Onderwijsredactie - 12 feb 2008 10:42 - Gewijzigd: 12 feb 2008 10:42

Scholieren zwoegen op Cito-toets

ARNHEM - Een examen is het niet, al wordt het soms bijna zo gezien. Een groot aantal leerlingen in de hoogste klas van het basisonderwijs begon dinsdag aan de Cito-toets. Drie dagen lang zwoegen ze op de meerkeuzevragen die ze krijgen voorgelegd. De toets helpt bepalen waar ze straks in het voortgezet onderwijs een plek krijgen.

Leerlingen in Groot-Ammers bezig met de Cito-toets.

Eindtoets Basisonderwijs, zo heet de Cito-toets officieel. Hij wordt deze week door ongeveer 154.000 kinderen gemaakt. Zo’n 6300 scholen doen eraan mee. Dat is 85 procent van alle basisscholen, evenveel als vorige jaren.

De Cito-toets bestaat uit 200 meerkeuzevragen op het gebied van de basisvaardigheden taal, rekenen/wiskunde en studievaardigheden. Bijna 90 procent van de deelnemende scholen maakt ook het facultatieve onderdeel wereldoriëntatie, dat uit negentig opgaven bestaat.

De toets werd in 1966 voor het eerst afgenomen. Het aantal deelnemende kinderen is de afgelopen vijf jaar met 15.000 geslonken. Sinds enkele jaren is er een afzonderlijke toets voor kinderen die naar het praktijkonderwijs of het laagste niveau van het vmbo gaan.

Er gaan ruwweg twee jaar van voorbereiding aan de eindtoets vooraf, dus de toetsenmakers zijn al voor de leerlingen van groep 8 bezig als die nog in groep 6 zitten. Er zijn tientallen mensen die zich voor de toets inspannen: methodologen, constructeurs, specialisten logistiek, vormgevers, drukwerkvoorbereiders, it’ers en multimedialisten.

Het maken van opgaven vergt ongeveer een jaar. De toetsconstructeurs selecteren vervolgens de beste opgaven. Enkele duizenden leerlingen maken een proeftoets, zodat de meer dan 150.000 deelnemers aan de eindtoets in februari een zo zorgvuldig mogelijk samengestelde set opgaven onder hun neus krijgen. In de week van 3 maart ontvangen de scholen de resultaten.

Lees het hele artikel op refdag.nl.