Dit artikel is partnercontent.
Voor veel vrouwen die ongewenst zwanger raken, lijkt abortus de enige oplossing. Ze hebben vaak niet de financiële middelen om voor hun kindje te zorgen of ze hebben bijvoorbeeld geen toegang tot goede zorg of woonruimte. In sommige gevallen dringen partner en ouders op een abortus aan. Hannah is zo’n vrouw voor wie abortus de enige uitweg leek. Hoe liep haar zwangerschap af?
Vanuit de Maxi-Cosi klinken vrolijke geluidjes. Wesley, nu negen maanden oud, lacht trots zijn twee ondertandjes bloot. Zijn moeder Hannah (37) maakt het riempje los en neemt hem op schoot. Ze aait hem over zijn kroezige kopje.
Ruim een jaar geleden zat Hannah in de wachtkamer van een abortuskliniek. Om hetzelfde kindje dat ze nu op haar schoot heeft, te laten aborteren. In het kantoor van Schreeuw om Leven in Hilversum doet ze haar verhaal.
„Ik heb een heel fijne jeugd gehad. Mijn ouders zijn allebei geboren in West-Afrika, en hebben elkaar in Frankrijk ontmoet. Vanwege het werk van mijn vader zijn we in Nederland gaan wonen. Ik ben dus in Nederland opgegroeid, in een warme omgeving.
Mijn ouders stonden altijd achter me, maar over relaties en seksualiteit werd nooit echt gepraat. Daarvoor kon ik terecht bij mijn oma, die me alles vertelde wat ik moest weten. Thuis was het onderwerp toch grotendeels taboe.
Carrière
Tot in mijn tienerjaren was ik dan ook totaal niet met relaties bezig; ik was druk met school en carrière. Wel droomde ik ervan om later een mooi gezinnetje te hebben. Ik deed de mbo-opleiding Communicatie en daarna de hbo-opleiding Fysiotherapie. Toen ik negentien was, raakte ik zwanger van mijn oudste, een zoon. In mijn vierde studiejaar werd ik zwanger van mijn dochter, waardoor ik mijn opleiding niet af kon maken.”
Na de geboorte van haar dochter richtte Hannah zich vooral op haar werk als communicatiemedewerker bij een lokale gemeente. De relatie met de vader van haar dochtertje liep stuk. „Na de geboorte van mijn dochter wilde ik geen kinderen meer, omdat ik er alleen voor stond. Ik moest eerst financieel onafhankelijk zijn.”
Toch kwam ze na zes jaar weer in contact met haar ex-vriend, de vader van haar dochter. „Het gevoel was niet meer helemaal hetzelfde, maar toch hadden we intens contact. Ik sprak hem bijna dagelijks. We wilden allebei geen kinderen meer. Ook hij was er financieel niet aan toe, zei hij. Maar na een tijdje was ik toch bang dat ik zwanger was.”
Samen met de vader deed ze een zwangerschapstest. Die bleek positief te zijn. „Mijn eerste reactie was: dit kan niet, ik kan dit niet. De vader zei niet zoveel, alleen dat het mijn beslissing moest zijn of ik het kindje wilde houden of niet.”
„Ik besloot om voor een abortus te kiezen. De vader wilde niet mee, dus ik moest het maar alleen doen. Ik dacht: dat doe ik wel even. Maar toen ik bij de verloskundige kwam –ik was toen negen weken en drie dagen zwanger– zag ik op de echo dat het echt al een kindje was. Mijn hart smolt. Vanaf dat moment ging ik twijfelen.”
Toch wilde Hannah de abortus doorzetten. „Ik kon het er met niemand over hebben. Mijn familie wist niet dat ik in verwachting was, omdat ik het kindje toch zou laten aborteren, zoals ik met de vader had afgesproken. Bij hen kon ik dus ook niet terecht. Ik was inmiddels al ruim 16 weken zwanger. De abortuskliniek had een wachtlijst, dus ik moest nog langer wachten.
Uiteindelijk heb ik toch tegen de vader verteld dat ik twijfelde. Het is een mensje, een leven, en wie ben ik om dat weg te laten halen? De vader werd boos en vertelde me dat ik er dan maar alleen voor moest zorgen. We wilden geen relatie aangaan of iets forceren om maar een gezin te vormen. Toen besloot ik toch maar weer om de abortus door te zetten: dat was voor iedereen beter.”
