Mens & samenlevinghet gesprek

Jacques Rozendaal: SGP’er die niet van saaiheid houdt

Als je Jacques Rozendaal ontmoet, valt zijn vrolijkheid meteen op. De brede lach boven coltrui en colbertje. De bevlogenheid waarmee hij vanaf het puntje van zijn stoel praat over politiek, politie en onderwijs. Op al die plekken zag hij steeds hetzelfde: hoe belangrijk warme gezinnen en stabiele relaties zijn.

7 January 2023 10:29Gewijzigd op 15 June 2023 13:27
beeld Niek Stam
beeld Niek Stam

Van saaiheid houdt de SGP’er niet. Daarom stopte de goedlachse Gouwenaar na twee periodes in de gemeenteraad. „Als ik het college vragen stelde, wist ik al bijna wat voor antwoorden dat ging geven. Ik wil fris blijven.”

Ook zijn carrière is allerminst eentonig, al was de politiek nooit lang weg. Rozendaal begon als voorzitter van SGP-jongeren en rechercheur, werd raadslid en docent en is sinds afgelopen zomer wethouder. En dus rijdt hij nu per racefiets, trein of auto vanuit zijn geboortestad naar het gemeentehuis in Woerden. Het gezin zoekt nog een woning binnen de gemeentegrenzen, zoals de wet voorschrijft. Rozendaal heeft wel zin in een verhuizing, maar ziet ook de impact voor zijn gezin. De oudsten moeten straks een uur fietsen naar het Driestar College.

Over impact gesproken: Rozendaal is in principe van maandag tot donderdagavond van huis. Vrijdag is zijn thuiswerkdag, dan drinkt hij koffie met zijn vrouw.

18937803.JPG
beeld Niek Stam

U zei eerder in NRC te stoppen als raadslid, om meer tijd te investeren in uw huwelijk…

„Hahaha! Vraag straks maar aan Marike. Maar volgens mij is het juist rustiger geworden, ondanks dat ik weer terug ben in de politiek. Ik heb nu één agenda en één focus: het wethouderschap. Voorheen had ik het Hoornbeeck én de gemeenteraad. Als een vergadering laat eindigde, moest ik de volgende ochtend gewoon om acht uur op school zijn. Nu plant de secretaresse niet voor negen uur een afspraak in. ’s Avonds ben ik veel weg, maar ’s ochtends ontbijt ik thuis en een paar keer per week breng ik de kinderen naar school.”

U stopte destijds ook bij SGP-jongeren om meer tijd te hebben voor het gezin. Zijn politiek en gezin een lastige combi?

„Dat is het, ja. Vrienden van mij zeggen: Je bent gek dat je zoiets doet. Marike en ik hebben onze weg erin gevonden. Zij staat er van harte achter, maar feit is dat ik veel avonden weg ben. Als de kinderen zouden zeggen: U bent er nooit, dan zou ik daar echt wat mee doen. Anderzijds: ik heb twaalf weken per jaar reces. Die houd ik vrij.”

„Marike!” roept Rozendaal even later naar zijn vrouw. „Ik heb een paar jaar geleden gezegd dat ik stop met de gemeenteraad om meer tijd voor m’n gezin te hebben.” Aan de andere kant van de kamer klinkt een schaterlach. Dan de gewetensvraag: „Is het slecht voor onze relatie dat ik nu wethouder ben?” „Er zijn weken dat Jacques elke avond weg is”, erkent zijn vrouw. „Maar op vrijdag kunnen we lekker samen koffiedrinken. Deze week heeft hij al een paar keer de kinderen naar school gebracht. Juist nu hij wethouder is, kan dat. En weet je, ik ben het gewend. Heel ons huwelijk is hij al actief voor de SGP.”

Ze weet: als Jacques ergens mee stopt, staat het volgende alweer voor de deur. Toen de vacature voor een wethouder in Woerden langskwam, zeiden ze tegen elkaar: Doen we niet. Eerst een jaartje rust. Maar de avond erna werd Rozendaal gebeld vanuit Woerden of hij alsjeblieft wilde solliciteren. Als zoiets op je pad wordt gelegd, moet je er iets mee, vindt ook Marike.

