Wetenschap | 25 mei 1999 |
Gerardus MercatorDoor J. Reijnoudt Het zou niet mogen bestaan dat iemand met goed gevolg de zeevaartschool doorloopt en dan ene Gerardus Mercator niet kent. De man leeft van 1512 tot 1594 en zet de wereld op een merkwaardige manier op de kaart, maar wel zo dat zeevarenden, zeker in die tijd, zich nauwelijks een makkelijker hulpmiddel kunnen voorstellen dan een Mercatorkaart. Op het eerste gezicht heeft Gerard de Kremer zo heet de Zuid-Nederlandse cartograaf oorspronkelijk er geen enkel probleem mee dat de wereld bol is en zijn papier plat. Midden op een blad trekt hij van links naar rechts een streep en dat is de 40.000 kilometer lange evenaar. Op bijvoorbeeld 10 graden noorder- en zuiderbreedte trekt hij, evenals in werkelijkheid evenwijdig aan de evenaar, twee lijnen voor die breedtecirkels. Ter hoogte van de poolcirkels doet hij precies hetzelfde: rechte lijnen van links naar rechts op papier en net zo lang als de evenaar. Echter, een kind ziet dat hier iets danig mis gaat. De poolcirkels zijn immers op de globe nogal wat korter dan de evenaar. Zeker zo bont maakt Mercator het met de meridianen of lengtecirkels: de denkbeeldige halve cirkels tussen de noord- en de zuidpool. Die tekent hij als rechte lijnen, haaks op de breedtecirkels. Bij de evenaar komt dat exact overeen met de werkelijkheid, maar bij de polen deugt er natuurlijk niets van. Op een globe komen alle meridianen daar samen en die van Mercator liggen onder- en bovenaan zijn vel papier even ver uit elkaar als bij de evenaar. Hij heeft dus op zijn kaart een noord- en een zuidpool van 40.000 kilometer 'breed'. Zover laat hij het echter niet komen. De remedie is simpel: zet nooit de noord- of zuidpool op de kaart. Juiste koers Dat heeft hem wel het nodige rekenwerk gekost, want die truc gaat in de stuurhut op omdat Mercator in zijn werkkamer met zo groot mogelijke nauwkeurigheid de onderlinge afstand tussen de breedtecirkels op zijn kaart heeft bepaald; die afstand neemt op de kaart toe vanaf de evenaar naar de polen terwijl dat op een globe natuurlijk niet het geval is. Breedtecirkels heten niet voor niets ook wel parallellen. Een blik op een Mercatorkaart leert dat die voor alle andere doelen dan de zeevaart weinig geschikt is. Omdat de meridianen op hoge geografische breedte niet bij elkaar komen en omdat juist op hoge breedte de afstand tussen de parallellen gaat toenemen, staat een gebied als Groenland overdreven groot op de kaart. Het land lijkt groter dan Zuid-Amerika, maar is in werkelijkheid kleiner dan het Arabisch schiereiland. Atlas |
Het bijna voorbije millennium zit vol lumineuze ideeën. Een reeks van honderd artikelen belicht wetenschappelijke, medische en technische doorbraken en het gedachtegoed van belangrijke wetenschappers.
Zie ook: Serie uitvindingen |