Wetenschap 9 maart 1999

Zie ook: De apocalyptische visie van een evolutionist

Hoogleraar voorspelt doorbraak kunstmatige intelligentie

Overheerst door het machinebrein

Door ir. W. J. Eradus
„Over 50 jaar zal de aarde worden gedomineerd door machines, of robots, zo u wilt. Die zijn dan dermate intelligent dat wij maar hebben uit te voeren wat zij ons opdragen. Het werkzame leven van de arbeiders loopt vanaf het 12e tot omstreeks het 30e levensjaar. Dan raken ze uitgeput en worden ze afgevoerd naar de destructieoven.”

„Vrouwen worden gehouden op mensenboerderijen, opgesloten in kleine hokken, die juist genoeg ruimte bieden voor het voortbrengen van nageslacht. Meestal werpen zij drie kinderen tegelijk, dat is het meest efficiënt. Na een korte hersteltijd volgt opnieuw kunstmatige inseminatie. Haar productieve leven –van 12 tot 30 jaar– levert gemiddeld zo'n vijftig kinderen op. Die kinderen worden opgevoed met een woordenschat afgestemd op het begrijpen van de commando's die de machines geven. Opstand komt nooit voor, omdat na de geboorte de daarvoor verantwoordelijke delen van hun hersenen operatief zijn weggehaald.”

Dit toekomstscenario, een maatschappij waarin machines de macht van mensen overnemen, komt uit het boek ”Binnen het brein van de machine”, van de hand van dr. Kevin Warwick, hoogleraar aan de universiteit van Reading in Groot-Brittanië. Het opgeroepen beeld vertoont opvallend veel gelijkenis met Huxley's ”Brave new world” (Heerlijke nieuwe wereld).

Het verschil is dat Huxley zijn voorspellingen deed in 1939, terwijl Warwick zijn visie op de toekomst pas vorig jaar publiceerde. Daarbij komt dat Warwick een van de meest vooraanstaande wetenschappers is op het gebied van de cybernetica, de interactie tussen mens en technologie. Onlangs kwam de hoogleraar in het nieuws doordat hij bij wijze van experiment een microchip in zijn onderarm heeft laten implanteren die communiceert met computers. Een 'intelligent' kantoor vangt het signaal van die chip op en voert de gewenste functies uit, zoals het bijstellen van de temperatuur of de registratie van de werknemer.

Vergezocht.
Warwick kan zich goed voorstellen dat zijn voorspelling nogal vergezocht overkomt. Maar „wie had 50 jaar geleden de komst van de computer voorspeld, de technologische revolutie, het automatisch telefoneren, bankieren uit de muur met een plastic kaartje, praten met een vriend aan de andere kant van de wereld via een mobiele telefoon? Nu verandert de technologie sneller dan ooit tevoren. De primaire boodschap van mijn boek is duidelijk te maken dat het zeker niet ondenkbaar is dat de machines de macht van de mensen zullen overnemen. Veel vreemde dingen die op dit moment nog nauwelijks voor te stellen zijn, zullen de komende 50 jaar realiteit worden. En de dominante rol van de machine, die intelligenter is geworden dan de mens, kan er daar een van zijn.”

Wat is eigenlijk de intelligentie van een robot, van een machine? Warwick: „De intelligentie van een schepsel is afgestemd op de specifieke omgeving. Hetzelfde kan gezegd worden van machines: die bezitten een specifieke intelligentie, afgestemd op de operationele eisen. Daarom is het eigenlijk dwaas om een directe vergelijking te trekken tussen het 'brein' van een machine en dat van een mens, een kikker of een insect.”

Hersenen
Zoals de vogel model heeft gestaan voor het ontwerp van het vliegtuig, de menselijke arm en hand voor de industriële robot die auto's assembleert, zo hebben de hersenen en het verdere zenuwstelsel van mens en dier als inspiratiebron gediend voor het bouwen van systemen met kunstmatige intelligentie: machines die je een bepaald gedrag kunt aanleren.

Hersenweefsel bestaat uit een zeer groot aantal neuronen, die op een heel ingewikkelde manier met elkaar in verbinding staan. „Menselijke hersenen bevatten circa 100 miljard neuronen, zenuwcellen. Een kunstmatig neuraal netwerk bestaat meestal uit niet veel meer dan 1000 neuronen, terwijl de aangebrachte onderlinge verbindingen een veel simpeler structuur hebben dan die in de hersenen.”

Niet zonder trots vertelt Warwick welke resultaten hij met zijn staf en studenten op dit terrein heeft weten te bereiken. Robot Elma heeft zes poten, waarvan de besturing een imitatie is van het zenuwstelsel van een insect. Als een van poten defect is, blijft ze met de andere vijf doorlopen. Ultrasone sensoren ('vleermuisogen') nemen obstakels waar, die Elma ontwijkt. Ook de poten bevatten sensoren, zodat ze het contact met de grond kan voelen. Via een radioverbinding brengt ze oneffenheden in het terrein in kaart, op een centrale computer. Elma leerde voor het eerst lopen in maart 1997. Al struikelend, de kop soms tegen de grond stotend, bleek zij al na een kwartier een bepaald loopritme te ontwikkelen.

