Wetenschap 20 februari 2001

Genetische manipulatie in handen van terroristen gevaarlijk wapen

Oorlog met miltvuur, pokken en pest

Door Janneke Hak
Op een warme zomerdag cirkelt een klein vliegtuigje boven een miljoenenstad. Niemand heeft in de gaten dat microscopisch kleine vloeistofdruppeltjes met Bacillus anthracis, een bacterie die de dodelijke ziekte miltvuur veroorzaakt, neerdwarrelen op de overvolle straten van de stad. Nauwelijks een halve dag later meldt de eerste patiënt zich bij de spoedeisende hulp. Ernstig ziek. Binnen een paar uur is de gezellige drukte in de stad omgeslagen in een chaos. Mensen die nog niet ziek zijn, hebben hun handen vol aan de verzorging van koortsige, doodzieke slachtoffers. Zonder toediening van de juiste antibiotica zullen maar weinigen de aanval overleven.

Hoe groot is de kans dat bioterroristen met bacteriën of virussen een dergelijke ramp kunnen veroorzaken? Deskundigen zijn het daarover niet met elkaar eens. Dat een aantal religieuze groeperingen, terroristen en extreme regeringen biologische wapens ontwikkelen en overal toe in staat zijn, weet inmiddels iedereen. Daarvan zijn genoeg voorbeelden, zoals aanhangers van de Bhagwan-sekte, die in 1984 in Amerika de lokale verkiezingen wilden beïnvloeden door in restaurants kriskras door de stad salades te besmetten met zelfgekweekte stammen Salmonella typhimurium, een bacterie die een ernstige voedselvergiftiging veroorzaakt. Een infectie met deze bacterie is niet dodelijk, maar leverde wel honderden zieken op die te kampen hadden met koorts en zware diarree. Vervang de salmonellabacterie door de verwekker van dodelijke ziektes als miltvuur, pokken of pest, en het leed is niet te overzien.

Genenkaart
Oorlog voeren met ziekteverwekkers als wapen is eng en oncontroleerbaar. Dat is niet alleen de mening van mensen die worden bestookt met biologische wapens, ook de aanvallers zelf zijn bang dat de ziekteverwekker terugslaat. Maar de ontwikkelingen gaan door. Nu de witte plekken op de genenkaart van de mens steeds kleiner worden en wetenschappers dagelijks meer genen ontcijferen, ligt de weg open om met behulp van genetische manipulatie micro-organismen te kweken die zijn aangepast aan de wensen van de gebruiker. Het is mogelijk ziekteverwekkers te produceren die niet of nauwelijks te bestrijden zijn met antibiotica. Een stapje verder: als wetenschappers de genetische verschillen tussen rassen weten te ontrafelen, ligt de weg open voor een ziekteverwekker die alleen een specifieke bevolkingsgroep, zoals eskimo's of Joden, uitroeit.

Het maken van zo'n ziekteverwekker is niet gevaarlijk voor de daders zelf, want die kunnen met dezelfde kennis een vaccin maken dat hen beschermt. Slachtoffers zullen alleen vallen in het kamp dat niet is ingeënt. Tenzij de tegenstander de mogelijkheid heeft terug te slaan en de ziekteverwekker terugstuurt in enigszins gewijzigde vorm.

Kleding
Het Prins Maurits Laboratorium van TNO in Rijswijk doet onderzoek naar de bescherming van militairen en burgers tegen een aanval met biologische wapens. Een groot deel van het onderzoek spitst zich toe op het afsluiten van de toegangswegen tot het lichaam: de huid en de longen. Ontwikkeling van gasmaskers en kleding neemt binnen het laboratorium een belangrijke plaats in, zegt H. F. G. Oudmayer, medewerker van het instituut. „De kleding die er nu is, houdt ziekteverwekkers uitstekend tegen. Zelfs heel kleine deeltjes kunnen niet door de stof dringen. Het gevolg is dat het materiaal niet ademt en erg warm is. In Nederland is dat niet zo'n probleem, maar wel voor militairen die naar Afrika moeten.”

