Dit Urker team coördineerde de zoekactie in Ederveen
Met man en macht wordt er begin deze week gezocht naar de vermiste Hanna uit Ederveen. Het Coördinatie Platform Vermissing (CPV) speelt een grote rol. Hoe gaat deze Urker organisatie te werk?
Woensdag, eind van de middag. Een golf van opluchting gaat door Ederveen, door de gereformeerde gezindte, door Nederland. De 24-jarige vrouw die sinds dinsdagochtend was vermist is gevonden. Berichten over haar vermissing werden massaal gedeeld op sociale media. Velen leefden mee. Zo’n 250 mensen kamden de omgeving uit. Deze vrijwilligers werden aangestuurd door het CPV, dat een commandopost opzette op het parkeerterrein van de gereformeerde gemeente in Nederland in de Gelderse plaats.
Hoe gaat zo’n zoektocht in zijn werk?
Woensdag rond 10.00 uur krijgt het CPV het verzoek mee te doen aan de zoektocht. Op dat moment treedt er direct een vast protocol in werking, legt voorzitter Teun Hakvoort uit. „We zetten een bericht in de groepsapp van ons team, dat bestaat uit zestien personen. Wie beschikbaar is geeft dat direct aan. Veel leden van het team zijn ondernemer. Mensen in loondienst kunnen worden vrijgesteld van werk als dat nodig is.”
Catering
In dit geval vertrekken acht teamleden woensdagmorgen in allerijl naar Ederveen. „We hebben een compleet ingerichte materiaalwagen waar alles in zit wat we nodig hebben voor de centrale post. Iedereen heeft een taak. De een zorgt voor zoekkaarten, online en op papier. Rond de locatie waar de vermiste persoon het laatst is gezien, trekken we een cirkel. Die wordt steeds groter naarmate de tijd verstrijkt. Een volgend teamlid maakt flyers die de vrijwilligers kunnen gebruiken tijdens het zoeken. Een derde zorgt voor de catering.”
Het CPV gaat niet op ieder verzoek in. „We krijgen weleens een hulpvraag van iemand wiens kind voor het laatst op een treinstation is gezien. Dan wordt het voor ons lastig, omdat we in zo’n geval geen idee hebben waar iemand is en geen zoekgebied hebben dat we kunnen uitkammen.”
Iedere vrijwilliger die mee wil zoeken –minimumleeftijd achttien jaar– moet een reglement doorlezen en ondertekenen. Vervolgens deelt een coördinator van het CPV de vrijwilligers in een zoekgroep en zoekgebied in. „Zo weten wij direct waar iemand zit als die informatie doorgeeft.”
Belangrijkste instructie die de vrijwilligers meekrijgen: zoek alsof het je eigen kind is. „Hier bedoelen we mee dat iedereen echt intensief moet speuren”, legt Hakvoort uit. „Niet dat je alleen maar over een fietspad bent gereden, maar dat je ook de berm naast het fietspad checkt. En dat je ook in een sloot kijkt.”
Een andere stelregel komt om de hoek kijken als een vrijwilliger iets of iemand vindt. „Op zo’n moment moet een zoeker afstand houden, zodat er geen eventuele sporen verloren gaan en à la minute 112 bellen of de centrale post. Ook drukken we vrijwilligers op het hart de privacy van de vermiste te respecteren en dus bijvoorbeeld geen foto’s of berichten op sociale media te delen.”
Ontlading
In het geval van Ederveen wordt de vermiste vrouw gevonden, woensdag aan het eind van de middag. „Dan is er bij ons een stukje ontlading. Daar doe je het voor: dat je de vermiste weer terug kan geven aan de familie. Soms is het droevig. Bijvoorbeeld als de familie je komt bedanken voor de hulp, terwijl je niemand hebt gevonden.”
„Je wilt niet dat een vrijwilliger door een plaats delict heen loopt” - Izanne de Wit, landelijk coördinator persoonsvermissingen
Ongeveer eens in de maand coördineert de CPV een zoekactie. De organisatie bestaat enkel uit vrijwilligers, maar die hebben wel trainingen gevolgd bij de politie. De kiem voor het platform wordt gelegd in 2009, als de zoon van de huidige secretaris, Wim Koster, vermist raakt. De Urker jongen blijkt later te zijn vermoord. Een paar jaar later, in 2016, is er opnieuw een vermissing in Urk. Koster doet een oproep om te komen zoeken. Binnen een paar uur staan er 300 tot 400 mensen paraat. „Toen heeft de politie gezegd: Wat jullie hier met zo’n klein team hebben gedaan is uniek. Dat jaar nog hebben we de CPV opgericht en zijn we gaan samenwerken met de politie.”
Plaats delict
De zaak van Anne Faber, in 2017, was een keerpunt in de inzet van burgerzoekteams, zegt Izanne de Wit, landelijk coördinator persoonsvermissingen bij de politie. „Sindsdien heerst bij de politie het besef dat we in bepaalde zaken samen met de burger moeten optrekken.”
Burgerzoekteams bestaan al decennia, zegt De Wit. Maar veel structuur in de inzet van deze teams door de politie was er niet. Dat is de laatste jaren veranderd. „Bij een vermissing is het niet meer dan logisch dat burgers mee willen zoeken. Als politie kunnen we dat niet tegenhouden. Tegelijk willen we wel graag de regie houden. Want je wilt niet dat een vrijwilliger door een plaats delict heen loopt. Er is dus goede coördinatie nodig.”
„Door het CPV kunnen honderden mensen meezoeken; zo veel agenten kunnen wij nooit van hun dienst halen” - Izanne de Wit, landelijk coördinator persoonsvermissingen
Inmiddels heeft de politie convenanten gesloten met vijf burgerzoekteams. Naast het CPV zijn dat de eveneens Urker Stichting Opsporings Apparatuur Drenkelingen (SOAD), het Veteranen Search Team (VST), de Stichting Inzet Reddingshond Nederland (SIN) en het netwerk Ready2Help van het Rode Kruis.
De Wit is enthousiast over de samenwerking. „Het zijn stuk voor stuk heel waardevolle partners. De SIN heeft bijvoorbeeld zo’n 140 burgerhonden die gecertificeerd zijn voor het speuren naar menselijke geuren. Prachtig, dat mensen voor zulke doeleinden elke zaterdag met hun hond willen trainen. En door het CPV kunnen honderden mensen op een gestructureerde manier mee helpen zoeken. Zo veel politiemensen zouden wij nooit van hun dienst kunnen halen.”