Wetenschap

Zie ook:
Menselijke klonen worden gekannibaliseerd
„Overgevoelig voor kritiek van streng-christenen”

Embryonale stamcellen bron voor transplantatieweefsels

Een doos reserveonderdelen

Helma Rebel-Struijk
Een embryo gekweekt uit menselijk DNA in een koeieneicel, uit melk gekloonde koeien, muizen als 'fabriek' voor olifanteneicellen, embryonale stamcellen als eindeloze bron voor menselijke organen, een 'onderdelendoos' voor baby's. De oogst aan wetenschappelijke doorbraken in een enkele week. Het „laat ons mensen maken” is misschien nog geen realiteit, maar het „laat ons mensen perfectioneren” is dichtbij.

„Jamie heeft het verdiend de eerste te zijn”. Professor John Gearhart van het medisch instituut van de Johns Hopkins Universiteit in Baltimore toont zich een sportieve verliezer. In de 'strijd' om de eerste publicatie over het kweken van menselijke embryostamcellen was de onderzoeksgroep van embryoloog James Thomson van de universiteit van Wisconsin hem nét een paar dagen voor. Anderhalve week geleden verscheen een artikel van zijn hand in het vooraanstaande wetenschappelijk tijdschrift Science, vier dagen later publiceerde Gearhart in een ander blad.

Deskundigen reageerden verheugd op de publicaties. Het eindeloos doorkweken van stamcellen van menselijke embryo's biedt ongekende mogelijkheden. De cellen zijn geschikt voor onderzoek naar de ontwikkeling van embryo's in het allervroegste stadium. Ook voor onderzoek naar nieuwe medicijnen zijn stamcellen nuttig. Maar de toepassing waar de meeste hoop op is gevestigd, is die van de transplantaties.

Want een kweek van menselijke stamcellen is in feite een eindeloze bron voor weefsels. Dat komt omdat embryostamcellen niet gespecialiseerd zijn, ze hebben het vermogen om uit te groeien tot elk denkbaar weefsel, zegt Lee Silver, hoogleraar moleculaire biologie aan de universiteit van Princeton. Ook hij is enthousiast over het succes van Thomson en Gearhart. „Opwindend”, reageert hij, „en het wordt helemaal interessant als je het kweken van stamcellen combineert met de kloontechniek”.

Dolly
Een paar dagen na de publicatie van Thomson kondigden Britse en Amerikaanse wetenschappers al aan hiernaar onderzoek te gaan doen. Onder de Britten bevinden zich onderzoekers van het Roslin Institute, de 'makers' van het gekloonde schaap Dolly. Hun onderzoek zou uiteindelijk mensen moeten voorzien van een 'doos met reserveonderdelen'. Silver: „Daarvoor neem je het erfelijk materiaal van een lichaamscel van een volwassene, en zet dat in een 'lege' embryonale stamcel. Na vermenigvuldiging van die cel beschik je over een bron voor het kweken van weefsels. Omdat het erfelijk materiaal afkomstig is van de patiënt zelf, zijn er geen problemen meer met afstoting”.

Een maandje geleden maakte De Telegraaf al een tekening van een kunsthart zoals dat zou kunnen groeien in het laboratorium. Adjunct-directeur Harry Griffin van het Roslin Institute noemde het maken van weefsels en organen in een reageerbuis echter „sciencefiction”. De toepassing van hun combinatiemethode moet vooral gezocht worden in het behandelen van ziektes waarbij bepaalde cellen ziek of dood zijn. Bij een hartinfarct bijvoorbeeld sterven hartspiercellen af. Zo'n patiënt kan dan gebaat zijn bij een injectie van laboratoriumhartspiercellen in het hart. Proeven bij muizen hebben al aangetoond dat dit werkt. Een andere toepassing is die voor suikerpatiënten. Zij hoeven niet langer dagelijks insuline te injecteren als ze een aantal cellen geïmplanteerd krijgen die zorgen voor de insulineproductie in hun lichaam.

Ook Silver benadrukt dat het kweken van weefsels nog toekomstmuziek is. Wetenschappers kunnen een stamcel nog niet 'sturen' bij de specialisatie. „Er is nog veel onderzoek nodig, maar iedereen gelooft dat het gaat werken”.

Lange onderzoeksweg
Ook aan het kweken van menselijke stamcellen in het laboratorium ging een lange onderzoeksweg vooraf. Wetenschappers waren al zo'n tien, vijftien jaar bezig, maar tot nu toe was het alleen gelukt stamcellen te isoleren. Zodra de cellen in een laboratoriumschaaltje zaten, bleven ze slechts een paar dagen in leven. Of ze gingen zich specialiseren, zich verder ontwikkelen tot allerlei weefsels. Uiteindelijk slaagden de groepen van Thomson en Gearhart erin een voedingsbodem te vinden waarop de stamcellen nét in leven bleven en zich vermenigvuldigden, maar zich nog niet gingen specialiseren. Na het overplaatsen op een ander medium waren de cellen alsnog in staat zich te specialiseren.

