Meditatie: Eenvoudig onderwijs
„Jezus zei tot hem: Die gewassen is, heeft niet van node dan de voeten te wassen, maar is geheel rein. En gijlieden zijt rein, doch niet allen.”
Johannes 13:10
De voeten van Petrus waren gewassen. Nu lette Petrus in het geheel niet op deze weldaad; zijn voeten werden natgemaakt en afgedroogd. Om deel met de Heere te hebben, wilde hij een grote plas water zien, die over zijn hoofd en lichaam heen ging. Hij zag echter niet op het hart en op de hand des Heeren. De Heere zegt daarom tot hem dat hij gewassen is, omdat Hij hem de voeten had bevochtigd, en dat hij geheel rein is, omdat de Heere dat gedaan heeft. Dat is nu het verhevene en nochtans eenvoudige geloofsartikel. Het ongeloof wil het kunnen bezien, moet het als het ware kunnen tasten en voelen. Het moet er dikwijls over gegaan zijn, zó wil men dan wel deel hebben aan de Heere. Het gehele verkeerde en verdraaide hart moet uit de mens weggenomen zijn, zodat hij een geheel vroom hart heeft. Met alle zondige overleggingen, lelijke en godslasterlijke gedachten moet het uit zijn, zodat men niet dan hemelse gedachten heeft. Men wil in alle opzichten zó heilig zijn dat ook de geringste begeerte of de minste gedachte tegen Gods Wet in het hart niet opkomt. Men wil het kunnen overzien dat men nu waarlijk de gewenste heiligmaking heeft, en een grote voorraad van goede werken nog daarenboven. En de zonde, waarmee men zo veel te strijden had, de innerlijke kwelling des harten, moet als uitgesneden zijn.
H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld (”Lijdensstoffen”, 1849)