Meditatie: Met Christus gekruisigd
„Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen.”
Johannes 12:24a
Zoals er een gelijkheid is tussen alle tarwegraankorrels, zo is er ook een gelijkheid tussen Christus en Zijn medeërfgenamen. In alle gelovigen is iets van Hem te vinden. In allen straalt Zijn beeld en gelijkenis uit. Hij is de Eerstgeborene onder vele broeders. En zij worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid.
In de tekst zien wij, als in een duidelijke spiegel, wat een christen verplicht is te doen. Christus is door lijden geheiligd en door de dood ingegaan in het eeuwige leven. Zó moeten ook de leden van Jezus’ lichaam hun Hoofd hierin volgen. Niet als verdienste, hetzij geheel of gedeeltelijk, integendeel! Jezus heeft de schuld volkomen __ betaald door Zijn lijden en kruisdood. Maar Gods gunstgenoten kunnen niet ingaan in het eeuwig zalig leven, dan alleen door het afsterven van de oude mens. Die moet gekruisigd worden. Het lichaam van de zonde en de dood moet afgelegd worden. Christus gaf Zich gewillig en zonder tegenspreken over tot allerlei lijden en bittere verdrukking. Zo moet ook een leerling van Christus gewillig zijn om zich te onderwerpen en om alles wat God over hem brengen zal met vreugde te omhelzen en te dragen. Maar zoals op de dood van Christus Zijn zegevierende opstanding en eeuwige heerlijkheid onmiddellijk gevolgd is, zo zal het óók bij Zijn volk zijn. In de dood van de oude mens, is de opstanding tot een nieuw leven. In lijden en kruis, liggen eer en heerlijkheid.
Frederik van Houten, predikant te Middelburg (“De noodzaak van Christus’ dood”, Reveilserie nr. 202, maart 1984)