Kerk & religie

Predikant Joseph Hart, nu vergeten, was ooit een beroemd dichter

Van de 222 hymnen die de 18e eeuwse Britse evangelical Joseph Hart schreef, geniet er nog maar één bekendheid. Dat neemt niet weg dat we van deze theoloog veel kunnen leren, vindt promovendus Brian Najapfour.

9 December 2022 19:53Gewijzigd op 10 December 2022 15:10
Brian Najapfour (l.) met paranimf (en schoonvader) Bartel Elshout, beeld RD, Anton Dommerholt
Brian Najapfour (l.) met paranimf (en schoonvader) Bartel Elshout, beeld RD, Anton Dommerholt

Joseph Hart? „Nooit van gehoord”, zullen zelfs mensen met veel interesse in de kerkgeschiedenis zeggen. Toch was deze Britse evangelical, geboren in 1712, in zijn tijd beroemd. Wel twintigduizend mensen woonden in 1768 zijn begrafenis bij. Als hij preekte, zat de kerk stampvol. De 222 hymnen die hij schreef, werden in de 18e eeuw door talloze christenen in diverse denominaties gezongen. De anglicaan John Newton bewonderde Hart. En tot in de 19e eeuw toe noemde en citeerde iemand als Charles Haddon Spurgeon in zijn preken deze nu zo goed als vergeten Londense independent.

Joseph Hart? Ook Brian Najapfour (42) had tot 2010 „nooit van hem gehoord”. De op de Filippijnen geboren theoloog groeide op in een rooms-katholiek gezin. „We gingen slechts af en toe naar de kerk.” Door contacten met een baptistenprediker kwam hij rond zijn zestiende tot persoonlijk geloof. Hij ging theologie studeren, werd in 2001 op de Filippijnen predikant en ontdekte de Reformatie, het calvinisme en de puriteinen. In 2006 begon hij in Grand Rapids een studie aan het door dr. Joel Beeke gestichte Puritan Reformed Theological Seminary. Hij trouwde met Sarah, dochter van ds. Bartel Elshout; het echtpaar kreeg vijf kinderen.

Net als zijn schoonvader werd Najapfour predikant in de Heritage Reformed Churches. Momenteel dient hij de circa driehonderd leden tellende gemeente van Jordan (Ontario, Canada). „Van terugkeer naar de Filippijnen is het niet meer gekomen. God leidde mijn leven in Zijn voorzienigheid anders.”

Wat boeide u –toen u op zeker moment op de naam van Joseph Hart stuitte– zodanig in deze persoon dat u afgelopen woensdag aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) op hem promoveerde?

„Het verraste me dat hij ooit zó beroemd was en nu zó vergeten. Verder raakten zijn hymnen mijn hart. Zeker ook het lied dat als enige nu nog enige bekendheid geniet: ”Come, ye sinners, poor and wretched, weak and wounded, sick, and sore; Jesus ready stands to save you…” (”Komt, gij zondaren, arm en ellendig, zwak en verwond, ziek en bedroefd; Jezus staat gereed om u te redden…”).

Ik wilde meer over hem weten, wat dit jaar resulteerde in mijn proefschrift ”Joseph Hart (1712-1768) and his contribution to the early British evangelical movement” (”Joseph Hart en zijn bijdrage aan de vroege Britse evangelicale beweging”). Dit is de eerste promotie ooit op deze man. In 1910 verscheen het laatste substantiële boek over hem.”

Waaruit bestond de bijdrage van Hart aan de vroege evangelicale beweging?

„Door de gezangen die hij schreef en publiceerde, droeg Joseph Hart sterk bij aan de verspreiding van het gereformeerde geloof en de gereformeerde spiritualiteit binnen de evangelicale beweging in Groot-Brittannië en daarbuiten. Zijn boekje kreeg 21 herdrukken. De 222 hymnen die erin staan, vormen een bevindelijke beschrijving van de calvinistische heilsleer. Overigens werden ze in zijn tijd nog niet gezongen in zondagse erediensten, maar alleen daarbuiten.

Boeiend is verder dat in de liederen duidelijk terug te vinden is hoe Harts levensgang was. Hij kwam pas betrekkelijk laat tot bekering, dat wil zeggen tot de zekerheid van het geloof. In 1757, dus toen hij 45 was, maakte hij een geestelijke ommekeer mee, waarna hij in 1760 predikant werd in een onafhankelijke gemeente, gevestigd aan de Jewin Street in Londen. Eerder in zijn leven kende hij een zeer wettische en een antinomiaanse periode. Tegen die zaken waarschuwt hij in zijn hymnen. Zoals hij daarin ook het arminanisme én het hypercalvinisme, dus de gedachte dat onbekeerde mensen niet de plicht hebben om het Evangelie te beantwoorden, onder kritiek stelt. Jezus is zeer gewillig om zondaren die in hun nood tot Hem vluchten te redden, schrijft hij in veel van zijn hymnen.”

Zingt úw gemeente ’s zondags hymnen?

„Nee, tijdens de erediensten zingen we alleen psalmen. Wel zingen we ze in andere bijeenkomsten en in onze gezinnen. Toch duiken 18e eeuwse hymnen in erediensten van bevindelijk gereformeerden nog regelmatig op – al beseft men dat niet altijd. Wanneer een gemeente bijvoorbeeld ”O God, our Help in ages past” (”O God, Die droeg ons voorgeslacht”) zingt, geënt op psalm 90, zingt ze een van de hymnen van Isaac Watts. Dit laat zien hoe de 18e-eeuwse hymnodie het psalmboek van protestanten is binnengedrongen.”

Waarom schreef Hart eigenlijk hymnen?

„Zijn diepste motivatie was een pastorale: zondaren tot Christus brengen. De pastorale bewogenheid van Hart blijkt trouwens ook uit het feit dat hij zich in Londen ontfermde over weeskinderen en ervoor zorgde dat zij voedsel, kleding, onderdak en scholing kregen. Mogelijk was hij op dit idee gebracht door zijn contact met George Whitefield, de bekende opwekkingsprediker, die eveneens een weeshuis stichtte. Leer en leven gingen bij Joseph Hart hand in hand.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer