Europees Parlement wil wel strengere regels rondom probleemwolf
De Nederlandse overheid zegt dat EU-regels de wolf zo strikt beschermen, dat beheer geen optie is. Het Europarlement wil de status van de wolf echter dusdanig veranderen, dat afschieten wel mogelijk wordt. En eigenlijk mag het nu al.
„Dit wordt een drama”, zegt CDA-Europarlementslid Annie Schreier-Pierik. De politica, die onlangs door het AD werd omschreven als „de geliefkoosde stem van het Twentse platteland”, is uitgesproken: „Er komen steeds meer wolven bij. Als we niet gaan afschieten, is het wachten op het eerste menselijke slachtoffer.”
Hoe anders was de situatie zo’n dertig jaar geleden. De wolf kreeg toen als ernstig bedreigde diersoort in Europa zijn strikte beschermingsstatus. Daardoor mocht het dier niet zomaar meer worden afgeschoten. Die strenge regels werkten. In drie decennia groeide de bijna uitgestorven Europese populatie aan tot zo’n 20.000 wolven.
„Goed nieuws”, vindt Europarlementslid voor de Partij voor de Dieren (PvdD) Anja Hazekamp. De wolf hoort volgens haar helemaal in de Europese natuur. „Ooit leefden op heel ons continent wolven. Ook in Nederland. De laatste wolf werd hier in de 19e eeuw gedood. Nu vinden de dieren hun weg weer terug. Dat is mede te danken aan de strikte beschermingsstatus die de wolf onder Europese regels kreeg.”
SGP-Europarlementslid Bert-Jan Ruissen vindt de toename juist zorgelijk. „De populatie groeit en groeit. Dit leidt tot een onhoudbare situatie. Nu er ruim 20.000 Europese wolven zijn, kun je nog moeilijk volhouden dat hij hier bedreigd is en strikte bescherming verdient.”
Nederland
Ook in ons land neemt het aantal wolven in rap tempo toe. Terwijl de eerste wolf nog geen vijf jaar geleden in ons land werd gespot, schat BIJ12, de organisatie die de populatie in ons land bijhoudt, het aantal gevestigde wolven op dit moment al op vier roedels en een tiental zwerfexemplaren. Bovendien zouden tot september dit jaar minimaal zestien welpen in ons land geboren zijn, blijkt uit tussentijdse rapportage door BIJ12.
Die groeiende populatie wolven wil ook eten en daarbij beperken ze zich niet tot wild. Hoewel het dieet van de wolf volgens de Dierenbescherming slechts voor 1 procent uit vee zou bestaan, blijkt uit gegevens van BIJ12 dat hij in de eerste tien maanden van 2022 in ons land tenminste 713 landbouwhuisdieren, vooral schapen, als prooi uitkoos.
„De wolf is geen lief beest”, zegt CDA’er Schreijer-Pierik: „Op jacht maakt hij niet het onderscheid tussen een ree, een kalf of zelfs een mens.” Ook Ruissen signaleert dat de wolf tot grote problemen leidt: „Zeker in het dichtbevolkte Nederland, met veel vee, leidt de komst van het dier tot grote conflicten.”
PvdD’er Hazekamp is het hiermee oneens: „De mens doodde dit jaar in ons land honderden miljoenen kippen, koeien en varkens. Iemand die zegt dat we vee moeten beschermen tegen de wolf, zou zich mét ons moeten inzetten om dieren te beschermen tegen de mens.”
In Nederland mogen nu geen beheersmaatregelen tegen de wolf worden getroffen. Wie wel een wolf doodt, riskeert 20.000 euro boete. De overheid ziet beheer niet als optie, „omdat Europese regels de wolf strikt beschermen”.
Volgens Schreijer-Pierik en Ruissen is dit onzin en bieden de richtlijnen wel degelijk een aantal aanknopingspunten om de wolf te beheren. Volgens hen zou de Nederlandse overheid zelf te terughoudend zijn met het afschieten van het roofdier. Ze hebben Europese richtlijnen in de Wet Natuurbescherming vertaald, waarin alles nog strikter staat geformuleerd.
Andere EU-lidstaten maken wel gebruik van de bestaande uitzonderingsgronden in de Europese richtlijnen. Zo bejagen de Zweden en Finnen actief de 400 wolven die in Lapland leven met een jaarlijks afschot van 40 tot 80 dieren. Schreier-Pierik: „In Zweden en Finland kan het wel, maar in Nederland doen we het gewoon niet.”
Resolutie
Ondanks dat er in de EU wolven worden afgeschoten, zouden overheden toch nog terughoudend zijn met het beheer van de wolf meent Ruissen: „Als je wilt beheren, moet je daar later verslag van afleggen. Overheden zijn dan bang om op de vingers getikt te worden als ze te onzorgvuldig waren met beheren.”
Om het voor EU-lidstaten makkelijker te maken, brachten de conservatieve ECR en de christendemocratische EVP, de fracties waartoe Ruissen en Schreijer-Pierik behoren, in november een gezamenlijke resolutie met wijzigingsvoorstellen in stemming in het Europarlement. Ruissen: „Ik vind dat Europa overheden voldoende instrumenten in handen moet geven om op te treden als dat nodig is. Die ruimte is er onder de huidige EU-regels in de praktijk onvoldoende.”
Met de voorstellen roepen de indieners de Europese Commissie op om „de beschermde status van strikte naar eenvoudige bescherming te verlagen, zodra de gewenste conservatiestatus bereikt is”.
PvdD’er Hazekamp vindt het voorstel getuigen van „extreme kortzichtigheid”. Volgens haar bevat het eigenlijk een oproep om de wolf opnieuw, met behulp van jachtgeweren, uit te roeien. „Wie voor zulke middeleeuwse praktijken pleit, heeft door de eeuwen heen weinig vooruitgang geboekt.”
De meeste Europarlementsleden denken daar echter anders over en stemmen in november voor de resolutie. Het is nu aan de commissie om met daadwerkelijke wetsvoorstellen te komen om het beheer van de wolf makkelijker te maken. Ruissen: „Het Parlement heeft in ieder geval een krachtig statement afgegeven, wat de commissie niet zomaar naast zich neer kan leggen.”