De gewone burger is vooral geholpen met de ontwikkeling van vaccins, detectoren die micro-organismen in lucht en drinkwater snel aantonen en chemische stoffen om water te ontsmetten. In Nederland zijn de mogelijkheden voor onderzoek beperkt, volgens Oudmayer. „Wij mogen geen gebruikmaken van gevaarlijke bacteriën, die bijvoorbeeld miltvuur en pest veroorzaken. Dat maakt onderzoek moeilijk, maar niet onmogelijk. Landen als Amerika en Groot-Brittannië trekken veel meer geld uit voor onderzoek naar vaccins en antibiotica. De Nederlandse overheid schat de kans op ongelukken niet zo hoog in.”Geheim
De Amerikaan Donald A. Henderson van de John Hopkins-universiteit in Baltimore, die leiding geeft aan het Center for Civilian Biodefense Studies, is minder optimistisch dan de Nederlandse overheid. De wetenschapper, die in de jaren zestig en zeventig nauw betrokken is geweest bij het uitroeien van de pokken, is ervan overtuigd dat in diverse landen meer gebeurt aan ontwikkeling van biologische wapens dan de rest van de wereld zich realiseert.

Henderson wil de gevaren niet onnodig uitvergroten. „Het is niet zo dat werkelijk iedereen biologische wapens kan maken, maar de kans dat ze ergens ter wereld ooit worden ingezet, is groot.” De Amerikaanse wetenschapper is bang voor de paniek die dan uit zal breken; daarvan getuigt ook de chaos die meer dan eens in Amerika ontstond bij een valse melding van een terroristische aanslag met biologische wapens. Hij denkt dat de overheid bij een aanslag niet snel genoeg in staat is te handelen. „Ziekenhuispersoneel moet weten wat de verschijnselen van miltvuur, pokken, pest en botulisme zijn. Die aandoeningen komen zo weinig voor, dat kennis van die ziektebeelden gering is.”

De tijd dat Henderson zweeg over bioterrorisme is voorbij. „Het is beter er gewoon over te praten. Mensen zijn nauwelijks meer op andere, gruwelijker ideeën te brengen. De overheid heeft daar weinig oog voor. Pas als er ongelukken gebeuren, gaat zij aan de slag.”

Streekziekenhuis
Prof. dr. J. E. M. H. van Bronswijk, hoogleraar gezondheidstechniek aan de Technische Universiteit Eindhoven, zou ook het liefst geen woorden vuilmaken aan bioterrorisme. „Aan de andere kant, als we het allemaal geheim houden, zijn de risico's nog groter.” De hoogleraar somt die risico's moeiteloos op. „De meeste micro-organismen kun je via internet bestellen. Een laboratorium van een streekziekenhuis biedt de mogelijkheid grote hoeveelheden ziekteverwekkers, bijvoorbeeld miltvuurbacteriën, te kweken. Een biologisch wapen is een tijdbom. De eerste uren of dagen na de aanval is er nog niets aan de hand. Daarna begint de ellende pas goed.”

De belangrijkste reden waarom biologische wapens nog niet op grote schaal worden toegepast, is volgens de hoogleraar het logistieke probleem. „Het valt niet mee de ziekteverwekkers op een geschikt tijdstip in een goede hoeveelheid op de juiste plaats te krijgen. Ook is er de angst dat de aangevallen groep dubbel zo hard terugslaat.”

Hoewel de Nederlandse overheid de kans op een aanval met biologische wapens klein acht, zal zo'n ramp zich in een dichtbevolkt land als Nederland razendsnel verspreiden, meent Van Bronswijk. „Nederland is klein, heeft weinig hoogteverschil, slechts drie grondsoorten en de temperatuur kent weinig variatie.”

Zie ook:
Biowapens door de eeuwen heen

Zie ook:
Kennis van genen maakt machtig

Interessante sites:
De geschiedenis van bioterrorisme:
http://bioterry.com

Biologische be- en ontwapening:
www.tue.nl