Alleen
Al die tijd voelde Hannah zich vooral alleen. „Ik had niemand met wie ik erover kon praten, omdat niemand wist dat ik in verwachting was. Ik ging op internet zoeken naar iemand bij wie ik gewoon even mijn hart kon luchten. Zo kwam ik uiteindelijk bij Schreeuw om Leven terecht, en kwam ik in contact met Anne-Mieke van Helden.”
Anne-Mieke bleef in contact met Hannah, vroeg haar wat ze nodig had. Ondanks deze steun kon Hannah niet over de problemen van een derde kindje heen kijken. „Je ziet alleen de bergen bezwaren, je ziet dat je alleen bent en dat je het financieel allemaal niet aan kunt. De hormonen gieren door je lijf, waardoor je waarschijnlijk ook niet helemaal helder na kunt denken.”
Aan de andere kant van het verhaal bevinden zich Kees en Anne-Mieke van Helden, de directeur van Schreeuw om Leven en zijn vrouw. Kees, die even is aangeschoven bij het interview, vertelt: „Mijn vrouw en ik hadden beloofd om de avond voordat Hannah haar abortusafspraak had, bij een lezing te zijn van een vrouw die wij begeleid hadden. Zij had een abortus laten uitvoeren in de kliniek waar Hannah haar afspraak had. Toen ik ’s avonds uit mijn werk thuiskwam, was ik ontzettend moe. Maar ik durfde niet tegen Anne-Mieke te zeggen dat ik liever thuis zou blijven. En dus gingen we naar de lezing.
Tijdens die avond vertelde de vrouw heel open over hoe de behandeling bij de abortuskliniek in zijn werk ging en over de hoeveelheid negatieve impact die de abortus op haar leven erna had. Het was al tegen twaalven toen ik Anne-Mieke naast me zag zitten appen met iemand. Ik viel een beetje knorrig tegen haar uit: „Wie zit je nu midden in de nacht nog te appen!”
Gebed
Het bleek dat Anne-Mieke met Hannah aan het appen was, omdat haar abortus in dezelfde kliniek gepland was. Kees: „Ze vroeg of Hannah misschien even met de vrouw die de lezing gaf, wilde praten. Dat wilde ze wel. De twee vrouwen hebben wel een halfuur via de telefoon met elkaar gesproken. In een ander zaaltje hebben we dit gesprek in gebed gebracht, en gevraagd of God het wilde zegenen.”
Toen Kees en Anne-Mieke om twee uur ’s nachts eindelijk op weg naar huis waren, biechtte Kees op dat hij van tevoren eigenlijk liever thuis was gebleven. „Anne-Mieke vertelde me dat ze ook echt geen zin had, maar dat ze voor mij haar mond had gehouden. Als een van ons dit had uitgesproken, waren we thuisgebleven en hadden Hannah en de spreker niet met elkaar gepraat. We hebben echt ervaren dat we daar moesten zijn.”
Op de dag van de abortus ging de vader uiteindelijk toch mee naar de kliniek. Hannah: „We zijn allebei rooms-katholiek opgevoed, met de overtuiging dat abortus niet goed is. Toen we naar de kliniek gingen, zag ik dat hij het er toch ook wel moeilijk mee had. Ik was ook al 21 weken zwanger. Toen ik in de wachtkamer zat, wilde ik het liefst wegrennen. Er heerste zo’n bedrukte stemming.” De twijfel –ook na het gesprek van de nacht daarvoor– knaagde, maar toch zette ze door.
„De abortusarts maakte eerst een echo, voordat de hele procedure van start ging. Hij vroeg aan me: „Dus het is niet gewenst?” Toen brak ik en barstte in huilen uit. De arts zei: „We proberen vrouwen hier te helpen, maar als je ergens niet achter staat, gaat een abortus je niet helpen. Een abortus is bij wijze van spreken een wond in je hart en als je er niet volledig achter staat, geneest die wond niet, maar gaat hij etteren.” Hij vroeg me om met de vader van het kindje even twintig minuten naar buiten te gaan om over mijn beslissing na te denken. Die zei me dat hij het kindje echt niet als het zijne wilde zien.
