Wetenschap |
Zie ook: Brandweer onder vuur Risc verbruikt jaarlijks 2 miljoen liter brandstof De vlam in de panG. ten Voorde Wanhopig probeert een groepje brandweerlieden de bovenkant van een 12 meter hoge, ronde opslagtank te bereiken met bluspoeder. Het schuim spettert in het rond. De wind blaast het witte goedje alle kanten op. De vlammen schieten schichtig omhoog. Het vuur wint terrein. Verse troepen komen met nieuwe brandslangen aandraven. Even later bobbelt het bluswater door de stugge roodgekleurde slangen. Langzaam komt de reddingsoperatie op gang. Rook en stoom dringen zich aan alle kanten op. Buizen en leidingen in alle mogelijk soorten en vormen staan op springen. Een gewonde werknemer van het petrochemische bedrijf loopt de hulpverleners verdwaasd voor de voeten. Aan de linkerkant van de brandhaard wordt haastig een waterkanon in stelling gebracht. Duizenden liters water verdwijnen luttele seconden later in het brandende industriële complex. Op een afstandje volgt een branddeskundige van het Rotterdam International Safety Center (Risc) nauwlettend de verrichtingen van de manschappen. Als wij zien dat de cursisten een verkeerde inzet plegen, door bijvoorbeeld een deel van het complex niet te koelen, laten we de brand oplaaien. Net als in de praktijk. We proberen praktijksituaties zo realistisch mogelijk na te bootsten, vertelt Michiel Broeksma, general manager van de Risc-trainingsschool. Brandnieuw Risc Fire & Safety Training bv beschikt momenteel over een terrein van 50.000 vierkante meter met daarop een schoolgebouw voor theorielessen en zes oefenlocaties voor realistische praktijktrainingen. Per jaar komen circa 22.000 brandweerlieden, bedrijfshulpverleners en veiligheidsmensen hun vaardigheden op het gebied van brandbestrijding bijspijkeren. Zo'n 30 tot 40 procent van de bezoekers komt uit het buitenland. Risc kan een uiteenlopende reeks bedrijfsongevallen simuleren. Het internationale oefencomplex beschikt over een zogenaamde basismodule voor huis-, tuin - en keukenbrandjes, maar ook over een geavanceerde petrochemische module, een offshore-locatie met heliplatform en een plek voor de training met gevaarlijke stoffen. Links staat een heus Shell-benzinestation. Elk oefenobject is voorzien van 75 stookpunten, waarmee een fuel-operator een brand naar wens kan laten aanwakkeren. Risc oefent met open vuur, meestal op basis van methanol- en houtbranden. Het oefencentrum verbruikt ieder jaar zo'n 2 miljoen liter brandstof: 1,5 miljoen liter gas en 0,5 miljoen liter benzine. De cursisten jagen er jaarlijks ongeveer 100 ton bluspoeder doorheen. Bluswater is door hergebruik onbeperkt voorradig. Investeringen Het gehele terrein is waterdicht. Overal zijn vier lagen asfalt gelegd om bodemvervuiling te voorkomen. Onder het grondoppervlak zijn vier funderingslagen aangebracht: 30 millimeter dicht asfaltbeton, 40 millimeter grindasfaltbeton, 300 millimeter menggranulaat en een 2 millimeter dik terram wegendoek. Mocht er zich onverhoopt toch nog ergens een lekkage voordoen, dan vangen we dat op via een speciaal drainagesysteem. Eventuele vervuiling kunnen we direct signaleren op een van de veertien meetpunten die langs het terrein zijn aangebracht. Vervuiling Hoeveel vervuiling het bedrijf jaarlijks veroorzaakt, zegt de general manager niet te weten. Waar brand ontstaat, komt nu eenmaal CO2vrij. We zijn hier niet onschuldig. Absoluut niet. Maar we moeten de praktijksituaties natuurlijk wel realistisch nabootsen, zegt hij. We kunnen hier beter af en toe een pufje CO2gecontroleerd laten vrijkomen dan dat er bij een calamiteit een grote plof ineens loskomt, meent Broeksma. Risc stapt pas vlak voor de daadwerkelijke blussing over van gas op vloeibare brandstof. Blusvijver Dit stelsel bestaat uit ongewapende betonnen rioolbuizen met een totale lengte van 671 meter. Om explosies van brandstofresten in het riool te voorkomen, staat het systeem continu vol water. Het opgevangen blus- en hemelwater wordt via een hoofdriool afgevoerd naar een olie- en bezinkafscheider op het oostelijk deel van het terrein. Deze haalt de grofste vuildeeltjes uit het water. Het bluswater wordt daarna belucht om biologische zuivering op gang te brengen, vertelt Broeksma. Vervolgens verdwijnt het water, na schoonmaak in een biorotor, gezuiverd in de blusvijver. Lozingen op open water zijn definitief verleden tijd. Vorig jaar betaalde Risc nog 150.000 gulden om vervuild afvalwater kwijt te raken. Ook het watergebruik is op de nieuwe locatie danig aangepast. We gebruiken geen zout water meer. Alleen nog zoet drinkwater. Hierdoor ontstaat aanmerkelijk minder corrosie aan het materieel. Zout water, gecombineerd met een zoute zeewind, werkt enorm corrosief, legt de general manager uit. De onderhoudskosten lopen nu naar verwachting aanzienlijk terug. Uitbreiding De eerste verdieping lijkt op een woonflat, compleet met liftschachten en trappenhuizen. Hiermee kan Risc voor het eerst ook binnenbrandbestrijding simuleren. Op de tweede verdieping bevinden zich een laboratorium, een kantoorruimte en een receptie. Brandweermensen en bedrijfshulpverleners kunnen op deze etage oefenen met het omgaan met gevaarlijke en radioactieve stoffen, explosiegevaar en de mogelijke gevolgen van incidenten met bacteriologisch materiaal. De gevangenis op de derde verdieping is ongetwijfeld het boeiendste onderdeel van de nieuwbouw. Brandweerlieden en cipiers kunnen hier oefenen in de verwijdering van vuurgevaarlijke gevangenen. Veiligheidsmaatregelen geven dergelijke oefeningen een extra dimensie. De aangrenzende ziekenhuisruimte komt vol te liggen met bedlegerige patiënten. Verpleegsters moeten echter nog enkele maanden geduld hebben voor ze hier de brandspuit ter hand kunnen nemen. Rambo |