Wetenschap 1 mei 2001

„JSF vliegen is als rijden in auto zonder naar de weg te kijken”

Een kind kan de was doen

Door R. Pasterkamp
Grommend staat het futuristisch uitziende toestel aan het begin van de startbaan. Dan, alsof de katapult loslaat, schiet de X-32 vooruit, de hete woestijnlucht in. Seconden later klimt de Joint Strike Fighter (JSF) onder een opvallend steile hoek naar de weinige wolken aan de hemel. „Vliegen met de Joint Strike Fighter is heel makkelijk”, zei de testvlieger zojuist. Een kind kan de was doen.

De toekomst van de Amerikaanse en wellicht ook Nederlandse luchtmacht staat op drie wielen, heeft een opvallend ronde buik en een gapend gat onder de neus. Zeker van bovenaf gezien heeft het toestel ongewone vormen. Sommigen reppen over een duikboot. Bommen en granaten zijn niet te zien. Die zitten verborgen in de buik van het stealth-toestel, dat daarmee onzichtbaar moet zijn voor de vijandelijke radars.

In immense hallen op Edwards Air Force Base in Californië sleutelen technici van Boeing aan de X-32, het demonstratiemodel van de JSF. De 'baby' wordt met fluwelen handschoenen aangepakt. Moet ook wel omdat van het testmodel maar twee exemplaren bestaan. Bij een beetje wind of een dreigende onweersbui blijft de X-32 aan de grond. Gelukkig schijnt in het zuiden van Californië heel vaak de zon.

Om de hoek op de grootste testbasis van de Verenigde Staten, anderhalf uur rijden ten noordoosten van Los Angeles, is de concurrent van Boeing, Lockheed Martin, neergestreken met zijn demonstratiemodel, de X-35. De Amerikaanse vliegtuigreuzen vechten in een verbeten strijd om de grootste order uit de militaire geschiedenis van de Verenigde Staten. De regering-Bush maakt naar verwachting in oktober bekend wie de 3000 JSF-toestellen mag produceren. De winnaar wacht een kluif van 200 miljard dollar.

Verticaal landen
De JSF is het eerste toestel dat straks universeel is te gebruiken door drie Amerikaanse krijgsmachtdelen. Voor de luchtmacht (met ruim 1700 toestellen de grootste verbruiker) is er de versie met conventionele opstijg- en landingstechnieken als vervanger van de F-16 en de A-10 Thunderbolt. De marine wil de JSF (met zwaar landingsgestel en vanghaak) gebruiken vanaf vliegdekschepen naast de F/A-18 Super Hornet en de mariniers gaan voor een korte startbaan en verticaal landen, de zogenaamde Stovl-versie (short take off vertical landing). De Britse krijgsmacht tekent voor 150 toestellen van de Stovl-versie ter vervanging van de roemruchte Harrier. De eerste afleveringen zijn voorzien voor 2008.

Pas afgelopen najaar maakten de demonstratietoestellen van Lockheed en Boeing hun eerste testvluchten. Volgens kolonel Mike Poore (52), door de Amerikaanse luchtmacht uitgeleend aan het JSF-projectbureau, is de Stovl-versie het grootste technische risico van de JSF. „Het is voor het eerst dat de motor deel uitmaakt van de flight-control.” Door middel van een draaibare uitlaat aan de motor kan het toestel horizontaal dan wel verticaal vliegen. Anders dan in een Harrier (die ook verticaal kan stijgen en dalen en zelfs achteruit kan vliegen) is de werklast voor de vlieger stukken lager. „Met een joystick bedient de piloot de computer. Die doet het werk.”

Het is duidelijk dat de Stovl-versie het ontwerp van de JSF bepaalde. Om over verticale stuwdruk te kunnen beschikken, werd een verticale motor of fan geplaatst in de romp. Hierdoor heeft de JSF een dikke romp, wat wel veel plaats geeft voor brandstof, maar de aërodynamische eigenschappen voor de luchtmachtversie minder optimaal maakt.

Gevecht
Testvlieger Dennis O'Donoghue (43) zet de X-32 van Boeing zonder al te veel problemen op Edwards aan de grond. Hij roemt de kwaliteiten van de JSF. „Het is een makkelijk vliegtuig om te vliegen.” Hij vergelijkt het met rijden in een auto zonder naar de weg te kijken. „Je hoeft je niet druk te maken om het vliegen zelf, maar kunt je volledig concentreren op het gevecht.” Dat komt door het ”digital flight control system” wat de piloot met een joystick controleert. Niet alleen testvliegers van Boeing beproeven het toestel, ook piloten van de overheid draaien hun rondjes in de JSF. Hun bevindingen zijn van doorslaggevende betekenis voor de uiteindelijke keuze.

Als de X-32 van Boeing door welke oorzaak dan ook even niet vliegt, mogen ze dat bij Lockheed Martin niet weten. Bezoekers wordt duidelijk te verstaan gegeven hun mond te houden tijdens bezoek aan de concurrent. De onderlinge naijver is groot. Er staan miljarden dollars op het spel. Beide fabrikanten strooien rijkelijk met aantallen vluchten en gevlogen uren in de testmodellen boven de woestijn.

De X-35 van Lockheed is even weg van Edwards en staat op het uitgestrekte Skunk Works-complex in het Californische Palmdale. Hier werkt de vliegtuigbouwer in het diepste geheim aan vliegtuigen zoals de stealth F-117, de inmiddels legendarische U-2 en de F-22 Raptor. Een grote witte tent moet het JSF-model beschermen tegen de brandende zon. Hoewel conservatiever van vorm oogt ook dit toestel imposant. Een Pratt & Whitney F-119-motor zorgt voor de power.

Generaal
Een trap leidt naar de cockpit. Alom beeldschermen. In de proefmodellen van de JSF kan maar één piloot. Straks worden er ook uitsluitend eenzitters geproduceerd. Hoe graag men ook wil, piloten van geïnteresseerde luchtmachten komen er niet in. Ook al hebben ze de rang van generaal. „Jullie bevelhebber van de luchtmacht, Berlijn, is hier geweest maar hij heeft niet in het echt gevlogen.” Volgens zegslieden van Boeing en Lockheed is de simulator net zo echt. „Je stapt vanuit de simulator zo in de cockpit.”

Als dat zo is, heeft het grote consequenties voor de opleiding van vliegers. Nu moeten aankomende Nederlandse F-16-vliegers wekenlang naar een dure opleiding in de Verenigde Staten. Deze flinke kostenpost voor de luchtmacht behoort met de komst van JSF tot het verleden. Twee simulatoren in Leeuwarden of Volkel en de opleiding kan beginnen. Handig in een tijd van computerspelletjes en war-games. Kolonel Poore van het JSF-projcetbureau lachend: „Er bleef een jochie maar aan ons hoofd zeuren of hij niet een keer mocht vliegen. Bij hoge uitzondering hebben we 'm in de simulator gezet. Na een uurtje kon hij aardig met de JSF overweg.”

Kolonel Poore stelt verder dat er veel minder technisch personeel nodig is om het toestel in de lucht te houden. „Met drie of vier mensen per kist heb je het wel gehad.” Slimme in het toestel ingebouwde software ziet de problemen als het ware aankomen. Een seintje vanuit de lucht maakt dat de techneuten met het juiste gereedschap klaarstaan.

Bommen
De ongewone vorm van de JSF, zeker bij het demonstratiemodel van Boeing, zorgt ervoor dat hij in de lucht nauwelijks door de vijandelijke radar is te zien. De radarstralen ketsen erop af. Het is een techniek die ook bij schepen wordt toegepast, zoals bij de vier nieuwe luchtverdedigings- en commandofregatten van de marine, waarvan de eerste volgend jaar in de vaart komt.

De JSF neemt maximaal twee bommen en twee raketten mee in zijn buik. Critici zeggen dat dit het zwakke punt is. Als de vlieger wil vuren, moet het deurtje open en is het toestel toch te spotten. Poore is er niet van onder de indruk. „Hoeveel seconden staat het luik open? Dat zie je echt niet. Nee, de structuur van het toestel maakt het haast onzichtbaar.”

Of om het met een typische Amerikaanse one-liner te zeggen: Hard to find, hard to hit, hard to kill.

Zie ook:
Zoeken naar een betaalbare duizendpoot