Vlak bij de kliniek stond een bankje, waarop ik heb nagedacht over mijn beslissing. Er ging zoveel door me heen. Ik dacht: wat zou mijn oma ervan vinden? Zij zou een abortus zeker heel erg hebben gevonden. Toen kon ik de beslissing nemen. Ik wist niet hoe ik het moest doen, maar ik zou mijn kindje houden! Direct na die beslissing viel er een soort last van me af. Ik wist zeker dat ik de juiste keuze had gemaakt.”
Toen Hannah thuiskwam, belde ze direct Anne-Mieke op. „Zij heeft me toen gekoppeld aan Karin, mijn buddy. Door het sponsorplan van Schreeuw om Leven kreeg ik alle luiers en een deel van de babyspullen vergoed. Karin komt regelmatig bij me langs om te kijken hoe het gaat en ik kan haar altijd bellen of appen.”
Na haar beslissing durfde Hannah eindelijk aan haar familieleden en vrienden te vertellen dat ze in verwachting was. „Ze waren allemaal superblij en trots op me dat ik het kindje heb gehouden. Achteraf schaam ik me dat ik überhaupt heb nagedacht over de optie van een abortus. Ik zou me geen leven zonder mijn zoontje kunnen voorstellen.”
Wesley smult intussen van zijn babyvoeding. Tussen de hapjes door laat hij een brede grijns zien.
Hannah: „Ik zou tegen alle jonge vrouwen willen zeggen dat een kind krijgen het mooiste is wat je kan overkomen. Ook al zie je het nu niet, er zijn altijd mensen die je willen steunen. Dat ik nu mijn verhaal doe, is mijn bijdrage aan vrouwen in nood. Ik hoop dat Schreeuw om Leven nog veel levens mag redden.”
In werkelijkheid heten Hannah en Wesley anders.
Gebrokenheid
Jos Leijenhorst, directeur van Pro Life: „Het onderwerp abortus roept verhitte reacties op. Begrijpelijk, het gaat om vrijheid en verworven vrijheden. Het gaat ook over leven en dood, over de gebrokenheid van het leven.
Mijn overtuiging is dat het veroordelen van mensen geen verandering brengt. Het indringende verhaal van Hannah en Wesley laat zien hoe iemand opgesloten kan zitten in een onmogelijke keuze. Het laat ook zien dat deze abortusarts vanuit zijn overtuiging Hannah wilde helpen door zelf aan te dringen op heroverweging. Ook zie je in haar verhaal dat er hulp is waar je bij ongewenste zwangerschap misschien niet van op de hoogte bent.
Behalve mijn appel niet te oordelen, is mijn oproep ook kritisch te zijn op tijdsgeest. Sociale normen komen niet van binnenuit, maar worden bepaald door wat we anderen zien doen. Als samenleving moeten we abortus nooit normaal gaan vinden. Het leven is niet maakbaar en het leven mag van ons vragen dat we eigenbelang ondergeschikt maken.
Ik geloof dat God geen wereld voor ogen had waarin kinderen worden geaborteerd. Tegelijk wil ik geen oordeel uitspreken over vrouwen die in wanhoop en uitzichtloosheid kiezen voor abortus. Mijn verlangen is een samenleving waarin andere oplossingen zijn dan abortus. Onder andere Schreeuw om Leven laat zien dat dat heel vaak kan.”
Meer informatie over de zorgverzekeringen van Pro Life:
Er is Hulp
Ben je bang dat je zwanger bent? Denk je aan een abortus? Of heb je verdriet of spijt van een abortus die je in het verleden hebt laten uitvoeren?
Meisjes en vrouwen die worstelen met één van deze vragen kunnen steun en begeleiding kunnen krijgen van hulpverleningsorganisatie Er is Hulp.
Er is Hulp, onderdeel van Schreeuw om Leven, biedt al sinds 2000 hulp aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn of die een abortusbehandeling hebben laten uitvoeren.
Meer informatie over deze organisatie is te vinden op de website . De hulpverleners zijn ook altijd bereikbaar via contact@erishulp.nl.