat zij de toekomst van ons land opvoeden zonder hen al te veel te ondersteunen. We verwachten dat ze zorgen voor hun eigen ouders, dat ze meer gaan werken, dat ze presteren en dat ze meedoen op school, op het voetbalveld en in de buurt.”
De samenleving verwacht dit in een wereld die steeds meer verantwoordelijkheid bij het individu legt en steeds verder polariseert. Met als gevolg dat kinderen worstelen met hun mentale gezondheid en ouders steeds meer moeten werken om te overleven.
Dat roept bij de initiatiefnemers van de Staat van het Gezin vragen op. Zijn de ontwikkelingen niet te ver doorgeslagen? „Of zijn we, als we nu niets doen, over 15 jaar te laat? Er komen grote vraagstukken op ons af; vergrijzing, klimaat, een stelsel dat nu al niet ondersteunt.”
Naar voorbeeld van het Groeipakket in Vlaanderen zou de regering ouders financiële tegemoetkomingen kunnen verstrekken, automatisch, afgestemd op de gezinssituatie, en zonder terugvorderingen. De overheid zou meer naar ouders en jeugdigen moeten luisteren. De initiatiefnemers willen het voorbeeld geven en organiseren luistertafels. De bevindingen worden aan de overheid gerapporteerd.