18937787.JPG
beeld Niek Stam

„Als raadslid denk je het vaak beter te weten dan de wethouders”, schreef u. Hoe ervaart u het om nu verantwoordelijkheid te dragen?

„Verantwoordelijkheid dragen betekent een genuanceerd verhaal houden. In Woerden speelt nu een discussie over de toekomst van de zwembaden. Als raadslid kun je dan makkelijk zeggen: Ik wil dat er twee open blijven. Vanuit mijn rol moet ik dat financieel degelijk onderbouwen. Plus: de coalitie moet het eens zijn, de wet moet het toelaten, je moet het algemeen belang behartigen.”

U bent opgegroeid in een „echt SGP-gezin”. Hoe zag dat eruit?

„Vier ooms van mijn moeders kant waren actief als gemeenteraadslid voor de SGP. Op verjaardagen ging het dus vaak over de politiek. Mijn ouders waren sterk maatschappelijk betrokken. Ik ben opgegroeid in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Mijn moeder vertelde ons als kinderen hoe ze dacht over verzekeren en vaccineren, besprak openlijk de voors en tegen.

Zelf las ik op de basisschool de krant al helemaal. Toen ik net op de middelbare school zat, genoot ik van discussies met mijn broer Jan Nathan, die nu burgemeester in Elburg is. Als student draaide ik mee in de steunfractie van de SGP in Reeuwijk. Ik kreeg vuistdikke pakketten papier mee naar huis. Zo boeiend vond ik dat niet. Eigenlijk ontstond mijn politieke betrokkenheid pas bij SGP-jongeren.”

Hoe kwam u daar dan terecht?

„Naast de maatschappelijke betrokkenheid vanuit huis, zag ik in mijn werk bij de politie hoe de politiek het verschil kan maken. Simpelweg door regels te stellen. Ik zag ook dat er veel misging in de sociale omgeving van verdachten. Daarom zijn warme gezinnen en stabiele relaties zo belangrijk. Daar wijs ik nu als wethouder ook op.”

Waarom begon u ooit aan de politieacademie?

„Bij de politie werken was een kinderdroom: de spanning, het avontuur, het onverwachte. Verhoren vond ik altijd razend interessant. Wat drijft verdachten? Hoe verklaren ze zelf dat ze tot bepaald gedrag komen? Mensen voelen zich vrij om te vertellen als je zonder waardeoordeel luistert. Je moet nieuwsgierig zijn naar de waarheid.”

18937793.JPG
beeld Niek Stam

Hoe lastig is het om zonder oordeel tegenover bijvoorbeeld een moordverdachte te zitten?

„De waarheid is best genuanceerd. Ik herinner me een zaak met iemand die als kindsoldaat had gediend in zijn geboorteland. Zwaar getraumatiseerd was hij gevlucht. Hier in de binnenstad werd hij vaak lastiggevallen door een andere Afrikaan, die op een dag ook nog eens stoned en dronken was. De eerste man raakte in paniek. Hij werkte bij een kaasfabriek en had nog een kaasmesje op zak. Door een enkele messteek overleed zijn bedreiger. Met tranen in m’n ogen heb ik het verhoor terug zitten luisteren. Deze man was zo beschadigd door alles wat hij had meegemaakt, dat hij voor je gevoel óók slachtoffer was. Tegelijk blijft hij verantwoordelijk voor zijn gedrag.”

Maken die ervaringen bij de politie uit voor hoe u als politicus het debat aangaat?

„Als christen geloof ik dat mensen geneigd zijn tot het kwade. Tegelijk zie ik dat sociale omstandigheden vaak bepalen hoe heftig dat kwaad naar buiten komt. Zelf ben ik in een warm nest opgegroeid. Volgens Jeugdzorg Nederland heeft 80 procent van de kinderen in de jeugdzorg te maken gehad met een vechtscheiding. Als wethouder ga ik er daarom een thema van maken dat stabiele relaties jeugdproblemen voorkomen.”

Van rechercheur werd u docent. Dat klinkt een stuk minder spannend.

