Kerk & religieemeritaat

Ds. Geene (hervormd Katwijk) met emeritaat: Preken met verwachting

Ruim 27 jaar is ds. J. Geene (66) verbonden aan hervormd Katwijk aan Zee, zijn tweede gemeente. Zondag gaat hij met emeritaat. „Ik geloof van harte in de kracht van de Evangelieprediking.”

21 April 2023 16:15Gewijzigd op 24 April 2023 14:57
Ds. J. Geene uit Katwijk aan Zee gaat met emeritaat. „Pas zei iemand tegen me: „Dominee, u hebt ons altijd de Heere Jezus verkondigd.” Daar mogen we verwachting van hebben.” beeld Cees van der Wal
Ds. J. Geene uit Katwijk aan Zee gaat met emeritaat. „Pas zei iemand tegen me: „Dominee, u hebt ons altijd de Heere Jezus verkondigd.” Daar mogen we verwachting van hebben.” beeld Cees van der Wal

Na sommige vragen laat ds. Geene een lange stilte vallen, voordat hij antwoord geeft. Maar gevraagd naar het mooiste van zijn ambtelijk werk, klinkt het meteen, zonder aarzeling: „Preken!”

Preken is een ambacht, geeft de predikant aan. „Het begint altijd met het bestuderen van de grondtekst. Ik zie het als mijn roeping dat de gemeente als ze naar huis gaat de tekst die ik gekozen heb inhoudelijk beter heeft leren verstaan. Daarbij blijkt de Schrift meer dan eens verrassend actueel te zijn.”

Gedreven spreekt ds. Geene over de prediking. Hij zit op de bank in zijn Katwijkse appartement. „We voelen ons gezegend dat we dit konden kopen”, zegt de predikant, die na zijn emeritaat in de kustplaats blijft wonen.

Traditie

19255138.JPG
Ds. J. Geene. beeld Cees van der Wal

Jan Geene wordt in 1956 als nakomertje geboren in een gezin in Slikkerveer, dat is aangesloten bij de hervormde gemeente Ridderkerk-Slikkerveer. „Mijn vader was als kind gedoopt in de gereformeerde samenkomst in Alblasserdam. Hij deed op zijn veertigste belijdenis, toen ik gedoopt werd. Mijn moeder leefde geestelijk lange tijd in het donker. Dat veranderde in de tijd dat ds. E.F. Vergunst predikant in Ridderkerk was.”

Al vanaf de lagere school weet ds. Geene zich geroepen tot het ambt, vertelt hij. Tijdens zijn studie wordt hij theologisch „van hot naar her geslingerd”. Een gesprek met dr. A. van Brummelen, destijds voorzitter van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk, en ir. J. van der Graaf, algemeen secretaris van de Bond, brengt rust. „Vanaf dat moment ging ik bewuster publicaties lezen uit de traditie die ik onbewust bij me droeg. Van der Graaf zei: „We hebben Van Ruler en Barth, maar ook Wilhelmus à Brakel.””

Tijdens zijn studie theologie wordt hij als pastoraal werker verbonden aan de hervormde evangelisatie in het Groningse Oude Pekela. Elf jaar later, in 1991, bevestigt ds. A. Beens hem als predikant van de hervormde gemeenten in Zetten en Andelst. In 1995 neemt ds. Geene het beroep van de hervormde gemeente in Katwijk aan Zee (wijk Pniël) aan.

„Katwijk is vanouds een bevindelijke gemeente”, zegt de predikant, „waar het werk van de Heilige Geest een plek heeft in de prediking, het geloof een wonder is en de noodzaak van wedergeboorte gekend wordt, zoals die op een natuurlijke manier uit de Schrift opkomt. Zeker een deel van de gemeente verwacht ook dat de dominee studie maakt van z’n preek.”

Beroepen

In de periode van 1999 tot en met 2008 krijgt ds. Geene talloze beroepen, van gemeenten uit het hele land, van Arnemuiden tot Wouterswoude. „Het is voor mij nooit helder geworden dat ik ergens anders naartoe moest”, zegt de predikant daarover. „De nood was hier altijd groter”, vult zijn vrouw aan.