Om hun werk te kunnen doen, moesten ze gebruikmaken van een sluiproute. In de Verenigde Staten mogen wetenschappers proeven met menselijk embryonaal weefsel namelijk niet meer met overheidsgeld betalen. Het Congres verbood dat in 1995. Een absurd verbod, als je bedenkt dat met deze regel het privaat gefinancierde onderzoek niet belemmerd wordt. Vandaar dat Thomson en Gearhart hun werk konden doen in laboratoria waar ze zorgvuldig alle apparatuur hadden verwijderd die met overheidssubsidie was aangeschaft. Beide groepen betaalden hun onderzoek met bijdragen van het biotechnologiebedrijf Geron. In ruil daarvoor mag Geron als enige de stamcellen commercieel gebruiken.

Critici vinden dat de regering beter zelf het onderzoek met menselijke embryo's kan subsidiëren. Alleen op die manier kan de overheid de vinger aan de pols houden, en elk onderzoeksvoorstel zorgvuldig beoordelen. Volgens Silver komt het echter niet zover. „Het onderzoek zal ongehinderd doorgaan, gefinancierd door het bedrijfsleven. Alles kan hier, zelfs mensen klonen, als je maar geen overheidsgeld gebruikt. Ik denk niet dat daar verandering in komt”.

Wettelijk kader
In Nederland ontbreekt een wettelijk kader voor wetenschappelijk experimenteren met embryo's. De wet die voorwaarden en beperkingen moet gaan stellen, de Wet inzake handelingen met geslachtscellen en embryo's, is nog in de maak. Op z'n vroegst eind volgend jaar zal de Tweede Kamer het wetsvoorstel behandelen. De bedoeling is het gebruik van menselijke embryo's te beperken tot onderzoek naar (on)vruchtbaarheid, kunstmatige voortplanting en erfelijke of aangeboren afwijkingen.

In november vorig jaar kwam de Gezondheidsraad na overleg met het Hubrecht Laboratorium met een advies om 'overtollige' embryo's voor het kweken van embryonale stamcellen te gebruiken – een toen nog nieuwe vorm van wetenschappelijk onderzoek. In maart dit jaar ging de Gezondheidsraad nog een stapje verder: het speciaal kweken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek moet ook worden toegestaan.

Juist afgelopen zaterdag werd bekend dat het Hubrecht Laboratorium het Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU) heeft benaderd om in de toekomst mogelijk embryo's te gebruiken voor onderzoek. Het gaat om embryo's die zijn overgebleven na ivf-behandelingen omdat de gewenste zwangerschap is bereikt. Ook de Amerikaanse onderzoeker Thomson maakte daar gebruik van; de ouders hadden toestemming gegeven.

Verbod
Direct volgend op de berichten over het Hubrecht Laboratorium heeft de RPF-fractie schriftelijke vragen gesteld aan minister Borst van volksgezondheid. De RPF'ers Rouvoet en Stellingwerf willen dat de minister in overleg met de sector komt met een verbod op dergelijke proeven tot het moment dat de wet in werking is getreden.

Ook pro-life-bewegingen komen in het geweer. „Een vorm van kannibalisme”, oordeelt de Britse antiabortusbeweging Life over de combinatie van kloontechniek en stamcelkweek. De onderzoekers zeggen zelf dat ze alleen therapeutisch klonen voor transplantatiedoeleinden: „Wij willen geen mensen klonen”. Vanuit hun standpunt klonen ze inderdaad geen mensen, want voor hen is een embryo in een heel vroeg stadium nog geen mens. Silver: „We praten slechts over cellen”. In zijn ogen is het dan ook „onethisch om dit onderzoek na te laten als je er anderen mensen mee kunt helpen”. Maar voor Life heiligt het doel de middelen niet. Ook een jong embryo is een mens, waar je vanaf moet blijven. „Je moet niet proberen een goed doel te bereiken door ethische grenzen te overschrijden”.

„Het is de vraag of een geneeskunde die meer en meer voortbouwt op ethisch problematische stappen, uiteindelijk zegenrijk zal zijn”, zei prof. dr. ir. H. Jochemsen van het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut vorige week over deze techniek. Tegelijkertijd geldt dat een cellijn van embryostamcellen steeds verder van de –verkeerde– bron afraakt. Dat kan het bezwaar tegen het gebruik ervan doen afnemen. Jochemsen wil voorlopig echter afstand houden.

In theorie is het mogelijk om een cellijn te maken zonder daarbij embryo's te 'verspillen', bijvoorbeeld uit cellen van spontane abortussen. Zo'n cellijn kan dan heel lang doorgekweekt worden.

De kweek van de embryostamcellen op zich is ethisch even aanvaardbaar als die van andere lichaamscellen en is zelfs aantrekkelijker dan het gebruik van dierlijke organen voor transplantatie. Daarvoor moeten de dieren eerst genetisch gemanipuleerd moeten worden.