Opgepept door pop
Halverwege het gesprek is Koos zichtbaar geraakt. „Dus jij voelt je in de muziek beter begrepen dan in de kerk?” Jos: „Ja.” Lotte: „Ik zie mensen vaker huilen bij een mooi popnummer dan onder de preek.” Heidi: „Bij popmuziek wordt alles zo aantrekkelijk gemaakt, dat je er sneller naar gaat luisteren dan naar een preek.” Jacco: „Jantje Smit gaat er bij mij uit.”
Vier reformatorische jongeren die soms of vaak naar popmuziek luisteren gaan op uitnodiging van deze krant in gesprek met ex-discjockey Koos de Jong. Het gesprek vindt plaats in Doorn, bij Koos thuis.
In een voorstelrondje geven de jongelui aan waar ze staan op muziekgebied.
Lotte: „Ik luister allround: klassieke muziek van Bach, maar ook de Top 40. Verder maak ik zelf muziek. Ik speel saxofoon en gitaar en ik zing. Misschien ga ik zang studeren.”
Jacco: „Ik luister niet heel veel naar pop. Een paar keer per maand, en dan vooral Nederlandstalig van bijvoorbeeld Jan Smit of Marco Borsato. Doordat ik al vanaf m’n zesde in het Holland Boys Choir zing, ben ik eigenlijk meer met klassieke muziek bezig.”
Heidi: „Ik luister op de fiets vaak naar pop. En tijdens m’n werk bij de slager zet ik vaak Radio 538 aan. Maar ik kan ook genieten van een mannenkoor dat geestelijke liederen zingt.”
Jos: „Ik heb vroeger naar van alles geluisterd: trance, dance, heavy metal, death metal, hardcore. Tegenwoordig luister ik eigenlijk vooral naar rockmuziek, heel af en toe nog naar metal. Eén keer heb ik een cd met klassieke muziek geluisterd, omdat het moest.”
Koos: „Kijk maar uit met die harde rockmuziek. Gehoorbeschadiging komt altijd later. Ik heb er al jaren last van. Zo’n mp3-speler bouwt een enorme oordruk op, hoger dan een grote geluidsinstallatie. Miljoenen buisjes en haartjes in je oren worden weggeblazen.”
Ook Koos stelt zich voor. „Tien jaar lang was ik discjockey in dancings en zat ik in het nachtleven. Het ging bij mij om drank, vrouwen en geld. Maar door de genade van de Heere ben ik er in 1984 uitgehaald.”
Jacco: „Luistert u nu nog wel eens naar popmuziek?”
Koos: „Nooit van m’n leven meer. Verschrikkelijk! Ik heb al m’n platen verbrand. En weet je wat het mooie is? Ik kreeg een cassettebandje van het Van Lodensteinkoor, waarop een meisje heel mooi Psalm 116 zingt: „God heb ik lief.” Twee jaar lang reed ik met dat bandje in m’n auto rond. Ik heb me erover verbaasd dat de Heere m’n muzieksmaak heeft willen veranderen.”
Energie
Voordat het gesprek begint, leest Koos enkele verzen uit Kolossensen 3: „Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn.” Hij doet een gebed en zegt daarna: „Het is zo belangrijk vanuit welk referentiekader je over popmuziek praat. Het gaat er niet om wat wij fijn of mooi vinden, maar wat de Heere ervan vindt.”
Tegen Heidi: „Op catechisatie gaat het bij jou niet over Radio 538. Waarom zet je dan toch bij de slagerij die radio aan? Heb je dat nodig?”
Heidi: „Ik heb het niet nodig. Het gaat automatisch, je wordt erin meegesleurd. Soms vind ik een nummer eerst vreselijk, maar naarmate je het vaker hoort, wordt het steeds mooier. Met popmuziek erbij werk ik lekkerder. Het geeft energie.”
Koos: „Als ik jouw baas was, zette ik zes radio’s neer. Daar ga je harder van werken.”
Lotte: „Maar dat geldt niet alleen voor pop. Muziek geeft sowieso energie. Het is zo ontzettend mooi hoe melodieën samenklinken tot een heel nummer. Het zit vaak zo geniaal in elkaar. Dat komt volgens mij van God. Hij geeft dat talent.”
