BinnenlandAARDBEVING SYRIE EN TURKIJE

„Pas op voor naschok aan trauma’s bij kinderen”

Ongeveer 90 procent van ‘onze kinderen’ staat weer op straat, verzucht Adriaan Kok, voorzitter van stichting Child Houses. Dat komt bovenop een nieuwe ‘golf’ aan kinderen die bij zijn organisatie aankloppen voor hulp na de aardbeving in Turkije en Syrië. Hulporganisatie War Child waarschuwt voor een ‘naschok’ aan trauma’s. „De wereld staat hier letterlijk op z’n kop.”

10 February 2023 17:33Gewijzigd op 10 February 2023 17:36
Syriërs warmen zich bij een vuur bij een geïmproviseerd onderkomen voor mensen die dakloos zijn geworden door de aardbeving. beeld AFP, Rami al-Sayed
Syriërs warmen zich bij een vuur bij een geïmproviseerd onderkomen voor mensen die dakloos zijn geworden door de aardbeving. beeld AFP, Rami al-Sayed

Onze twee opvanghuizen zijn verwoest, zo begint Kok zijn verhaal. Zijn organisatie Child Houses redde de afgelopen jaren 400 straatkinderen en bracht hen onder bij gastoudergezinnen in het gebied rond de stad Sarmada in de Syrische provincie Idlib. „De aardbeving heeft in deze regio enorme verwoestingen aangericht. Wat er in de pers voorbij komt is volgens ons zwaar onderschat.” Toegang tot het gebied is voor externe hulpverleners volgens hem nagenoeg onmogelijk.

Het team van Child Houses in Syrië bestaat uit twintig hulpverleners die de aardbeving zelf allemaal hebben overleefd. Ze hebben in korte tijd twee nieuwe gebouwen gevonden met in totaal twintig slaapzalen. Die worden nu in allerijl ingericht als nieuwe opvanghuizen voor kinderen. Daarbovenop komt de zorg voor de 400 gastgezinnen die vrijwel allemaal dakloos zijn geraakt. „Voor deze groep bieden we noodhulp in de vorm van tenten, dekens, warme kleding, matrassen en voedsel”, vertelt Kok, die zelf niet in het rampgebied is.

Alle kinderen die in het getroffen gebied rondom Sarmada gevonden worden, moeten worden doorverwezen naar Child Houses. Die afspraak maakte de hulporganisatie een jaar geleden al met onder meer de reddingswerkers van de Witte Helmen. „De instroom is nu enorm groot.”

Inmiddels krijgt Child Houses ook de gegevens door van overleden kinderen die gevonden zijn. „Als het lichaam van een kind wordt gevonden, wordt het vaak al heel snel en provisorisch begraven”, legt Kok uit. Foto’s van het overleden kind en de plaats waar het begraven is, worden aan de hulpverleners van Child Houses doorgestuurd. Zij registreren die gegevens. Ouders die op zoek zijn naar hun kind worden doorverwezen naar de hulporganisatie. „We helpen hen met het vinden van hun zoon of dochter. In veel gevallen zullen we dus ook samen met de ouders moeten constateren dat het kind overleden is.”

Crisismodus

Ook de organisatie War Child verleent in het rampgebied in Noordwest-Syrië noodhulp. „We delen bijvoorbeeld medische goederen en dekens uit aan mensen die alles kwijt zijn”, vertelt directeur Ernst Suur. Hij benadrukt dat het uitdelen van spullen noodzakelijk, maar niet voldoende is. „Onze professionals bieden psychologische eerste hulp; dat is een belangrijk onderdeel van ons werk. Mensen zitten in een crisismodus met veel stress. Het is belangrijk dat zij bij zinnen komen door hun emoties te uiten. Anders raken deze slachtoffers verstrikt in angst en verdriet.”

Juist kinderen, de doelgroep van War Child, zijn extra kwetsbaar bij rampen, stelt Suur. „Ze leven momenteel in een wereld die letterlijk op z’n kop staat. Als ze hun ouders kwijt zijn, moeten ze naar een plek waar het veilig is. Een plaats waar ze weer even kind kunnen zijn en waar ze geholpen worden om hun stress en angst kwijt te raken.” De directeur stelt dat er haast geboden is bij de begeleiding van het verwerken van de traumatische gebeurtenissen. „Om een naschok van trauma’s en nachtmerries te voorkomen.”

Vooral baby’s en jonge kinderen kunnen mentaal snel herstellen als ze de juiste begeleiding krijgen, stelt Suur. „Ze hebben een veerkrachtig brein, waardoor ze de ramp een plekje kunnen geven, zodat het hen niet blijft achtervolgen. Niet elke traumatische gebeurtenis hoeft een levenslang trauma op te leveren.”

In samenwerking met andere organisaties zoekt War Child naar een geschikte en veilige plek waar kinderen opgevangen kunnen worden. Dat kan ook een tijdelijke oplossing bij een hulporganisatie of een gezin zijn. Suur benadrukt dat het belangrijk is om een kind niet zomaar uit zijn woongebied weg te halen. „Wellicht zijn er nog familieleden in leven waar het kind naartoe kan. Dat heeft dan de voorkeur.” Het belangrijkste is, volgens Suur, dat een kind zich veilig voelt. „Dat het bijvoorbeeld een kleurplaat kan maken en niet naar kapotte huizen hoeft te kijken. Om weer even kind te zijn in een bizarre situatie.”

De directeur zegt „dag en nacht” bezig te zijn voor de slachtoffers in Noordwest-Syrië. „We zijn zo bang dat als we de hulp nu niet geven, de psychische naschok van deze ramp nog jaren zal blijven nadreunen. Dat moeten we voorkomen.”

Naaiatelier

In de afgelopen jaren hielp Kok met zijn stichting Child Houses 400 kinderen, die na een traject van medische hulp en mentale ondersteuning werden ondergebracht in gastgezinnen. De stichting kiest bij voorkeur gezinnen in de familiekring van het kind. „Als we een passend gezin gevonden hebben, dat het financieel moeilijk heeft, dan ondersteunen we hen bijvoorbeeld met het opstarten van een kleine supermarkt of een naaiatelier. Met de inkomsten kan zo’n familie soms verhuizen van een tentenkamp naar een appartement of de kinderen naar school sturen. We bezoeken die gezinnen regelmatig, ook als de formele voogdij overgedragen is.”

De medische zorg voor de kinderen die Child Houses opvangt, wordt in de regio waar de organisatie werkt bijna altijd gratis verstrekt door de gemeenschap. Het zorgen voor weeskinderen is volgens Kok een belangrijk uitgangspunt in de islamitische religie. „Iedereen is bereid zich voor hen in te zetten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer