Wetenschap

„We hebben alles verkocht aan de Japanners, voor rijstwijn”

Russisch ruimtetuig in de mottenballen

S. M. de Bruijn
Majestueus torent de entree van het “Groot-Russisch tentoonstellingscentrum” boven Moskou uit. Een vergulde superman en -vrouw op het dak torsen een schoof tarwe – symbool van de vruchtbaarheid. De reusachtige koepel in de eerste van de ruim zeventig paviljoenen draagt een ster in zijn centrum – symbool van de Sowjet-Unie. Langs de rand liet Stalin beitelen dat het „nooit mogelijk zal zijn de Unie van Sowjets te verwoesten”.

De despoot, van wie inmiddels alle standbeelden in de stad zijn omvergehaald, gaf elke republiek zijn eigen paviljoen in het kilometerslange park. Onder Chroesjtsjov veranderde de bestemming van het park in een soort openluchtwetenschapsmuseum. Om alle Moskovieten op de hoogte te houden van de sprongsgewijze vooruitgang in de techniek en de successen van het socialisme, richtte elk paviljoen een permanente tentoonstelling in over een wetenschappelijk thema. Wiskunde, biologie, scheikunde, atoomenergie, cultuur, geneeskunde, transport, metallurgie, elektrotechniek, landbouw. In totaal 71 fraaie paviljoenen die zich elk met gemak kunnen meten met een vaderlands kerkgebouw, netjes gerangschikt langs een mooie allee, met in het midden de “Fontein van de vriendschap van alle volken”.

Inmiddels zijn de gebouwen toe aan hun derde bestemming, al is er deze keer geen opzet in het spel. De nieuwe openheid van Gorbatsjov, de glasnost, bracht Stalins themapark aan de rand van sluiting. De enige methode om te voorkomen dat de kolossale gebouwen, tegelijk met de Sowjet-Unie, stukje bij beetje zouden afbrokkelen en veranderen in een ruïne, is verhuur. Geld voor onderhoud en verwarming komt niet langer van de staat, maar van de honderden bedrijfjes die er neergestreken zijn. Een Internet-café, een kledingzaak en een kunstgalerie, een showroom voor chique auto's en een witgoedzaak; zo'n mooie etalage krijg je als winkel in het centrum van Moskou niet te pakken.

Afgeplakt
In sommige paviljoenen is nog een klein deel van de oorspronkelijke expositie te vinden. Het is al een paar jaar geleden dat onze gids Lidiya Sergeeva het Kosmospaviljoen, gewijd aan de ruimtevaart, bezocht. „Het is nog erger dan ik dacht”, zegt ze triest.

Buiten gaat het nog wel: voor de entree staat trots een Wostok I-raket, hetzelfde type dat Joeri Gagarin omhoogbracht, de kosmonaut die als eerste 108 minuten rond de aarde cirkelde.

Binnen is het donker. Er valt wat licht door de gaten in het dak en uit de ramen van de containers die langs de rand van de hangarvormige ruimte staan opgesteld. Daarin zitten kleine winkels die cd's, video's en allerlei elektronische apparatuur verkopen. De hangar mondt uit in een koepel, zeker 30 meter hoog.

Sergeeva kijkt verbaasd rond: „Hier stonden de originele raketten opgesteld, geen replica's. De Spoetniks, Sojoez en Semjorka's, de ruimtepakken, het astronautenvoedsel, je kon van jaar tot jaar de vorderingen zien”. Inmiddels is de koepel ontruimd, het vijf meter hoge portret van Gagarins vriendelijke gezicht is afgeplakt met lakens. Dat is het enige restant van Ruslands paradepaardje: de ruimtevaart. Vlak naast de raket is de deur van een lampenwinkel.

„De rest hebben we verkocht aan de Japanners, voor rijstwijn”, lachen twee bewakers, die hier eigenlijk niets te bewaken hebben. Met tegenzin vertaalt Lidiya de grap, ze ziet er de humor niet van in. De waarheid achter de ontruiming is dat het dak lekte en delen van het plafond op bezoekers gevallen waren. Daarom moest het Russisch ruimtetuig plaatsmaken voor tweedehands Amerikaanse sleeën. Inmiddels zijn ook die verdwenen.

Munt uit Mir
Het einde van de Koude Oorlog leverde toch een verliezer op: het betekende de nekslag voor de Russische ruimtevaartindustrie. Traditioneel behoorde ruimtevaart tot de militaire industrie. Immers, wie een Spoetnik om de aarde wist te brengen, kon ook bommen strooien boven Amerika. De wapenwedloop werd een slag in het luchtledige, en daarbij stonden de Russen hun mannetje. De eerste satelliet, de eerste hond in de ruimte, de eerste mens om de aarde, de Russen bleven de Amerikanen telkens een paar passen voor. De slag om de maan verloren ze, maar meteen startten de Russen met serieuze voorbereidingen voor een bemande Mars-missie. En in tegenstelling tot de Amerikanen, slaagden de Russen er in 1986 in een permanent bewoond ruimtestation in een baan om de aarde te brengen, de Mir.

Inmiddels zijn de rollen omgedraaid. Sinds 1991 is het militaire onderzoeksbudget verlaagd met maar liefst een factor 15. De productie van militaire vliegtuigen daalde van 275 in 1994 en dertig in 1995 tot nul in 1996. Rusland besteedt nu evenveel aan ruimteonderzoek als India. Geld voor nieuwe grote projecten ontbreekt volledig. Ruimtestation Mir moest vijf jaar functioneren, maar bij gebrek aan een opvolger en dankzij het nodige kunst- en vliegwerk is dat uitgelopen tot twaalf jaar. De verantwoordelijke staatsmaatschappij Energia probeert zoveel mogelijk munt uit Mir te slaan. Zo heeft het Russische ruimtevaartbureau miljoenencontracten afgesloten met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. In ruil daarvoor hebben verschillende Europese astronauten al een paar maanden onderzoek gedaan in Mir. Wie voldoende dollars meebrengt kan hoogstpersoonlijk een bezoek aan het ruimtestation brengen. Een Japanse journalist maakte daar al gebruik van, tegen betaling van 12 miljoen dollar.

Sneeuwstorm
Zelfs de musea hebben het moeilijk, zegt Irina Nesterova. Zij is gids in het “Herinneringsmuseum van de ruimtevaart”, dat is naast het huis van de beroemde raketontwerper Koroljev een van de beste ruimtevaartmusea in Moskou. „Net als het Kosmospaviljoen hebben ook wij problemen met ons budget. We proberen de verzameling in goede conditie te houden, maar we zijn niet in staat iets aan te passen”.

Overbodig is dat niet, althans wat betreft de beschrijving van de collectie. Een van de bordjes in het compacte, maar fraaie museum beschrijft de Boeran, het Russische antwoord op de vier Amerikaanse spaceshuttles. Zelfs de belijning op het toestel lijkt gekopieerd van de Amerikanen. Dit ruimteveer moest de contacten met de Mir gaan onderhouden. Eind 1988 cirkelde de Boeran (Russisch voor sneeuwstorm) voor het eerst onbemand om de aarde. Een halfjaar later vormde het ruimteveer het hoogtepunt van de Parijse luchtvaartshow. De Boeran kwam daar op de rug van het grootste vliegtuig ter wereld, een reusachtige zesmotorige Antonov AN-225 met een vleugelspanwijdte van 87 meter, bijna anderhalf keer zo breed als de grootste Boeing.

Het museum vergeet te vermelden dat de testvlucht in 1988 meteen ook de laatste was. In 1993 –de crisis was volop aan de gang– belandde de Boeran officieel in de mottenballen en een jaar later verhuisde het apparaat naar het Gorki Park in Moskou, de neus bijna in het water van de rivier de Moskwa. Het interieur is omgebouwd tot een restaurant met twee verdiepingen. De medewerkers die vroeger de Boeran bouwden en testten, mogen hem nu bewaken. Aan de binnenkant blijkt de machine niet netjes afgewerkt. Voor 60 roebel krijgt de bezoeker in de cockpit een gesimuleerde ruimtevlucht te zien, voorzien van deskundig commentaar. Hoezo 'verpretparkisering'?

Lang voor het ruimteveer naar de Moskouse kermis werd gevaren, startten de Russen met de bouw van twee andere Boerans. Eind 1995 werden ze weer ontmanteld en de fabriekshal in Zjoekowski is nu in gebruik voor de productie van bussen, injectienaalden en luiers.

Voorsprong
Valt er dan helemaal niets goeds te melden? Het museum roemt de speciale motor die de draagraket van de Boeran aandrijft, de RD-180. Bij het ombouwen van de productiehal van de Boeran besloten de technici om dit deel intact te laten. De schone motor is gebaseerd op een brandstofcel, die waterstof en zuurstof zonder verbranding omzet in elektriciteit, hitte en water. De Russen startten de ontwikkeling ervan al in 1966.

Dit voorjaar sloot de Californische maatschappij Power Technologies Corporation een alliantie met Energia om de techniek te gebruiken voor kleinere motoren. Directeur Maceda zei dat zijn team verbaasd was „over de volwassen toestand van de Russische technologie en het enorme aantal deskundigen. Zowel in de ruimtevaart als in de metallurgie en op diverse andere gebieden hebben de Russen een significante voorsprong, en samen zullen we daar commercieel voordeel van plukken”.

Zo reageert ook een woordvoerder van Boeing, de Amerikaanse vliegtuigbouwer die nauw samenwerkt met de Russen. Erik Simonsen: „De legende van de Boeran bewijst de technische capaciteiten van de Russische ingenieurs en ruimtedeskundigen waarmee we nu één team vormen voor diverse ruimteprojecten, zoals Sea Launch –een raketlanceerbasis in zee– en het International Space Station”.


Dit is het derde deel in een serie artikelen over wetenschap en technologie in Rus land. De foto toont een van de kunstwer ken in de Moskouse metro.

Vorige aflevering:
• Geldgebrek maakt Russen vindingrijk