Koos: „Tjonge, jij kijkt als een kunstenares naar muziek. Daarin ben je dus niet representatief. De meeste jongeren, 95 procent, consumeren muziek omdat het lekker voelt. Ze weten niet eens welke teksten er klinken.”
Lotte: „Ik vind het juist belangrijk om naar de teksten te kijken. Als ze niet passen bij mijn identiteit, luister ik ze niet.”
Koos: „Maar hoe bepaal je dat dan?”
Lotte: „Ik denk dat je God met alle muziekstijlen kunt eren. Het hangt heel erg van de artiest af. Als hij een christen is, ga ik ervan uit dat de tekst acceptabel is. En wat betreft de Top 40: met de meeste liedjes is volgens mij niet zo veel mis.”
Jan Smit
Volgens Jacco is niet zo heel veel popmuziek onschuldig. „Vijfennegentig procent van de popmuzikanten eert God niet. Daarom luister ik heel veel niet.”
Koos: „Wat luister je dan wel?”
Jacco: „Nick & Simon, af en toe, of Jan Smit.”
Koos: „Heb je enig idee waar Jan Smit over zingt?”
Jacco: „Over liefde en zo.”
Koos: „Ken je het liedje ”Als de morgen is gekomen”?” Hij pakt het erbij en leest een stukje voor: „Ik lig gebroken in mijn bed/ Heb net de douche weer uitgezet/ Ik wilde wel maar het ging niet echt/ M’n kater won weer het gevecht.” Koos: „Die sympathieke Jan Smit, die zo ongelooflijk mooi kan zingen, schrijft zo’n venijnig liedje over het kroegleven, over drank en vrouwen. Dit staat echt haaks op een leven met God.”
Heidi: „Als je ernaar luistert, denk je er niet zo over na.”
Koos pakt er nog een liedje van Jan Smit bij: „Dan volg je haar benen/ En kijkt zolang je kijken kan./ Vanaf haar hoofd, tot aan haar tenen,/ is zij de stoutste droom van elke man.” Koos: „Dit is precies wat bouwvakkers doen: fluiten naar iedere meid die voorbijkomt. Niet echt een Bijbelse visie op seksualiteit.”
Jacco: „Deze zou ik ook niet luisteren.”
Lotte: „Niet iedereen gaat alle teksten onderzoeken.”
Koos: „Maar dan ben je dus buitengewoon oppervlakkig bezig.” Hij heeft nog een derde liedje van Jan Smit: „De hemel, dat is hier, drink rode wijn, maak veel plezier/ wees toch blij met elke dag, dat je op aarde wezen mag/ deel met mij je levensvreugde, hou me stevig vast/ dans en haal met volle teugen alles uit de kast, vandaag.”
Koos: „Die doodonschuldige Jan Smit. In tien minuten tijd haal ik drie teksten van internet waarin hij doet alsof het kroegleven normaal is. Waarin hij met z’n geile kop naar vrouwen staat te fluiten en ontkent dat er een hemel is. Ik vind dit heel schokkend!”
Heidi: „Als je het zo bekijkt wel, ja.”
Opkikker
Jos probeert bewust met teksten om te gaan. „Meestal zoek ik ze op, veel ken ik er uit m’n hoofd. Muziek helpt mij na te denken over hoe je in het leven moet staan. Skillet, een christelijke rockband, doet veel voor World Vision: voor de bestrijding van armoede in Afrika.”
Koos: „Dus jij zit in de bus te filosoferen met je mp3 op? Dat is uniek. Maar ben je dan niet bang dat je de filosofie van de wereld overneemt?”
Jos: „Je moet weten hoe de wereld denkt.”
Koos: „Ik heb liever de wijsheid van de Bijbel.”
Jos: „Muziek brengt dagelijkse dingen heel dichtbij; je wordt erbij betrokken.”
Koos: „Je voelt je beter begrepen in de muziek dan in de kerk?”
Jos: „Ja.”
Koos: „Dit raakt me.”
Er valt een stilte.
Lotte: „Ik denk dat veel jongeren het zo ervaren. Ze kunnen zich met popmuziek beter identificeren. Ik zie mensen vaker huilen bij een mooi popnummer dan onder de preek.”
