Wetenschap 4 mei 1999

Zie ook: Behoud cultuurhistorische elementen
Restauratie waterlopen bevrijdt woonwijk van vernatting

Herstelde glorie voor Veluwse beken

Door T. J. Lucas
De beekprik, een typisch beekvisje, is al gesignaleerd. Zeldzame vissen zoals elrits en bermpje komen hopelijk ook terug. Willoos laten kikkervisjes zich met de stroom meevoeren, terwijl stekelbaarsjes in al hun kleinheid ferm tegen de stroom inzwemmen. Apeldoornse kinderen zitten verbaasd op hun hurken langs de Winkeweijert, die langs hun achtertuin stroomt. De waterloop is deze maand in ere hersteld. De oude beek was geheel verdwenen.

De Winkeweijert is slechts een klein onderdeel van het plan ”Herstel sprengen en beken”. In dit project zijn in totaal 81 bronnen en waterlopen op het Veluwemassief genomineerd voor een opknapbeurt. Inmiddels zijn er vijftien gereed. Dit voor Nederland unieke project is het gevolg van de discussie die ongeruste liefhebbers aan het eind van de jaren '70 aanzwengelden. De vele tientallen Veluwse beken verloederden in alarmerend tempo. Sommige dreigden zelfs geheel te verdwijnen, mét de bijbehorende natuur- en cultuurhistorische waarden.

De beek in Apeldoorn is een bijzonder geval. De oorsprong –het sprengengebied– ligt midden in nieuwbouwwijk De Cloese en het water baant zich een weg dwars door de bebouwing van onder meer de Apeldoornse woonwijk De Bouwhof. Twee kilometer verderop mondt zij uit in de Ugchelse Beek, die 6 jaar geleden werd gerestaureerd. Deze stroom komt uit op de Grift. De laatstgenoemde 'beek' stroomt over kilometers lengte ondergronds door Apeldoorn. Ook deze waterloop, die dwars door de binnenstad vloeit, moet weer tevoorschijn komen.

De Winkeweijert is een van de talloze watertjes die hun weg zoeken aan de randen van het Veluwemassief, dat zich zo'n 100 meter verheft boven het omringende landschap. Het regenwater dat daarop valt, zakt in de bodem, stroomt ondergronds verder en zoekt vervolgens een uitweg. Als je op de juiste plekken gaat graven, is resultaat verzekerd. Het water komt tevoorschijn uit de sprengenkop en vormt al snel een stromende beek. Het ontstaan van de Veluwse beken en sprengen is dus mensenwerk. Vanwege de bijzondere terreinkenmerken schept in ons land vrijwel uitsluitend de bodem van de Veluwe de vereiste condities voor de aanleg van dit soort waterlopen.

Papiermolens
De gegraven sprengen leverden de papierfabrikanten het nodige water voor de papierfabricage én waterkracht voor de aandrijving van de machines. De vaak vervallen molens zijn de zwijgende getuigen van de oorsprong van de Veluwse industrie. Goed 2,5 eeuw geleden telde het gebied 150 molens. Later –tot medio de jaren '80– maakten nog slechts de wasserijen gebruik van het langsstromende water. Toen dat voorbij was hadden de beken geen economische waarde meer en sloeg het verval toe. Want waterschappen bemoeiden zich voor 1984 in het geheel niet met beken en sprengen. Het onderhoud daarvan berustte immers bij de gebruiker.

„Van de Winkeweijert was nagenoeg niets meer over”, zegt dijkgraaf mevrouw A. van Vliet van het Waterschap Veluwe. „Aan de hand van oude kaarten, foto's en elementen in het landschap zoals oude bomen en reliëf konden we de ligging van de voormalige waterloop traceren. De sprengen bestonden nog, maar waren afgedamd. Als het water een bepaalde hoogte bereikte, liep het via een overstort het riool in.”

Wateroverlast
Projectleider Anton Koot van het waterschap: „Het totale beekrestauratieplan is vooral gebaseerd op ecologische en cultuurhistorische motieven. Het probleem van de wateroverlast in woonwijk De Bouwhof vormde voor de gemeente Apeldoorn en het Waterschap Veluwe een extra argument om vaart te zetten achter de reconstructie van de Winkeweijert. Doordat de industrie steeds minder water aan de bodem onttrekt, had deze wijk te maken met hinderlijke vernatting. De beek krijgt dus meteen een belangrijke functie als afvoerkanaal.”

Waar de Winkeweijert belangrijke verkeerswegen zoals de Laan van Westenenk en de Aluminiumweg passeert, moest de aannemer creatief zijn. Lange, donkere tunnels zijn voor vissen, reptielen en waterinsecten onoverkomelijke barrières. Anderzijds mag vuil niet makkelijk in het water terechtkomen.

Aannemer Van den Hul: „De enig mogelijke oplossing bood de toepassing van gietijzeren roosters. Na lang zoeken vonden we ze in Frankrijk. De openingen laten het nodige licht door, de wat hogere ligging in het wegdek voorkomt dat olie en pekel ongehinderd de beek instromen.”

Kosten
De kosten voor het plan Winkeweijert waren begroot op 1,2 miljoen gulden. De aannemer wist het voor 100.000 gulden minder te doen. In totaal moet er voor het hele project, dat loopt tot 2011, zo'n 31,7 miljoen gulden op tafel komen. Daarvan betalen waterschap en provincie elk een kwart. Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zou 50 procent voor zijn rekening nemen. Dat leek geen probleem, maar de jongste bezuinigingsronde in Den Haag gooide echter roet in het eten. De reconstructiewet voor de varkenshouderij kost het departement van Landbouw handenvol geld. Daardoor kwam het beekherstelproject er bekaaid vanaf: de subsidiekraan is in ieder geval voor dit jaar voor de helft dichtgedraaid.

„Als deze korting structureel is, loopt het project grote vertraging op. Dat kan desastreuze gevolgen hebben voor de kwaliteit van de beken, omdat sommige ontwikkelingen gewoon kunnen doorgaan. Zware bemesting op aanpalende percelen, bijvoorbeeld. Op andere plaatsen dreigen beken waardoor geen water meer stroomt, te worden gedempt”, zegt provinciaal beleidsmedewerker D. ten Hooven. „Twee Gelderse gedeputeerden gaan samen met de dijkgraaf lobbyen bij de minister en de staatssecretaris om te redden wat er te redden valt.”

Behoed
In elk geval zijn de eerste vijftien beken en brongebieden voor definitief verval behoed. Zo ondergingen in de afgelopen 9 jaar onder meer de Noordelijke-, Middelste- en Zuidelijke Heerderbeek, de Horsthoekerbeken bij Epe en de Hierdense- en Ugchelse beek een restauratie. Stuk voor stuk waterlopen met een bijzonder karakter en een unieke flora en fauna: waterranonkel, bronkruid en beekpunge, zeldzame vissoorten zoals elrits en bermpje en het felblauw, rood en oranje gekleurde ijsvogeltje vormen de vaste bewoners. De oude verstilde watermolens met waterrad en bijbehorende waterval spreken tot de verbeelding.

Het was de bekende dichter A. C. W. Staring die de beken in zijn dichtverzen over Gelderland met buitengewone lyriek bezong:

(...)

Gij beken, eeuwigvloeijend glas,

Dat snelt naar Rijn- en IJsselplas,

Maar toeft aan 't scheipunt van hun val,

Onzeker wien het volgen zal,

En, beurt om beurt, door 't schoon verleid,

Zoo mild langs ieder boord gespreid!

(...)