Nicolaas Copernicus na 550 jaar nog lang niet vergeten; hoe komt dat?
Het revolutionaire boek dat Nicolaas Copernicus in zijn sterfjaar publiceert, was het startsein voor de wetenschappelijke vernieuwing van de sterrenkunde: de zon draait niet om de aarde, maar de aarde om de zon.
In het Pools-Pruisische stadje Toruń is in het koopmansgezin van Mikołaj Koppernigk op 19 februari 1473, zondag 550 jaar geleden, een zoon geboren. Ze noemen hem Mikołaj. Dat hun zoon de beroemde astronoom Nicolaas Copernicus zal worden, die de wetenschap gaat opschudden met zijn nieuwe theorie, ligt nog verborgen in de toekomst.
Moeder Barbara von Watzenrode stamt af van de oude Pruisische adel. Over zijn ouders is weinig meer bekend dan dat zij zijn overleden wanneer Nicolaas 10 jaar is. Oom Lucas von Watzenrode draagt dan zorg voor zijn opvoeding.
Oom Lucas is als kanunnik, een wereldlijk geestelijke in de Roomse Kerk, invloedrijk. Later wordt hij prins-bisschop van het aartsbisdom van Ermland in Oost-Pruisen, dat tegenwoordig bij Polen hoort. De maatschappelijke positie van zijn oom helpt Nicolaas flink vooruit.
Er is geld genoeg om de wees te laten studeren. Op 18-jarige leeftijd schrijft hij zich in aan de universiteit van Krakau in Polen. Daar studeert Nicolaas theologie, klassieke talen en sterrenkunde. In 1496 pakt hij een studie kerkelijk en burgerlijk recht op aan de Universiteit van Bologna. In de Italiaanse stad huurt hij een kamer bij Domenico Maria Novara da Ferrara, een hoogleraar wiskunde en astronomie.
De hoogleraar wekt zijn interesse voor de wiskunde en de sterrenkunde. Nicolaas assisteert hem bij zijn onderzoek en doet zijn eerste astronomische waarnemingen.
Op aanraden van oom Lucas wordt Copernicus benoemd tot kanunnik bij de Maria-Hemelvaartkathedraal van Frauenburg. Dat ambt brengt heel wat geld in het laatje, waardoor Copernicus een welgesteld man wordt, zonder dat hij er iets voor hoeft te doen. Omdat hij van zijn oom eerst zijn studie moet afronden, gaat zijn benoeming pas in 1501 in. In 1503 promoveert Nicolaas in de rechten aan de Universiteit van Ferrara in Italië.
In zijn positie als kanunnik is hij rentmeester en visitator van de landerijen. Zijn baan levert hem veel vrije tijd op, uren die hij besteedt aan het bestuderen van de banen van hemellichamen.
Het eerste, handgeschreven, boekje met zijn visie op het heelal verschijnt in 1514. Hij zet er zijn naam niet op en verspreidt het alleen onder zijn vrienden. In het boekje gaat hij in op vragen over het centrum van het heelal en de beweging van hemellichamen en van de aarde.
Concilie
Vanwege zijn kennis van de astronomie krijgt Copernicus een uitnodiging om op het Vijfde Lateraans Concilie te verschijnen. Maar hij gaat niet; hij weet maar al te goed dat zijn visie op de hemellichamen niet wordt gedeeld door tal van conservatieve wetenschappers die vast blijven houden aan de oude voorstelling. Dat zou hem in moeilijkheden kunnen brengen. Hij beantwoordt de uitnodiging met een vriendelijke brief.
De gangbare voorstelling van het heelal is in die dagen dat de aarde het middelpunt van het heelal is. Dit ontlenen de wetenschappers aan de gezaghebbende Almagest, een boek van de Griekse astronoom Claudius Ptolemaeus (87-150). Ptolemaeus’ visie heet daarom ook wel het geocentrisme. Copernicus heeft ontdekt dat deze oude ideeën niet kloppen: uit zijn berekeningen volgt dat de aarde om de zon draait.
In 1530 schrijft de Pruisische astronoom zijn belangrijke werk ”De revolutionibus orbium coelestium” (Over de omlopen van de hemellichamen). Het verschijnt pas in 1543. Veiligheidshalve met een voorwoord van uitgever Osiander dat het heliocentrische wereldbeeld vooral moest worden gezien als een wiskundig model. Dat houdt het heliocentrisme aanvankelijk uit de kerkelijke verdachtenbank. De toenmalige astronomen nemen er grondig kennis van; en de theorie belandt in de leerstof van de universiteiten.
Copernicus overlijdt datzelfde jaar op 70-jarige leeftijd in Frauenburg in het prinsbisdom Ermland. In de kathedraal krijgt de sterrenkundige een naamloos graf. Maar zijn naam is nog altijd niet vergeten.
Geen gemiddelde planeet
In zijn boek ”The Privileged Planet” (2004) toont de Amerikaanse astronoom Guillermo Gonzalez aan dat de aarde helemaal geen gemiddelde planeet is, die evenmin een gemiddelde plaats heeft in het heelal. Sterker, de aarde is buitengewoon voorbereid op menselijke bewoning. Zo beschikt de aarde onder meer over een magnetisch veld dat schadelijke straling uit de ruimte tegenhoudt; en over een grote maan die onder meer de draaiing van de aarde om zijn as stabiliseert, en via eb en vloed de klimaatzones op aarde beïnvloedt. Ook is de aardse atmosfeer stabiel en geschikt voor leven.
De enige intelligente wezens die zijn waargenomen in het heelal lopen op aarde rond. Kennelijk zijn de aardse omstandigheden toch wel ideaal voor leven.
Wat Gonzalez betreft gaat het copernicaanse principe per direct overboord. De vele schijnbare toevalligheden in het heelal die complex leven mogelijk maken, staan nauw met elkaar in verband. „We leven in een rationeel, ordelijk universum.” De astronoom concludeert dan ook: „Het universum is doelbewust en doelgericht ontworpen.”