Wetenschap

Zie ook: ”Vandaag gepost, morgen bezorgd”

Digitaal PTT-oog herkent 90 procent van de adressen

Sorteerder schift acht
brieven per seconde

Door Helma Rebel-Struijk
Zeven langgerekte linten staan strak in het gelid, zij aan zij. Vanbuiten zijn het net keurig gerangschikte blokkendozen. Schijn bedriegt. De strak vormgegeven apparaten zitten boordevol techniek en software, samen goed voor razendsnelle sortering van briefpost. De nieuwe sorteermachines vormen het hart van het omvangrijke PTT Post-web.

Met een gangetje van zo'n 13 kilometer per uur zwieren ze de bocht door. Even later komen ze tevoorschijn uit een van de vele openingen van de postsorteermachine ”klein”. Elke brief in het juiste bakje, 30.000 stuks per uur, acht per seconde. Dankzij digitale 'ogen' die in een flits adressen lezen.

De sorteermachine klein is met zijn 53 meter lengte een langgerekte reus – de langste ter wereld. Alle post die niet groter is dan een dubbel gevouwen A4-tje slikt hij, vandaar z'n naam. Zeven stuks staan er op een rij in de grote hal van sorteercentrum Leidschendam. Ze delen de ruimte met een aantal stempelmachines en apparatuur voor het verwerken van grotere poststukken: de sorteermachines ”groot” en ”overige poststukken”.

De poststukken uit de rode brievenbussen komen in zakken de sorteerhal binnen, waar de stempelmachine ze op formaat verdeelt en netjes in stapeltjes aflevert, met de postzegel rechtsboven. Zakelijke post komt reeds gestapeld in bakken aan. 'Groot' verstouwt 17.000 dikkere stukken post van maximaal een A4-tje groot per uur, en de eenling 'overig' is er voor alle niet-standaardpost die nog groter en dikker is. De postcodes van die grote stukken worden met het menselijk oog gelezen en door mensenhanden ingevoerd.

Gekoeld
Koud zal het personeel in de hal het niet krijgen. De apparatuur produceert zo veel warmte dat de grote ruimte zomer én winter gekoeld moet worden. Bij elkaar gebruikt het machinepark net zo veel energie als een stad van 20.000 inwoners.

Nog eens 53 langgerekte 'kleintjes' staan verdeeld over de vijf andere –identieke– centra: Amsterdam, Rotterdam, Nieuwegein, Zwolle en Den Bosch. Als eind van dit jaar de omvangrijke reorganisatie ”Briefpost 2000” is afgerond, tellen de centra bij elkaar 81 stuks van de standaardsorteermachine.

Het project ”Briefpost 2000” startte 8 jaar geleden, toen PTT Post nog voornamelijk handmatig werkte en maar een kwart van de post machinaal kon sorteren. Automatische adresherkenning ging in 65 procent van de gevallen goed. Kostenbesparing was het motief. „We moesten minder brieven in meer brievenbussen bezorgen. Het snelle fax- en e-mailverkeer zou de stroom briefpost doen verminderen. Bovendien kwamen er jaarlijks 90.000 brievenbussen bij, op een totaal van 6,5 miljoen. Machinaal werken moest uitkomst bieden”, zegt J. A. M. ten Dam, projectmanager van ”Briefpost 2000”. Hij tekent daar gelijk bij aan dat de poststroom niet afnam, maar juist groeide, van 20 miljoen brieven dagelijks in 1991 tot 22 miljoen nu.

Opkrikken
Een van de doelstellingen van ”Briefpost 2000” was het opkrikken van de automatische adresherkenning van 65 naar 90 procent. „Een beetje ambitieus vonden m'n bazen dat wel”, verwoordt Ten Dam de reactie op de plannen. Er verrezen zes nieuwe sorteercentra voor briefpost. Hightech-sorteermachines en -computersystemen met beeldherkenningssoftware vulden de gebouwen. De indeling is volledig identiek. „Zelfs de toiletten zitten op dezelfde plaats.”

Bewust koos PTT Post voor het scheiden van software en techniek; de sorteerreuzen staan gekoppeld aan een groot netwerk. „In de oude situatie was de software 'harde elektronica', vastgebakken in de machine, dus niet eenvoudig aan te passen. Terwijl er juist op het gebied van informatietechnologie veel verandert.”

De nieuwe sorteermachines kijken met één oog – de camera die een opname maakt van het adres als de brieven een voor een in de lange machine verdwijnen. Voor het thuisbrengen daarvan hebben ze echter verschillende leesmethodes achter de hand: de beeldherkenningssoftware. Als de poststukken het 53 meter lange traject heen en terug afleggen –gemiddeld verblijven ze zo'n 30 seconden in het circuit– buigt het computersysteem zich over het digitale beeld van het adres.

