Wetenschap 6 februari 2001

Nieuwe Flora- en Faunawet biedt Reintje beschermde status

„Vos rooft Nederlandse natuur leeg”

Door T. J. Lucas
De Weidevogelbeschermingsgroep Castricum kapt ermee. Nestbescherming heeft geen zin meer. It Fryske Gea meldt gedesillusioneerd dat vossen vorig jaar op de Peasumerlanden een broedkolonie van tientallen Noordse sterns –een zeer zeldzame soort die op de rode lijst van bedreigde soorten staat– uitroeiden. De landelijke gruttostand keldert pijlsnel. De KNJV denkt dat steeds grotere aantallen vossen Nederland leegvreten. De jagersvereniging probeert de Tweede Kamer ervan te overtuigen dat maatregelen nodig zijn. Donderdag discussieert het parlement over de details van de nieuwe Flora- en Faunawet.

„Het is werkelijk ongelooflijk wat er allemaal gebeurt”, vertelt bioloog drs. Siebren Siebenga van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging. „Dagelijks worden wij gebeld door mensen uit het hele land die hun ervaringen aan ons kwijt willen. Het zijn echt niet alleen kippen- en eendenhouders die slachtpartijen melden. Wij kregen bijvoorbeeld anderhalve week geleden een brief binnen van de Weidevogelbeschermingsgroep Castricum. De Castricummers gooien het bijltje er definitief bij neer. De meerwaarde van hun veldwerk is nihil. De weidevogels in hun 600 hectare grote werkgebied, dat zich uitstrekt tussen de duinen van het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) en de A9 Beverwijk-Alkmaar, zijn praktisch verdwenen. Vossen die de laatste jaren vanuit het 5000 ha. grote duingebied van de PWN de omgeving afstropen, roven de nesten één voor één leeg. De afgebeten gruttokoppen wezen onmiskenbaar rovende Rein als dader aan.”

Moeiteloos noemt Siebenga meer voorbeelden op van terreinen waar de vos heeft huisgehouden. „Nadat het 1800 ha. grote Drentse Dwingelderveld in 1997 de status Nationaal Park kreeg, mag er, bij wijze van proef, niet meer gejaagd worden. Volgens beheerder Henk Spoelder zit er inmiddels „niets” meer, behalve reeën en veel vossen. Aan de randen van het beroemde Fochteloër Veen stonden vroeger bordjes met de tekst ”vogelbroedterrein”. Het wemelde er van de weidevogels. De bordjes zijn weggehaald. De tekst klopt eenvoudigweg niet meer met de feiten.”

Kraamkamer
Ook in de Lauwersmeer schijnt het te wemelen van de vossen. De als natuurgebied aangewezen delen van de Lauwersmeer fungeren als kraamkamers voor deze dieren. Vanuit die gebieden zwermen de roodbruine stropers uit naar de polders in de omgeving. Uit cijfers van de Bond van Friese Vogelbeschermings Wachten (BFVW) blijkt dat vorig jaar ten zuiden van de Lauwersmeer de predatie van weidevogelnesten erg hoog lag. Van de kievitsnesten sneuvelde 70 procent, terwijl de legsels van de tureluur en de grutto voor 89 procent verloren gingen. Onderzoek in die regio toonde vorig jaar aan dat vossen voor meer dan 95 procent verantwoordelijk zijn voor deze desastreuze ontwikkeling.

Intussen greep Natuurmonumenten naar de wapens. Uit een proef met rasters in het weidevogelreservaat Wanneperveen-Giethoorn bleek de roodhaar verantwoordelijk voor de dramatisch slechte broedresultaten. Met behulp van lichtbakken schoot de beheerder in 1997 en 1998 maar liefst 91 vossen.

Op de Holterberg, onderdeel van de Sallandse Heuvelrug, levert Staatsbosbeheer (SBB) grote inspanningen om de laatste Nederlandse korhoenders te redden. In 1995 telde het gebied 32 hanen, vorig jaar nog maar 15. 't Is niet helemaal duidelijk of de vos hier de hoofdschuldige is. Toch neemt SBB het zekere voor het onzekere en gaf deskundige jagers opdracht vossen actief terug te dringen.

Als het gaat om terugloop van weidevogelpopulaties, springt de grutto onmiddellijk in beeld als de grote verliezer. Zeker na het afgelopen broedseizoen waren de alarmerende berichten niet van de lucht. De laatste tien jaar heeft deze koning van het grasland het zwaar te verduren gehad. Het aantal grutto's nam met éénderde (35.000 paren) af. Een ontwikkeling als deze legt zelfs op mondiaal niveau groot gewicht in de schaal, omdat meer dan de helft van alle grutto's ter wereld in Nederland broedt. Van de Europese grutto's plant meer dan 90 procent zich in onze weidegebieden voort.

