Het onderwijs in de basisvaardigheden –taal, rekenen en burgerschap– is nog steeds niet op orde. Leraren doen hun uiterste best om dat te veranderen. Maar er is meer nodig.
Te weinig basisschoolleerlingen halen het taal- en rekenniveau dat nodig is om zonder problemen de overstap naar de middelbare school te maken. En in de onderbouw van het voortgezet onderwijs daalt de beheersing van het vak Nederlands en rekenen/wiskunde.
Dat zijn twee bevindingen uit het rapport ”De Staat van het Onderwijs 2023”. Inspecteur-generaal Alida Oppers overhandigde het onderzoeksrapport over de stand van zaken op scholen woensdag aan de ministers Dijkgraaf en Wiersma.
Scholen staan voor twee belangrijke opgaven, concluderen de onderzoekers. Allereerst betreft dat het verbeteren van het onderwijs in de basisvaardigheden. Daarnaast moet er meer aandacht zijn voor gelijke kansen voor iedere leerling.
Beide zaken lukken nu nog onvoldoende. De inspectie ziet op het vlak van de basisvaardigheden de afgelopen jaren „weinig ontwikkeling”. En juist de leerlingen die de meeste ondersteuning nodig hebben, krijgen de minste kansen. Bijvoorbeeld omdat er te weinig plekken zijn op voorschoolse voorzieningen, zoals kinderdagverblijven, in wijken waar veel kinderen met achterstanden wonen.
Verbetering is dus nodig. Maar de context waarin scholen dat voor elkaar moeten krijgen, is ingewikkeld. Acute problemen maken het lastig om te focussen op de lange termijn, constateert Oppers. Zo moeten klassen opgevangen worden vanwege lerarentekorten en zijn naweeën van corona merkbaar.
Inhaalslag
De inspectie ziet echter ook lichtpunten. Zo hebben leerlingen met de grootste achterstand op de basisvaardigheden een inhaalslag gemaakt. Ook wijst Oppers erop dat leraren en besturen zich samen willen inspannen voor het opkrikken van basisvaardigheden en het verbeteren van kansengelijkheid. Aan wil om er de schouders onder te zetten, ontbreekt het dus niet.
Het is echter zaak dat schoolbesturen doelen stellen en concrete plannen maken, benadrukt de inspectie. Nu zijn de doelen vaak algemeen geformuleerd en weinig ambitieus. Kortom: besturen moeten meer visie, beleid en focus laten zien – ook voor de langere termijn. Zo zouden scholen meer oog kunnen hebben voor begeleiding van startende docenten. Die voelen zich namelijk niet altijd voldoende toegerust om onderwijs te geven in de basisvaardigheden.
Het is belangrijk dat schoolbesturen blijven werken aan de professionalisering van bestuur en onderwijzers, benadrukken de reformatorische scholenorganisaties VGS en VBSO. „Tegelijk moet de overheid niet nog meer willen sturen, maar het onderwijs ruimte geven vanuit vertrouwen. En de verantwoordelijkheid laten bij de scholen.”