Daarnaast heeft Warwick een kleine groep robots, de ”zeven dwergen”, die communiceren via infrarode straling. Iedere robot is zich 'bewust' van de andere robots. Zo ontstaat er 'menselijk' groepsgedrag. Leervermogen en groepsgedrag zijn gerealiseerd in een neuraal netwerk met circa 500 neuronen.

Warwick gebruikt de zeven dwergen graag in zijn filosofie over de toekomstige generaties intelligente en communicerende robots. „In een groep robots ontstaat een leider, die het gedrag van de groep bepaalt. Ook de rolverdeling van een ervaren leraarrobot tegenover een leerlingrobot kan ontstaan. Hiermee is in 1996 al succesvol geëxperimenteerd.” Robots kunnen veel beter en sneller informatie overdragen en leren dan mensen. Warwick verwacht zelfs het ontstaan van een eigen robottaal, die voor de mens totaal onbegrijpelijk is.

Bedreiging
Met deze neurale netwerken is het mogelijk heel nuttige robots te ontwikkelen, zoals een elektronische blindengeleidehond. Maar de keerzijde ervan is dat de robot tegelijk een grotere bedreiging kan vormen. „Een robot die een brand kan blussen kan ook een machinegeweer bedienen. Een robot met de mogelijkheid van gezichtsherkenning is af te richten om mensen met een bril, of mensen met blond haar aan te vallen, of ook wel iemand die een lachend gezicht heeft. Dit lijkt speculatief, maar is nu al technisch mogelijk. Ontvluchten wordt dan moeilijk, omdat de robots met elkaar kunnen communiceren en de aanvalstaak overdragen. Dan sta je tegenover het offensief van een geheel 'systeem'.”

De koppeling van al die kunstmatige intelligentie maakt het nog gevaarlijker, zegt Warwick. Hij maakt de vergelijking met financiële computernetwerken, waarin we steeds meer zijn overgeleverd aan machines.

Overheersing
„Is dit toekomstmuziek? Nee, absoluut niet. De overname is nu aan de gang. Nu al wordt ons leven direct en indirect beïnvloed door machines die beslissingen in eigen hand nemen.” Het Amerikaanse beveiligingsschild Star Wars is daarvan een voorbeeld, evenals de beurscrash in oktober 1987, toen emotieloze computers aandelen gingen verkopen omdat de koersen beneden een vooraf ingesteld niveau raakten. De massale verkoop veroorzaakte een lawine-effect.

Alles wijst er volgens de hoogleraar in de cybernetica op dat de machines op termijn intelligenter zullen worden dan de mens, en dat geldt in zeer versterkte mate als deze kunstmatige 'intelligentsia' wordt gekoppeld via een wereldomvattend netwerk. Dan onstaat een ongrijpbaar ”Global Brain”, met superieure eigenschappen.

Warwick poneert dan ook met behoorlijke stelligheid dat „volledige overheersing door machines ontstaat als twee elementen bij elkaar komen: aan de ene kant de steeds intelligenter wordende machines en aan de andere kant hun onderlinge koppeling via netwerken. Het omslagpunt komt als het totaal aan over een netwerk verspreide intelligentie superieur wordt aan die van de mensen.”

Apocalyps
„Het is vijf voor twaalf, onze periode van overheersing over de aarde staat op het punt te worden beëindigd. Wat we mogen verwachten is dat wij mensen op dezelfde wijze door machines zullen worden behandeld als wij nu andere dieren behandelen. Of we worden gebruikt als domme slaven, óf opgeborgen als bezienswaardigheden in een menselijke dierentuin.

Naar mijn overtuiging hebben we de mogelijkheid om machines te ontwikkelen die nog veel intelligenter kunnen worden dan de mens. Zover we kunnen bekijken zal dit het einde inluiden van de dominantie van het menselijk ras. Is dit nu wat we willen? Zouden we niet op zijn minst een internationaal lichaam in het leven moeten roepen om de ontwikkelingen in de gaten te houden en zonodig bij te sturen?

Toen de eerste nucleaire bommen op Japan werden gegooid, die duizenden mensen doodden, maakten we de balans op van deze acties en realiseerden we ons de bedreiging van dergelijke wapens voor ons voortbestaan. We konden het effect zien van dergelijke nucleaire wapens en daarmee kregen we een kans om er iets aan te doen. Met intelligente machines krijgen we die kans echter niet meer. Als eenmaal de eerste krachtige machine wordt ingeschakeld die een intelligentie heeft vergelijkbaar met die van de mens, krijgen we geen gelegenheid de machine weer uit te zetten. Dan hebben we een tijdbom op scherp gezet die het einde van het menselijk ras betekent, en die we niet kunnen uitschakelen.”

Mede n.a.v. ”In the mind of the machine – The breakthrough in artificial intelligence”, door Keven Warwick; uitg. Arrow Books, Londen, 1998; ISBN 0 09 970301 7; 307 blz; ƒ 25,90.

Ir. W. J. Eradus is wetenschappelijk onderzoeker aan de afdeling Geavanceerde Systemen van het Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG-DLO) in Wageningen.