Wetenschap |
Zie ook: Gasproductieplatform K10-B Steeds minder morsingen Platform levert dagelijks bijna 1 miljoen kubieke meter gas Tweemaal per etmaal een 'varken'Door J. Reijnoudt en N. Sterk Na een veilige vliegtocht van een klein uur over de Noordzee zakt de helikopter onverwachts. Nergens land in zicht, en toch hebben de passagiers even later op 35 meter boven zeeniveau vaste grond onder de voeten; het helikopterdek van gasplatform K10-B van Wintershall. Fedde de Vreeze, hoofd mijnbouwinstallatie, voor zijn mannen de HMI, heet zijn gasten welkom, wijst ze de hut voor de komende dagen en staat korte tijd later klaar met een paar veiligheidshelmen. Dan doen we eerst even een rondje. De ronde duurt al gauw een uur en vergt enige flexibiliteit en wat uithoudingsvermogen. De Vreeze gaat voor over stalen trappen boven zee. Ze bieden zicht op woelig water, 20, 25 en soms 30 meter lager. De opbouw van het platform telt op de ene plaats vier verdiepingen, ergens anders vijf of zes, maar de laagste ligt nog altijd 16 meter boven de golven. Christmas trees Achter de christmas trees opent De Vreeze een deur, houdt het stalen gevaarte bij windkracht 6 in bedwang en daalt vervolgens af naar golfniveau. De 30 meter die de negen pijpen gasputten heten ze officieel vandaar de diepte in gaan, is maar een fractie van de totale afstand naar de aardgasbron. Het gas zit opgesloten in een tientallen meters dikke zandsteenlaag, ongeveer 3000 meter diep. Daar komt dan nog bij dat er maar een enkele pijp loodrecht de aardkorst in gaat. Het merendeel van de boorgaten loopt vanaf ongeveer 750 meter schuin weg. Zo eindigt de verste pijp niet alleen 3000 meter diep, maar tegelijk ook op bijna 2500 meter horizontale afstand van het platform. Noodstop Daar komt niemand aan te pas. Zo hoort dat. Toen zich bij de Piper Alpha op 6 juli 1988 om 22.00 uur een noodsitutatie voordeed, wist een deel van het personeel niet welke veiligheidssystemen op handbediening stonden en welke automatisch in actie kwamen. Dat misverstand was uiteindelijk de oorzaak van de ramp. In minder dan 30 seconden veranderde het platform in een verzengende vuurzee, waardoor 165 mensen het leven verloren. De Vreeze noemt de natuurlijke druk waaronder het gas nu staat laag. We zijn hier ooit begonnen met waarden van 280 bar op tien pijpen. Dat plaatst een HMI voor heel andere problemen dan de zorgen die De Vreeze vandaag de dag heeft. Bij een druk van 280 bar moet je de zaak constant zo afregelen dat je met niet meer dan 85 bar naar het vasteland transporteert. Tussen K10-B en Den Helder ligt een pijpleiding met een doorsnee van bijna 90 centimeter. In de tijd van 280 bar op tien pijpen ging er op een topdag wel eens 5 miljoen kubieke meter aardgas door die leiding richting kust. Ter vergelijking: Gasunie levert op een winterse topdag 400 miljoen kubieke meter voor heel Nederland. Gasunie-net De HMI doelt onder meer op de toenemende hoeveelheid water die aan het eind van de productieve tijd van een gasveld altijd met de delfstof omhoogkomt. Dat is niet te voorkomen, omdat onder elke gaslaag water zit. Komt dat in te grote hoeveelheden mee naar boven, dan besluit de maatschappij om die put op dat waterniveau, een paar duizend meter onder het platform, met een prop cement af te dichten. Vervolgens perforeer je met springstoffen de stalen pijp juist boven die prop, zodat er weer gas kan toestromen. Komt ook daar na verloop van tijd te veel water mee naar boven, dan herhaal je dat kunstje. De overheid ziet graag dat de olie- en gasmaatschappijen dit soort tactieken lang toepassen. Dat past goed in de zogenaamde kleine-veldenpolitiek. In die filosofie moet 'Slochteren' zo lang mogelijk gespaard blijven en dat wil het kabinet bereiken door ook de gaswinning vanuit kleine velden of oude productiegebieden te stimuleren. Toch heeft Wintershall zelf ook meer dan één goede reden om K10-B niet af te danken. Het platform produceert sinds 1982 en heeft zichzelf inmiddels een aantal keren terugverdiend. Alle kleine beetjes dragen nu alleen maar bij aan de omzet. Verder speurt de maatschappij naar meer gas rondom het platform. De HMI: Vinden we in de directe omgeving een nieuw gebied met veel gas, dan bouwen we daar een onbemand satellietplatform en sluiten dat op K10-B aan. De satelliet levert dan het gas en dat gaat via het hoofdplatform naar de wal. Subsea completion De bouw van een satelliet is nogal wat goedkoper dan die van een platform waarop, zoals hier, een kleine twintig man werken. K10-B kostte ooit 80 miljoen gulden. Ook het boren van de putten naar pakweg 3000 meter diepte vergt een investering. De Vreeze: Daar huur je een speciale maatschappij voor in en die rekent dan 160.000 gulden per dag. Tegenwoordig kan het wat goedkoper, omdat ze zo weinig te doen hebben, maar wie een oud contract heeft, betaalt nog steeds die prijs. De K10-B heeft al zo'n satellietje: de K10-V. Het miniplatform ligt net 5 helikopterminuten vanaf de 'moeder' en is volledig vanuit de controlekamer van K10-B te bedienen en te controleren. Dezer dagen zit er juist een onderhoudsploeg, die elke avond weer naar de eigen mess en hutten op het hoofdplatform terugkeert. Als de mannen daarginds het licht en de generator uitdoen, valt op het pc-scherm op K10-B het klepje dicht. En als we ze nu willen laten schrikken, zetten we daar de misthoorn op het helidek even aan, grijnst een collega op K10-B. Varken Die vloeibare koolwaterstoffen condensaten noemt de HMI ze gaan wel met het voorbehandelde gas de dikke pijpleiding in, richting vasteland. Een beetje aanslag in de leidingen is nooit te voorkomen. Daarom stuurt de platformbemanning regelmatig een zogenaamd varken met het gas mee. In het Engelse offshore jargon van De Vreeze is dat een pig. Het lijkt op een flinke koker voor een buizenpostinstallatie, met aan de voor- en de achterkant een stevige kunststof schijf. Om de 3 weken gaat er een pig van satelliet naar K10-B; twee keer per dag verdwijnt er een richting Den Helder. Die pijpleidingen zien er aan de binnenkant als nieuw uit, zegt de HMI. |