Streepjescode
De adresherkenning begint met de eenvoudigste en goedkoopste manier van lezen: via de klantenindex. Dat is een nieuw soort streepjescode die grote klanten zoals de Postbank en uitgeverijen steeds vaker bij het adres afdrukken. Is er geen streepjescode, dan kijkt de computer naar het adres. De eerste herkenner leest ongeveer 80 procent van de adressen, zowel gedrukt (machineschrift) als handgeschreven.

Van de resterende 20 procent weet een tweede herkenner nog de helft thuis te brengen. Bij elkaar dus 90 procent. Althans, dat is de bedoeling. Momenteel ligt het leesbaarheidspercentage nog wat lager, maar volgens de projectleider werken de softwareleveranciers er hard aan om dat te verbeteren. „In het contract is bepaald dat we geld terugkrijgen van de leveranciers als de leesbaarheid minder is dan het afgesproken percentage. Maar het gaat erop lijken dat we eerder een bonus moeten betalen dan een malus krijgen.”

Geheugen
Voor het lezen van de adressen zijn er verschillende benaderingen, zegt Ten Dam. „Eerst worden de karakters gescheiden. Dan worden de tekens bijvoorbeeld stuk voor stuk onder een fijn raster gelegd. Voor elk van de hokjes in dat raster kijkt de computer naar de zwart-witverhouding, en vergelijkt dat patroon met de letters en cijfers in zijn geheugen. Dan weet de software met een bepaalde waarschijnlijkheid om welk teken het gaat. Een andere methode is het bepalen van de vorm van karakters met raaklijnen. Ook dan weer graaft de computer in zijn geheugen en weet welk patroon van raaklijnen bij welk teken hoort.”

Soms zijn adressen onvolledig of minder duidelijk herkenbaar. Dan heeft het herkenningssysteem nog een mogelijkheid achter de hand; hij vergelijkt ze met een adresdatabank. In dat enorme bestand zitten gegevens van onder meer de Kamer van Koophandel, het telefoonboek en het postcodeboek. Leveren al deze pogingen nog geen zekere adresherkenning op, dan knoopt een vierde computerprogramma alle tot dan toe gebrekkige resultaten aan elkaar, wat tot een sorteerbeslissing kan leiden.

Lukt ook dat niet, dan moet het menselijk oog er alsnog aan te pas komen. „Mensenogen kunnen nu eenmaal nog steeds beter lezen dan een computer.” Het gaat om eentiende van de adressen, voor elke standaardsorteermachine dus zo'n drieduizend per uur. In een grote computerzaal boven in het pand verschijnen de foto's van die adressen op een scherm. Tientallen medewerkers bekijken die opnames en tikken de postcodes in.

Rondje
Ondertussen zijn de 30 seconden nog niet om, en draait de brief nog steeds z'n rondje in de sorteermachine. Als hij door de software is 'thuisgebracht', spuugt de machine hem op de juiste plaats bij een van de vele luikjes uit. Postmensen verzamelen de stapeltjes in bakken, die zijn voorzien van een gekleurd label met postcodes.

Dat de sorteermachine de post niet kwijtraakt op het minstens 100 meter lange traject, is te danken aan het feit dat al vóór de camera wordt bepaald op welk stukje lopende band het poststuk zit. De snelheid van die band is bekend, evenals de tijd die de brief al in de machine doorbrengt. Zo kan de machine precies berekenen waar de poststukken zich bevinden.

De bakken op hun beurt ondergaan ook een sorteerproces; in de bakkensorteermachine. Die verzamelt ze voor één sorteercentrum. Bij elkaar gaat de post dus tweemaal door de sorteerlijnen. Eerst sorteren de centra voor elkaar: het sorteercentrum in het district waar de brieven gepost zijn, doet de eerste –grove– schifting. Daarbij wordt gesorteerd op postcodegebieden en daarbinnen op de vroege post –de postbussen– en de late. Dan gaan de bakken met brieven per vrachtwagen naar het sorteercentrum in het district van bestemming, die ze sorteert in ”bestellopen”, pakketjes voor één postbode.

Het laatste stukje is handwerk: de postbodes leggen 's morgens in alle vroegte de brieven van hun pakket op de juiste bezorgvolgorde voor ze de wijk ingaan en de post op de deurmat laten ploffen. Dan kunnen mensenogen de inhoud van de brief lezen. Want die interesseert het digitale PTT Post-oog niet.