De grens naar Syrië is open, maar vooral voor de doden
Na grote internationale druk komt er mondjesmaat eindelijk internationale hulp in de afgesloten Syrische regio Idlib binnen. Maar het zijn vooral de lichamen van Syrische aardbevingsslachtoffers die de grens passeren.
Het is zaterdagmiddag. Een kleine bestelwagen komt aanrijden bij de Turks-Syrische grenspost in Reyhanli. De deuren gaan open, drie mannen stappen uit. Behoedzaam leggen ze de lading van hun auto op straat. Vier lichamen, verpakt in plastic lijkzakken.
De lichamen worden even later overgeladen in een witte pick-up-truck. De truck is nog niet vol, maar lang zal dat niet meer duren. Er komen meer auto’s vanuit Turkse richting aangereden, en bijna zonder uitzondering hebben ze dezelfde macabere lading aan boord: lichamen van Syrische aardbevingsslachtoffers. Syriërs die in hun eigen land het oorlogsgeweld ontvluchtten, maar in Turkije de dood vonden door natuurgeweld.
„Ik ben hier om de familie van mijn beste vriend naar huis te sturen”, zegt Nasser. Hij is een Syrische student in Turkije. Zijn vriend, diens zus en hun ouders kwamen alle vier om in het zwaar getroffen Antakya. Oorspronkelijk komt het gezin uit Idlib, net over de grens in het Syrische rebellengebied, en daar zullen ze begraven worden – net zoals honderden andere Syriërs uit Turkije.
Nasser staat erbij als twee lijkzakken in de pick-up worden gelegd. De zakken gaan even open om te controleren of de identiteit van de personen correct is. Maar Nasser weet het al. Het zijn de zus van zijn vriend en de moeder van zijn vriend, weet hij. Zijn vriend zelf en diens vader liggen nog altijd onder het puin in Antakya. Niet veel later vertrekt de pick-up, de grens over naar Idlib. Een volgende komt al weer aangereden.
VN-trucks
Deze grenspost naar Idlib, tussen het Turkse Reyhanli en het Syrische Bal al-Hawa dat in handen is van rebellen, is na grote internationale druk opengegaan voor hulpverlening. Tot voor kort stond de regio Idlib er alleen voor; internationale hulp kon het gebied simpelweg niet bereiken. Maar op dezelfde zaterdag waarop Nasser de lichamen van zijn bekenden uitgeleide doet, arriveren twaalf VN-trucks bij de grenspost. Zonder veel moeilijkheden kunnen ze passeren – in tegenstelling tot journalisten die Syrië binnen willen. Die worden tegengehouden door de Turkse grenswachten, zo blijkt bij een poging.
De internationale hulp aan Idlib is een begin, maar bij lange na niet genoeg, zeggen experts. Dat komt doordat het afgesloten Idlib overal een tekort aan heeft – aan goede infrastructuur, medicijnen, machines om slachtoffers uit het puin te halen. Die tekorten, die in jaren van bombardementen uit het Syrische regeringsgebied zijn opgebouwd, kunnen onmogelijk in een paar dagen worden opgelost.
Internationale hulporganisaties proberen in de komende dagen meer vrachtwagens via Reyhanli het gebied binnen te krijgen. Maar tot nog toe zijn het vooral de doden die de grens overgaan.