Wetenschap9 maart 1999

De apocalyptische visie
van een evolutionist

Door ir. W. J. Eradus
In het boek ”Binnen het brein van de machine” laat Kevin Warwick zich niet alleen kennen als een gedreven en deskundig wetenschapper, maar ook als een doemdenkend darwinist. Het betoog is doortrokken van een apocalyptische kijk op de toekomst.

De mogelijke ontreddering, ja zelfs ondergang van de mensheid ontleent hij niet aan het bijbelboek Openbaring maar aan de wetmatigheid van de evolutionistische ontwikkeling van de wereld, die door de mens –met zijn intelligente machines gekoppeld in wereldomvattende netwerken– in een veel hogere versnelling is gezet. Dit neemt niet weg dat Warwick veel behartigenswaardige dingen zegt over iets wat we vanuit bijbels perspectief toch als een hoogmoedige technologische Babelcultuur moeten duiden.

Prof. Bock, indertijd directeur van het Amsterdamse Instituut voor hersenonderzoek, schreef al in de jaren '50 dat sturen een levensbehoefte is, een ingeboren drang. „De mens stuurt zijn voertuig, zijn gereedschap, zijn hand, zijn schreden en zijn blik. Hij stuurt, zover hij kan, zijn leven en als hij de kans ervoor krijgt, dat van zijn medemensen erbij. Daarnaast stuurt hij nog veel meer zonder zich daarvan bewust te zijn: zijn hartslag, de wijdte van de bloedvaten, de spanning van de spieren, het suikergehalte en nog zoveel meer. Sturen is in het leven een zaak van de eerste orde.”

Niet terug
Terecht legt Warwick er de vinger bij dat het samengaan van de cybernetica –de 'stuurkunde'– met de huidige informatie- en communicatiewetenschap niet alleen uiterst nuttige intelligente machines oplevert, maar ook op den duur niet meer terug te draaien ontwikkelingen op gang kan brengen. Die bedreigen niet alleen de individuele mens maar ook de maatschappij als geheel.

Het gevaar van autonome intelligente machines illustreert hij onder meer met het ”Strategic Defence Initiative” van de Verenigde Staten van midden jaren '80, in de media aangeduid als ”Star Wars”. Dit beveiligingsschild tegen de communistische militaire dreiging zou in hoge mate autonoom opereren met de hulp van beslissingen van intelligente rekenmachines, om snel en afdoende op een herkende nucleaire aanval vanuit het Oostblok te kunnen reageren. Onlangs kwam dit nog in het nieuws, maar dan van de andere zijde, toen Russische computers uit binnengekomen signalen ten onrechte de conclusie trokken dat er sprake was van een raketaanval. Op het laatste moment kon toen een oplettend officier voorkómen dat de nucleaire raketten werden gestart voor een tegenoffensief.

Evolutionistisch
De verwachting van Warwick dat het waarschijnlijk is dat „machines spoedig intelligenter worden dan de mensen” hangt echter samen met zijn evolutionistisch uitgangspunt. Hier is geen plaats voor de dimensies van een Schepper, van een geest. Ook met het begrip bewustzijn kan hij moeilijk uit de voeten. Heel provocerend beweert hij: „Er is in de hersenen geen mysterieus proces actief dat het bewustzijn veroorzaakt. Menselijk gedrag is louter een optelsom van hersen- en lichaamsactiviteit. We maken simpelweg deel uit van het doorgaande proces van de evolutie.”

Mensen en dieren zijn niet alleen voor Warwick maar ook voor veel andere wetenschappers niet of nauwelijks meer dan robots van vlees en bloed. „Er zijn dan ook geen bewijzen en geen fysische of biologische argumenten die aangeven dat het intelligentieniveau van de machine dat van de mensen niet kan overstijgen. Ja, het is zelfs dwaas om dat te denken!” aldus Warwick. „De mens is zo dom om de evolutie met een grote sprong over te laten springen op de zichzelf steeds verder ontwikkelende intelligente machines. Volgens de ijzeren wet van de ”survival of the fittest”, de overwinning van de sterksten, betekent de overheersing van de intelligente machine het einde van het menselijk ras.”

Warwick waarschuwt via woord (onder andere via populaire tv-zenders als CNN) en via dit boek tegen deze zo bedreigende ontwikkelingen. Hoe bezorgd hij ook lijkt, hij gaat toch door om zijn robots steeds intelligenter te maken, om ze steeds zelfstandiger te laten opereren, hetzij op zichzelf, hetzij in groepsverband. Daar kunnen machtsblokken hun voordeel mee doen.

De evolutionist erkent geen Schepper, maar zoekt met alle inspanning zelf leven te scheppen. Kunstmatige intelligentie, kunstmatig bewustzijn en kunstmatig leven zijn wetenschappelijke uitdagingen van de eerste orde.

Gelukkig is er nog een ander Boek. De apocalyps van de apostel Johannes voorspelt eveneens een allesvernietigende eindtijd. Van het teken van het beest dat uit de aarde opkomt, dat verscheidene koppen en mogelijk ook meer dan zes poten heeft en ontstellend intelligent is. Maar ook van het Lam, dat het de kop zal vermorzelen. Door het geloof mogen wij weten dat niet de evolutie, de overwinning van de sterksten, het laatste woord heeft, maar dat de Schepper een toekomst heeft weggelegd voor zondige zwakkelingen, die schuilen achter het bloed van het Lam. Die gaan zelfs een gouden toekomst tegemoet.

Ir. W. J. Eradus is wetenschappelijk onderzoeker aan de afdeling Geavanceerde Systemen van het Instituut voor Milieu- en Agritechniek (IMAG-DLO) in Wageningen.