Wetenschap 23 november 1999

Klimaatverandering merkbaar op eilandstaten in Stille Oceaan

„Orkanen uit onverwachte hoek”

Door J. Reijnoudt
De orkanen zijn heviger en komen steeds vaker aanstormen. Ze komen uit onverwachte hoek. De droge perioden duren langer. De zeespiegel stijgt millimeter na millimeter. Stranden slaan weg. Klimaatverandering is voor de bewoners van de kleine eilandstaten in de Stille Oceaan, ruwweg ten westen van Australië en ten zuiden van Hawaï, geen wetenschappelijke theorie maar harde werkelijkheid.

„Onze overheid stimuleert bewoners van alle eilanden bij hun huis een opslagvat met drinkwater te plaatsen. De droge tijden duren elke keer langer. Niemand weet hoe het komt, maar we hebben er inmiddels wel een aantal jaren mee te maken”, zegt Myra Moekaá, afkomstig van de Cookeilanden. Haar land bestaat uit vijftien eilandjes verdeeld over 1,8 miljoen vierkante kilometer van de Stille Oceaan, ten noordoosten van Nieuw-Zeeland.

Moekaá, een van de 19.000 inwoners van de Cookeilanden, vertegenwoordigde haar land begin deze maand op de klimaatconferentie van de Verenigde Naties in Bonn. Concrete afspraken over de aanpak van de steeds verder toenemende uitstoot van het broeikasgas kooldioxide werden daar niet gemaakt. Moekaá moet bekennen dat haar aandacht daar ook vooral uitging naar punten en komma's in voorlopige teksten voor toekomstige verdragen.

Thuis is dat wel anders, stelt ze. „Al eeuwen verzamelen de vrouwen van Mangaia slakken. Mangaia is een van onze grootste eilanden en de slakken die daar vandaan komen, staan bekend als een lekkernij. De vrouwen verdienen er ook voor een deel hun boterham mee. De slakken groeien goed in een vochtig en warm klimaat, maar dat verandert nu, denken we.” Moekaá constateert dat er op haar eiland, Rarotonga, steeds minder slakken van het naburige eiland worden aangeboden en schrijft dat toe aan de steeds langere droge perioden. „Daarom stimuleert de overheid ook dat we allemaal voor een eigen opslag voor drinkwater zorgen.”

Vliegtuigje
Die drinkwateropslag, daar zit een verhaal achter. Moekaá: „Cyclonen zijn bij ons een normaal verschijnsel. Daar kunnen we mee leven. Maar de laatste jaren komen ze soms uit een totaal andere richting dan normaal. Dat was ook het geval met een heel zware in 1997. Die trof een paar noordelijke eilanden. Nog net op tijd hebben we een aantal bewoners kunnen evacueren naar Rarotonga.” Moekaá ziet die mensen als de eersten die voor klimaatverandering op de vlucht zijn gegaan. „Inmiddels zijn ze weer terug naar hun eiland, maar het grootste probleem is schoon drinkwater. Elke dag varen schepen met zoet water van Rarotonga naar Mangaia. Een aantal gezinnen huurt zelfs een vliegtuigje om hen dagelijks van water te voorzien.”

Is klimaatverandering nu al aantoonbaar aanwezig? Moekaá denkt het wel, maar concrete gegevens daarover vergaart het bestuur van de Cookeilanden niet. „Daar zijn we te klein voor; wij kunnen geen wetenschappelijk instituut met de juiste uitrusting voor klimaatonderzoek bekostigen.”

”Sprep” is het stopwoord voor menig afgevaardigde van de kleine eilandstaten. De afkorting staat voor South Pacific Regional Environment Programme. „Aan dat instituut ontlenen we onze cijfers”, zegt Moekaá.

Sprep constateert een toename van het aantal stormen. „De seizoenen 1996-'97 en 1997-'98 hadden het hoogste aantal stormen ooit, met in totaal 32 tropische cyclonen. Heel opmerkelijk is ook dat de Zuid-Pacifische convergentiezone, de gordel waarin veel stormen voorkomen, in 1977 abrupt naar het oosten is opgeschoven. Daardoor is sindsdien het patroon van neerslag en zonneschijn voor elke eilandstaat in het zuidelijk deel van de Stille Oceaan veranderd”, aldus een Sprep-rapport.

Natter
Moekaá: „De noordelijke Cookeilanden zijn nu duidelijk natter dan in de jaren '70. Op sommige valt 30 procent meer neerslag per jaar dan voor 1977. Op de zuidelijke Cookeilanden valt juist 15 procent minder neerslag in vergelijking met de jaren '70.” Sprep constateert voor Rarotonga en omgeving een toename van de luchttemperatuur aan het aardoppervlak met 0,7 graden Celsius. „Dat is groter dan de gemiddelde mondiale toename.”

De onderzoeksorganisatie kan geen geruststellend toekomstbeeld schetsen. De laatste jaren is de zeewaterspiegel in het zuidelijk deel van de Stille Oceaan met zeker 25 millimeter gestegen. Sprep schrijft dat toe aan de stijgende hoeveelheid kooldioxide (CO2) in de dampkring, die met een vertraging van zeker enkele tientallen jaren voor een deel wordt opgenomen door de oceanen.

Daarom benadrukt Moekaá graag dat westerse landen hun verplichtingen serieus moeten nemen, omdat op de lange termijn er voorlopig sprake is van een toename van de hoeveelheid kooldioxide in de dampkring. Westerse landen hebben op de VN-klimaatconferentie in Kyoto in 1997 afgesproken dat ze de uitstoot van CO2zullen verminderen, maar dat betekent slechts dat ze in 2010 de emissie met een procent of 6 verminderd moeten hebben ten opzichte van de uitstoot in 1990. Voorlopig neemt de CO2-uitstoot echter slechts toe.

Daarmee neemt ook de kans toe dat vernietigende orkanen vaker voorkomen, vanuit onverwachte hoek, en met een schade die tot nu toe nog niet is voorgekomen. Zo denken de mensen van Sprep er over. Dat lijkt verdacht veel op de situatie in het Caraïbisch gebied. Als orkanen met namen zoals Luis en Lenny aan de beurt zijn, dan is duidelijk dat er dat jaar al een onwaarschijnlijk hoog aantal over het gebied is getrokken. Bovendien zijn Luis en Lenny allebei van categorie 4, en dat was ten tijde van Luis nog een bijzonderheid voor het Caraïbisch gebied, zo stelde het KNMI toen.

Gevaarlijk
Voor de Cookeilanden zijn orkanen zeker zo gevaarlijk als de zeespiegelstijging, zeggen klimaatonderzoekers. Moekaá wil dat wel bevestigen. „De kustlijn zal door krachtige orkanen van het ene op het andere moment verder landinwaarts komen te liggen. Mensen die daar nu hun brood verdienen, bijvoorbeeld met het toerisme, zullen zich daar telkens aan moeten aanpassen. Ook boeren, die geen zout water kunnen gebruiken, zullen zich elders moeten vestigen. Nu al zijn er mensen aan de kusten die een wal rondom hun huis aanleggen”, weet Moekaá.

Er zijn maar weinig onderzoekers die aan de waarheid van Moekaá's woorden twijfelen. Toch kan zij met de koningen van Tuvalu en Samoa en de president van Naura, om maar een paar kwetsbare eilandstaten te noemen, geen vuist maken tegenover de grote, machtige westerse industriestaten.

Zie ook:
Klimaatmachinerie

Nederlands beleid mist geloofwaardigheid