„Dat zeiden studenten ook altijd. Toch heb ik het vanaf dag één geweldig naar m’n zin gehad op het Hoornbeeck. In het onderwijs kun je bijdragen aan de vorming van jonge mensen. Bij burgerschapslessen vertelde ik verhalen uit de politiepraktijk, zoals over de moord met het kaasmesje. Voor- en achteraf liet ik de klas dan stemmen over de stelling dat er in Nederland te soft wordt gestraft. Op school zag ik opnieuw het belang van stabiele thuissituaties. Als opleidingsmanager sprak ik bijvoorbeeld studenten die veel verzuimden. Meer dan eens gaven zij aan dat er spanning in het gezin of ruzie tussen de ouders was.”

18937802.JPG
beeld Niek Stam

Hoe was het om vanuit een seculiere omgeving naar een reformatorische school te gaan?

„Het klimaat op het Hoornbeeck was heel positief. Wat ik wel lastig vond, waren de toelatingsgesprekken die ik moest voeren met jongeren die geen lid waren van een reformatorische kerk. Vaak waren ze kwetsbaar en maakten hun ouders zich zorgen of hun kind het wel zou redden op een openbaar mbo. Ik dacht dan: laat maar binnenkomen in deze veilige omgeving. Als iemand van de identiteitsraad er dan scherp in zat, kon ik daar ’s nachts van wakker liggen.”

Waarom vond u dat zo lastig? Je kunt ook zeggen: Ik bewaak zo de identiteit van de school.

„Ik geloof niet dat de identiteit zou verwateren door zo’n jongere toe te laten. Een zestienjarige is nog vormbaar. Bovendien: hij heeft er niet voor gekozen dat in zijn gemeente de volwassendoop gangbaar is, maar wil gewoon graag christelijk onderwijs volgen. Als jongeren zich wilden voegen naar de school, waren ze in de praktijk welkom. Maar naar de letter van de wet was het soms ingewikkeld. Helemaal omdat je in de praktijk over identiteitskwesties het meeste gedoe had met jongeren uit reformatorische kerken die er vanuit pubergedrag tegenaan schopten.

Zeker als het gaat om de benoeming van personeel is het natuurlijk goed dat scholen vasthouden aan hun identiteit. Ik was laatst bij het afscheid van een bestuurder op een pc-school in Woerden. In die hele bijeenkomst werd op geen enkele manier naar de Bijbel of God verwezen.”

Voelt u uzelf het meest op uw plek in een seculiere of in een reformatorische omgeving?

„Goeie vraag. Woerden is het allebei niet, heeft een meer protestants-christelijk karakter. Misschien dat ik me daar het meest thuis voel. Ik hoef nu geen discussies meer te voeren over randzaken die niet tot het wezen van het geloof horen. Tegelijk stuur ik mijn kinderen vol overtuiging naar een reformatorische school. Vorming in een veilige omgeving vind ik van grote waarde.”

In hoeverre vindt u het lastig om christen te zijn in een seculiere omgeving?

„Dat hangt niet af van de omgeving. Thuis moet ik ook christen zijn. In een seculiere omgeving moet je heel bewust handelen en denken. Ik vraag altijd stilte voor het eten. Pas liet ik de sla van een gekregen lunch liggen. Toen vroeg iemand: Hé, hoe kun je nou voor voedselverspilling bidden? Dat vind ik niet vervelend. Juist goed dat je een spiegel voorgehouden krijgt.”

18937797.JPG
beeld Niek Stam

Hoe zou de SGP er in 2033 uit moeten zien?

„De SGP mag zich wat mij betreft meer richten op de zorg voor kwetsbare mensen. Dat wordt soms als links gezien, terwijl het tot de kern van het christelijk geloof behoort. Ik vind het mooi dat vooral de jongere generatie SGP-wethouders kiest voor het sociale domein. Eerder zaten zij vaak op financiën en ruimtelijke ordening. In de zorg voor kwetsbaren kun je je identiteit goed kwijt. In Woerden zie ik dat vrijwilligers dankzij de overheid hun rol goed kunnen vervullen. Bij stichting Ontmoeting is bijvoorbeeld één persoon in dienst om de vele vrijwilligers die er actief zijn goed te begeleiden. De gemeente geeft daarvoor subsidie.”

