Onze prognoses kloppen zelden, maar deugen wel
In de eerste helft van december maken mijn collega’s en ik traditiegetrouw onze economische prognoses voor de komende twee jaar. We voorspellen niet alleen de economische groei, de werkloosheid en de inflatie, maar ook de ontwikkeling van de huizenprijzen en de omzet van circa honderd sectoren; van akkerbouw tot ziekenhuis.
Het lijkt wel een moderne vorm van waarzeggerij; we voorspellen namelijk tot achter de komma dat het bruto binnenlands product (bbp) in 2023 met 0,6 procent groeit en in 2024 met 1,0 procent. De kans is vrij groot dat die voorspelling niet precies uitkomt. Maar hoewel onze prognoses zelden exact kloppen, ben ik ervan overtuigd dat ze wél deugen.
Toegegeven, voorspellingen zijn onzekerder naarmate ze verder in de toekomst liggen. Statistisch gezien is het correcter om te zeggen dat we met een waarschijnlijkheid van 90 procent een bbp-groei verwachten tussen de min 0,5 en plus 1,7 procent in 2023 en tussen de min 0,6 en plus 2,7 procent in 2024. Maar u krijgt van ons steeds maar één getal – het gemiddelde van de bandbreedte.
Een andere kanttekening is dat deze cijfers alleen de optelsom van een sector weergeven – en niet de onderliggende dynamiek. Ter illustratie: als de helft van alle fietsenwinkels sluit en hun klanten wijken uit naar de overgebleven helft, dan verandert dat aan de omzet op sectorniveau helemaal niets, terwijl de gevolgen voor de winkeliers zelf groot zijn.
Om de voorspellingen te maken, gebruiken we een verzameling van econometrische modellen. Deze modellen zijn redelijk accuraat, mits de wereld in de komende jaren niet ingrijpend verandert. En daar wringt de schoen. Want in twee jaar tijd kan de wereld juist behoorlijk veranderen. In december 2019 wisten we bijvoorbeeld nog niet dat er een pandemie aankwam. Evenmin hadden we in december 2021 de Russische inval in Oekraïne voorzien.
Lockdowns of exploderende energieprijzen hebben een dermate grote impact, dat voorspellen dan extra lastig is. Paradoxaal genoeg maken we dan niet minder, maar juist méér voorspellingen. Enerzijds omdat de vraag naar voorspellingen juist in onzekere tijden toeneemt. En anderzijds omdat we aannames moeten doen, bijvoorbeeld over de verwachte duur en ernst van een pandemie. Omdat die aannames zo onzeker zijn, rekenen we vervolgens extra scenario’s door die zijn gebaseerd op weer ándere aannames. Zo maakten we scenario’s voor langere coronalockdowns, en voor escalatie van de oorlog in Oekraïne.
Juist in onzekere tijden is scenario-denken essentieel. Want stel dat energieprijzen en inflatie gedurende lange tijd hoger blijven dan we nu voorspellen, wat betekent dat dan voor economische groei en werkloosheid? En voor de verschillende sectoren? En hoe kunnen ondernemers, overheid en banken hierop inspelen? Lees dus gerust onze voorspellingen. Maar dan wel allemaal. En neem nooit één voorspelling als de waarheid aan.
De auteur is econoom bij RaboResearch.