Koos: „Is dat de reden dat 90 procent van de jongeren popmuziek nodig heeft?”
Heidi: „Bij popmuziek wordt alles zo aantrekkelijk gemaakt, dat je er sneller naar gaat luisteren dan naar een preek. Terwijl die laatste juist belangrijker is.”
Koos: „Je gaat je goed voelen door popmuziek?”
Heidi: „Het deuntje sla je in je op. Het geeft een oppepper.”
Jos: „Mijn moeder is een jaar geleden overleden. Daardoor ben ik erg over het leven gaan nadenken. Heel even heb ik gedacht aan zelfmoord. Ik weet dat ook anderen met zulke gevoelens lopen. En juist in de rockmuziek worden zulke thema’s aan de orde gesteld. Terwijl ik er op school niet over hoor.”
Koos: „Ben je dan niet bang voor de oplossingen van de wereld? Ik wil mij helemaal niet laten voorlichten door de wereld.”
Jos: „Popmuziek is voor mij ontspanning, ik word er rustig van. Als God maar niet vervloekt wordt, heb ik niet zo’n moeite met het gedachtegoed van de wereld.”
Koos: „Het gaat erom of die muziek je helpt om dichter bij God te komen.”
Jos: „Sommige muziek wel.”
Heidi: „Bij geen één popliedje gebeurt dat. Bij mannenkoormuziek veel meer.”
Lotte: „Sommige popmuziek brengt mij wel bij God. Soms denk ik: Wow, wat een mooie melodie. Dank U wel, Heere God.”
Jacco: „Klassieke muziek staat voor mij dichter bij de Bijbel dan popmuziek. In popmuziek wordt de naam van God bijna nooit geprezen.”
Twee kanten
Wat heeft het gesprek na bijna drie uur praten opgeleverd?
Lotte: „Ik ga niet radicaal dingen omgooien in mijn leven, maar ik denk wel dat je erg moet uitkijken met popmuziek. En dat veel teksten niet door de beugel kunnen.”
Jos: „Ik was al bezig met kritisch naar mijn muziek te kijken en liedjes aan de Bijbel te toetsen. Maar ik ga nog meer slechte nummers weggooien.”
Lotte: „Door vanmiddag? Tjonge, daar heb ik respect voor.”
Heidi: „Of er bij mij echt iets gaat veranderen? Ik zeg geen ja en geen nee. Want ik weet niet of ik dat volhoud. Maar ik ga er wel meer over nadenken.”
Jacco: „Jantje Smit gaat er bij mij uit. Waarom? Omdat hij, denk ik, toch twee kanten heeft. Hij komt heel sympathiek over, maar in zijn teksten zie ik ook een andere kant.”
Koos, terugblikkend: „Eigenlijk praten we over iets wat pas komt nadat je het leven met de Heere hebt leren kennen. Je laat iets omdat je een relatie met de Heere Jezus hebt. Als je dat leven met God niet kent, ben je een natuurlijk mens, die geen affiniteit heeft met Gods Koninkrijk.”
Reacties (75)
Zusje bezorger | vrijdag 19 juni 2009 - 17:31 | |
aantal posts:40 | KOOS KOOS KOOS, je bent helemaal top!!!!!!!! tot vanavond op de levesnsbron avond! |
margroet journalist | vrijdag 19 juni 2009 - 17:49 | |
aantal posts:2881 | leuk artikel | |
B3VA is the best.. |
mirjan bezorger | vrijdag 19 juni 2009 - 18:10 | |
aantal posts:2 | Erg mooi artikel.... Goed verwoord Koos! |
Aaltjuh journalist | vrijdag 19 juni 2009 - 18:18 | |
aantal posts:1774 | Interessant artikel.
Goed om daar eens over te schrijven en over na te denken...! |
ForLife journalist | vrijdag 19 juni 2009 - 18:22 | |
aantal posts:2239 | Ik vind pop niet echt goed, denk ik. |
marindahaanyordnl stagiair | vrijdag 19 juni 2009 - 20:07 | |
aantal posts:77 | nou ik vind het maar onzin wat ze zeggen |