Moet u als wethouder ook concessies doen op principiële punten?

„Al voordat ik wethouder was, besloot Woerden de regenboogvlag te hijsen. CU-SGP heeft drie zetels, dus dat draai je niet zomaar terug. Inclusie hoort eigenlijk bij mijn portefeuille, maar ik wilde liever niet het gezicht op dat thema zijn. Daarom doet de burgemeester dat nu. Ik heb van de zomer wel benoemd dat de omgedraaide vlaggen voor mij bewijzen dat vlagvertoon polarisatie in de hand werkt. De overheid moet daar niet aan meewerken.

Een lastige vond ik dat de gemeenteraad een motie aannam voor meer openbaar onderwijs. Moet ik me dan als christen inzetten voor de komst van openbare scholen, waar de Bijbel niet opengaat? Feit is dat een nieuwe wijk veel mensen trekt die niet christelijk zijn. De vraag is er dus. Daarbij heeft de overheid een wettelijke plicht. Dan vind ik het principieel niet onverantwoord om daar invulling aan te geven.”

Je kunt je ook afvragen: wat maakt het dan uit of u daar zit of iemand van de VVD?

„Je persoonlijke opvatting is anders dan wat je als bestuurder allemaal kunt. Maar als christen heb je zeker toegevoegde waarde. Ik maak me er bijvoorbeeld hard voor dat kinderen naar een reformatorische school voor speciaal onderwijs in Gouda kunnen gaan. Je hebt ook invloed achter de schermen. In coronatijd was het overleg tussen de gemeente en de kerken gestopt. Nadat ik dat heb aangekaart, wordt het weer opgepakt.”

18937798.JPG
beeld Niek Stam

U bent een optimist. Zijn er ook dingen waar u zich zorgen om maakt?

„Veel mensen leven aan het Evangelie voorbij, hebben geen besef dat God er is en wij ons tot Hem verhouden. Dat kan me erg bezighouden. Als ik in het centrum van Woerden op een zeepkist ga staan en zeg: „Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen”, loopt iedereen door. Maar als ik zeg: „Je moet je druk maken over het klimaat”, komen mensen in actie. Dat is erg. Ook binnen de kerk lijken sommigen niets te missen.

Zelf kan ik me niet voorstellen dat je buiten God kunt leven. Ik kreeg al jong van m’n ouders voorgeleefd dat God heilig is én nabij komt in Zijn Zoon Jezus Christus. Dat er vergeving mogelijk is. Mijn moeder ging rond haar dertigste aan het avondmaal, mijn vader pas veel later. Ik herken zijn zoektocht wel. Lang heb ik geworsteld met vragen als: hoe diep moet dat zondebesef nu zijn en hoe concreet de ervaring van vergeving? Voor mij is dat een paar jaar terug tot helderheid gekomen. Het staan naar bijzondere ervaringen ben ik nu een beetje kwijt. Uiteindelijk maakt het je niet zalig of je op bepaald moment een bepaalde tekst krijgt. Het gaat om alles van jezelf verliezen en alles in Christus vinden. Bij de één zal dat meer geleidelijk gaan; een ander kan misschien meer duidelijke momenten aanwijzen.

Er zijn zeker ook momenten waarop de Heere duidelijk sprak vanuit Zijn Woord. Onze trouwtekst kwam uit Hosea 10:12: „Braakt u een braakland”. Ik was er destijds boos over: wat moet ik met zo’n tekst? Jaren later werd er weer over gepreekt, toen uit Jeremia. Die tekst werd toen juist een ankerpunt van zekerheid. Je moet alles van jezelf kwijtraken, zodat je het echt niet meer van jezelf verwacht, maar van Christus. Ik ben een optimist, maar de vreugde in God is van een andere, diepere orde. Kort nadat ik voor het eerst aan het heilig avondmaal was geweest, ging ik op een dankdag bij mijn ouders naar de kerk, omdat ik die avond gemeenteraad had. Mijn vader, die niet wist dat ik zou komen, las een preek – weer over onze trouwtekst. Een bijzondere bevestiging.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Het Gesprek
SGP

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer