Pieter Grinwis (CU): Niemand kan meerwaarde digitale euro goed uitleggen
ChristenUnie en VVD zien niets in een extra bankrekening, rechtstreeks bij de Europese Centrale Bank (ECB), voor de digitale euro. Een meerderheid in de Tweede Kamer sloot zich daar dinsdag bij aan. „Een correctie op de ingezette lijn van minister Kaag”, aldus CU-Kamerlid Pieter Grinwis.
De Tweede Kamer debatteerde eind vorige maand uitgebreid met minister Kaag (Financiën) over de digitale munt. Tegenover kritische Kamerleden en een publieke tribune gevuld met voornamelijk argwanende toehoorders, benadrukte minister Kaag dat er in Brussel nog niets besloten is. Er ligt op dit moment geen voorstel vanuit de Europese Commissie, maar dat is wel in de maak. Kaag verwacht dat halverwege volgend jaar te ontvangen.
De Tweede Kamer toonde zich unaniem op twee punten bezorgd. Een: Kan er wel anoniem betaald worden met zo’n digitale munt? Of is digitale identificatie vereist voor het afrekenen van een kop koffie? Twee: Als zo’n betaalmiddel programmeerbaar is, betekent dat dan dat geld een houdbaarheidsdatum krijgt? Of dat het digitale geld alleen aan door de overheid vastgestelde doelen uitgegeven kan worden? Dat mag nooit het geval zijn, vindt de Kamer.
Een digitale euro kan op meerdere manieren worden ontworpen. Bijvoorbeeld in de vorm van een gewone bankrekening. Verschil met een bankrekening bij een private bank is dat de digitale euro uiteindelijk op de balans van de ECB staat. Kaag vindt zo’n gewone bankrekening het meest voor de hand liggen, liet ze eerder weten.
De Kamer sprak dinsdag uit dat de minister haar voorkeur moet laten varen. In plaats daarvan zou Kaag zich moeten inzetten voor een digitale euro in een andere vorm. Dat zou een chipknip kunnen zijn, niets meer dan een pasje met een tegoed aan digitale euro’s.
„Wat ons betreft hoeft de digitale euro er niet te komen. Als zo’n munt er toch komt, is die op deze manier tandeloos”, aldus Grinwis.
Er is nog niets besloten, maar er is wel een voorstel in de maak. Komt de digitale euro er?
„Vooropgesteld: het komt in Europees verband vaker voor dat er nog niks besloten is, maar achteraf ben je wel in de aap gelogeerd. Bij dit onderwerp zit de Kamer bewust vroeg in het proces aan het stuur.
Ik denk dat de digitale munt er niet zomaar komt, zie het project ook nog niet vliegen. Niemand kan goed de meerwaarde ervan uitleggen. Facebook had plannen met een eigen digitale munt. Ook de Chinezen zijn al een tijdje bezig. Het lijkt erop dat de Europese Commissie denkt: dat moeten wij ook. Wat mij betreft is dat nog geen argument.”
De ChristenUnie is kritisch op dit project. Waarom?
„De digitale euro zou een oplossing zijn voor het wantrouwen bij consumenten tegenover commerciële banken. Het is begrijpelijk dat dat na de kredietcrisis nog altijd speelt. Wat ons betreft is de oplossing daarvoor niet een digitale euro, maar een nationale bank in publieke handen. Bijvoorbeeld de Volksbank. Hoezo zou de ECB iets gaan organiseren wat we nationaal ook goed kunnen organiseren?
Bovendien kleeft aan de digitale euro het grote nadeel dat de ECB zowel geldverstrekker als toezichthouder is. In het huidige bankenstelsel zijn die twee rollen −gelukkig− van elkaar gescheiden.
Kortom, de kortere route naar veilig geld is een publieke bank, niet de digitale euro.”
Als de digitale euro er toch zou komen, heeft de Kamer gezegd: niet in de vorm van een gewone bankrekening, maar bijvoorbeeld als chipknip. Heeft het project dan nog toegevoegde waarde?
„In Nederland is het verschil tussen pinnen en chippen weggevallen. Dat is de reden dat de chipknip ook niet meer bestaat. Daar staat tegenover dat de chipknip een offline betaalmiddel is. Je zou dit dus kunnen zien als de schadevrije variant van een digitale euro.
Minister Kaag gaf in haar brief over de ontwerpkeuzes van de digitale euro nog aan dat zij een andere richting voor ogen had dan de Kamer nu heeft uitgesproken. In die zin is onze motie een correctie op de ingezette lijn.”
Dit is het Nederlandse standpunt; in Brussel spelen ook andere belangen. Valt Europese besluitvorming vanuit de Kamer bij te sturen?
„De opdracht van de Kamer is aan de minister van Financiën. Zij zal met een ander uitgangspunt het gesprek in Europa moeten voeren. Dat betekent ook dat ze het gesprek aan moet gaan met de landen waar Nederland tot nog toe gezamenlijk mee optrok, want ook hun voorkeur ging uit naar een variant op rekeningbasis. Het voordeel is dat we nog vroeg in het proces zitten. Bovendien is dit niet alleen het standpunt van de CU, maar van de een Kamermeerderheid.”