Ds. Geene wijst erop dat een groot aantal beroepen kwam in de periode na „de scheuring in 2004”, toen de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) ontstond. „Daar ben ik nog altijd niet overheen. Na 2004 heb ik nooit meer in een volle kerk gepreekt. Een groot deel van de mensen die nu bij de hhg horen, zat eerder onder mijn gehoor.” Dankbaar is hij dat er nu soms tekenen van „voorzichtige toenadering” zijn. „Ds. P. den Ouden (hersteld hervormd predikant in Katwijk, MB) is hier op de koffie geweest.”

Ds. Geene vindt het belangrijk niet alleen oog te hebben voor de eigen gemeente. Twintig jaar lang bezoekt hij jaarlijks voor Stichting Charité gemeenten in Wit-Rusland. „De laatste drie jaar ben ik daar niet meer geweest, eerst vanwege corona en daarna vanwege de oorlog. Ik had gehoopt daar na mijn emeritaat nog iets aan opleiding en toerusting te kunnen doen, maar daar is voorlopig geen zicht op.”

In de zomermaanden gaat hij voor in diensten op de campings in Katwijk, waar Dabarteams evangelisatiewerk doen. Ook heeft hij in de loop der jaren meer dan eens contact met asielzoekers, uit onder meer Congo en Iran. Sinds maart 2022 preekt hij verscheidene keren in een opvanglocatie voor Oekraïners in Katwijk aan den Rijn.

Wat merkt u in Katwijk van de secularisatie?

„Die is nadrukkelijk aanwezig. Het komt steeds vaker voor dat ouderlingen niet meer welkom zijn voor huisbezoek bij mensen die nog in de kaartenbak van de gemeente zitten. Het ledental neemt af. Ook haalden de christelijke partijen in Katwijk in 2019, bij de Provinciale Statenverkiezingen, voor het eerst geen meerderheid van stemmen. Dat zijn zichtbare tekenen van secularisatie.”

Waar ligt uw grootste zorg?

Na lang nadenken: „Mijn grootste zorg is dat het Woord van God uit het leven van de mensen wegtrekt. De oplagecijfers van de Nieuwe Bijbelvertaling en de Herziene Statenvertaling zijn enorm. Maar lezen mensen er nog in? Als het Woord niet meer opengaat, krijg je vanzelf rare ideeën over geloven, en spreken mensen over de Heere op een manier die niet meer aan de Schrift is ontleend. Ik denk dat dit proces al veel verder gaande is dan wij voor waar willen houden.”

Maakt die ontwikkeling u weleens somber, moedeloos?

„Nee, want dan was ik gestopt met preken. Ik geloof van harte in de kracht van de Evangelieprediking. God heeft niet beloofd dat er in de lage landen aan de zee altijd een bloeiende gemeente zal zijn. De Heere Jezus heeft gezegd: „In de wereld zult u verdrukking hebben.” Daar moeten we ons bewust van zijn. Er zijn altijd plekken op de wereld waar mensen dat aan den lijve ondervinden. Ik denk aan indrukwekkende verhalen van voorgangers in Wit-Rusland die in strafkampen hebben gezeten en christenen die daar op zondag, verscholen in het bos, samenkwamen. Gods werk gaat door.”

Wat hebt u in de 27 jaar in Katwijk als de grootste zegeningen ervaren?

„Dat op de kansel de Schrift openging, dat ik mocht ervaren dat het Woord voor mezelf open was gegaan en dat het ook in de gemeente z’n werk en wonderen deed. Het past daarbij niet om te rekenen of grote verhalen te vertellen. Maar ik denk bijvoorbeeld aan een vrouw die bericht kreeg dat de kerktelefoon van de lijn gehaald zou worden. Ze kon de dienst wel via internet gaan volgen, maar had nog nooit achter een computer gezeten. Op z’n Katwijks zei ze: „Wèh dominee, dan kan ik het Woord niet meer horen.” Dát!

Ik denk ook aan jongeren die belijdenis doen, niet omdat ze de leeftijd hebben, maar omdat ze er ernaar uitzien. En aan mensen die op oudere leeftijd zeggen: „Het is er nooit van gekomen, maar ik wil zo graag belijdenis doen.” Dan merk je dat het Woord gesproken heeft, dat Christus in het Woord is opgelicht. Pas zei iemand tegen me: „Dominee, u hebt ons altijd de Heere Jezus verkondigd.” Daar mogen we verwachting van hebben. Wij hoeven met elkaar de kerk niet in stand te houden, dat is Zijn werk.”


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer