Wetenschap 27 maart 2001

Japan loopt voorop met mobiel internet

Telefoon met stuurknuppel

Door S. M. de Bruijn
Rotterdam-Zuidplein. Terwijl knipperende reclames hun best doen om de aandacht te trekken, gaat ineens het trilalarm van de mobiele telefoon af. Een berichtje. „Speciaal voor jou: een BigMac voor een knaak”, knippert het scherm. Verbaasd kijk je naar rechts; onder de rood-gele M wenkt de goedlachse clown van een hamburgerketen.

In Rotterdam loopt dat nog niet zo'n vaart, maar in Japan lijkt de mobiele telefoon nauwelijks nog bedoeld om mee te bellen. In trein en metro houden de Japanners het toestel niet aan hun oor maar staren ze vooral naar het schermpje, waarop ze informatie vinden over weer en verkeer, kaartjes kopen voor trein of bioscoop, het nieuws of de horoscoop raadplegen, een gokje wagen in de paardenrennen, hun e-mail lezen of schaken met een andere beller.

Vorige week verhuisde het telecombedrijf NTT DoCoMo een stukje Japan naar Hannover. Op de grootste ICT-beurs ter wereld, CeBIT 2001, kunnen westerlingen zich nog tot morgenavond vergapen aan het speelgoed uit het land van de rijzende zon. Wanneer die zon in West-Europa opgaat, blijft onduidelijk, maar het is onwaarschijnlijk dat het dit jaar nog lukt.

Biefstuk
Intussen zitten de Japanners niet stil. Sinds begin dit jaar kunnen abonnees van i-mode, zoals de mobiele internetdienst heet, kleine computerprogramma's in hun telefoon laden. Deze Java-applets zorgen dat de wegenkaart of de aandelenkoersen op het minischerm er begrijpelijker uitzien, en maken de spelletjes nog verleidelijker.

Over twee maanden start NTT DoCoMo in Japan een nieuwe dienst, FOMA, waardoor de 'snelheid' van de mobiele telefoons met sprongen omhooggaat: van 9,6 naar 384 kilobit per seconde. Ontvangen van videobeeld is dan mogelijk, en in Hannover is een voorproefje te zien. Een beeldscherm ter grootte van een lucifersdoosje toont de internetsite van een restaurant. De kok snijdt een biefstuk aan om te laten zien dat het bloed er nog uit druipt. Het beeld is klein, maar zeer gedetailleerd. Even later passeren een actiefilm en een worstelwedstrijd.

De populariteit van i-mode kent haar weerga niet, en FOMA zal daar zeker op voortborduren. I-mode begon in februari 1999, telde ruim een jaar later al 5 miljoen gebruikers en inmiddels is dat gestegen tot 21,4 miljoen. Iedere dag melden zich tussen de 40.000 en 50.000 nieuwe gebruikers aan, die zo'n 40.000 verschillende sites kunnen raadplegen. Cijfers waar Europese telecombedrijven bij watertanden.

WAP
Tegenover de groeicijfers in Japan staan de aarzelende resultaten in Nederland. SMS is weliswaar erg populair met inmiddels 20 miljoen berichten per week, maar WAP, het mobiele internet, raakt maar niet ingeburgerd. Zo'n 5 procent van de Nederlanders heeft een WAP-toestel, maar veel gebruikers zijn ontevreden. De verbinding is traag, wappen is duur, de plaatjes zijn matig, het scherm is klein en er zijn regelmatig storingen. „De kosten van WAP op gsm-toestellen zijn waarschijnlijk de reden waarom het WAP-gebruik niet zo snel groeit”, zegt Sigurd Schuster van Siemens. Gebruikers zijn verwend door internet op een pc, hebben nooit ervaren hoe traag dat vijf jaar geleden ging en raken snel uitgekeken op mobiel internet.

De snelheden waarmee Japan in mei begint, zijn in Europa pas mogelijk in 2003, met UMTS-telefonie. Grote telefoonbedrijven zoals Nokia, Motorola, Ericsson, Panasonic en Samsung, willen daarom munt slaan uit een tussenoplossing, GPRS (zie ”Pakketpost per telefoon”). GPRS maakt i-mode-achtige toepassingen mogelijk in Europa. KPN verwacht eind dit jaar, begin volgend jaar in Nederland GPRS aan te bieden.

Op CeBIT laten veel bedrijven de daarvoor benodigde GPRS-toestellen al zien. Ze beloven dat die nog deze zomer of dit najaar op de markt komen; Motorola verkoopt nu al een model. De meeste toestellen zijn uitgerust met een 'stuurknuppel', een kleine joystick, om te kunnen surfen over het mobiele internet.

Veel fabrikanten bouwen bovendien een Bluetooth-antenne in, zodat de telefoons radiocontact kunnen maken met een lokaal basisstation, waarvandaan ze goedkoper kunnen bellen of verbinding maken met een computer. Het bereik van zo'n station is nu 100 tot 500 meter. Het omgekeerde is dan eveneens mogelijk: iemand loopt langs een winkel en krijgt de reclames naar zijn telefoon gestuurd. In een van de CeBIT-hallen was voor het eerst zo'n Bluetooth-netwerk actief, met 130 basisstations. Standhouders trekken elektronisch aan je jas als je voorbijloopt.

Kermis
Onder de druk van de sterk dalende beurskoersen, dekken de telefoonproducenten zich intussen in door nog steeds nieuwe gsm-toestellen in allerlei smaken en kleuren aan te bieden. Samsung heeft een speciale telefoon voor vrouwen, de SGH-A400, die eruitziet als een make-upspiegel en waarop je menstruatiecyclus kunt bijhouden. Siemens verstopt een toestel in een horloge. Nokia heeft een FM-radio ingebouwd. Minstens drie leveranciers brengen telefoons die werken op zonne-energie. De telefoon-tv van Samsung was vorig jaar al te zien.

Behalve deze 'kermisattracties', vooral bedoeld om jongeren over de streep te trekken, zijn er ook serieuze toepassingen. Nokia's topmodel, de 9210 Communicator, kan niet alleen Word- en Excel-bestanden aan, maar laat ook Powerpoint-presentaties zien. Sony belooft een telefoon met een aparte geheugenmodule, waar naar believen een routeplanner, een afneembare camera of een vingerafdrukherkenner in zit. Vitaphone heeft een toestel voor hartpatiënten. Bij pijn op de borst kan een patiënt een ECG maken, dat automatisch bij een medisch centrum belandt. Het toestel stuurt met behulp van satellietgegevens de locatie door en een cardioloog kan zonodig direct een ambulance waarschuwen.

Zie ook:

Pakketpost per telefoon

Eerdere berichtgeving:

Dossier UMTS

KPN Mobile kiest Japanners als partner
(9 mei 2000)

Mobiele telefoon poort naar internet, uitleg over UMTS
(11 juli 2000)

Japans internetmobieltje heeft 10 miljoen abonnees
(11 augustus 2000)