Overheid
Om de problematiek in kaart te brengen is het Grutto Platform opgericht, een samenwerkingsverband tussen de Bond van Friese Vogelbeschermings Wachten, Vogelbescherming Nederland, SOVON Vogelonderzoek, Landschapsbeheer Nederland en de Nederlandse Steltloper Werkgroep. Het Grutto Platform doet een appèl op de overheid, terreinbeheerders, boeren en vrijwilligers om de grutto te redden. Ook veldonderzoek naar predatie door vossen staat de komende jaren op de agenda.

Niet alle vogelorganisaties wijzen met de beschuldigende vinger naar de vos. Vogelbescherming Nederland bijvoorbeeld, geeft toe dat vossen „op lokaal niveau” problemen veroorzaken, maar woordvoerster ir. Cornelie van der Hoop denkt dat de invloed van vossen op de landelijke weidevogelpopulaties „verwaarloosbaar” is. „Objectief onderzoek is tot nu toe niet gedaan. Bovendien vinden wij dat je lokale problemen lokaal moet oplossen. Om vanwege de predatie van die enkele grutto de jacht op de vos te openen, dat gaat me veel te ver. Wij denken dat bebouwing van weidegebied en het steeds intensievere gebruik van grasland de hoofdrol spelen in dit verhaal. Op grote schaal moderniseren de boeren hun grasland. Door egalisaties, inzaaien van veredelde grassen, waterpeilverlagingen en al maar vroeger maaien, krijgen weidevogels nauwelijks een kans om hun jongen groot te brengen”, aldus Van der Hoop. „Deze ontwikkelingen doen de zeer kieskeurige grutto de das om.”

De eerder genoemde weidevogelbeschermingsgroep uit Castricum kwam evenwel tot de conclusie dat predatie door vossen in hun werkgebied het hoofdprobleem is. De Castricummers luidden in 1992 al de alarmklok. Er gingen brandbrieven uit naar de provincie, natuurbeschermingsorganisaties, gemeenten en naar de PWN. De reacties waren „lauw”. Toen de werkgroep twee jaar later aangaf te stoppen met nestbescherming, kondigde de PWN een onderzoek aan naar de invloed van vossen op de omgeving. Dat was mede ingegeven door het feit dat in toenemende mate ook pluimvee en schapen het loodje legden. Rein bleek inderdaad zeer dominant aanwezig in het gebied. Omdat de waterleidingmaatschappij het principe van procesbeheer hanteert (niet ingrijpen, de 'natuur' op zijn beloop laten), doet zij niets met de conclusies van het onderzoek.

„Procesbeheer is de dood in de pot”, is de mening van KNJV-bioloog Siebenga. „De natuur zijn gang laten gaan en tegelijkertijd dieren of planten op de Rode Lijst zetten, is tegenstrijdig. Ingrijpen is beslist noodzakelijk. Je ziet nu wat er gebeurt: in natuurgebieden exploderen vossenpopulaties, waardoor de dieren zich over het hele land verspreiden. Het aantal afgeschoten dieren bedroeg in 1997 zo'n 14.000. De afschotcijfers van de afgelopen jaren zijn nog niet exact bekend, maar het is al wel duidelijk dat die nog veel hoger liggen. Een biologisch evenwicht bereiken is onmogelijk, daarvoor hebben we ons landschap te zeer veranderd. Dat in ons land nog natuur bestaat, is een sprookje. Willen we in Nederland houden wat we hebben –en daar gaan we toch voor?– dan moeten we blijven tuinieren.” Dat laatste hebben we vaker gehoord. Ook voorzitter van de stichting Das en Boom Jaap Dirkmaat verkondigt dit dogma al jaren aan ieder die het horen wil.

Afschot
De Stichting Faunabescherming staat op het standpunt dat afschot van predatoren alleen een overweging kan zijn als een bepaalde diersoort echt op uitsterven staat. Bestuurder J. Poeder: „De korhoenders op de Sallandse Heuvelrug, maar ook de Noordse stern, de lepelaar en andere soorten, trekken bij bedreiging wel naar een andere plek. De teloorgang van grutto's is in de meeste gevallen toe te schrijven aan de moderne landbouw. We moeten dit probleem bij de wortel aanpakken, dus zorgen voor goede biotopen. Vossen schieten is symptoombestrijding.”

In de nieuwe Flora- en Faunawet krijgt Reintje een beschermde status. Donderdag debatteert de Tweede Kamer over de Algemene Maatregelen van Bestuur (AMVB's), ofwel de details van de nieuwe wet. Vulpes vulpes mag alleen nog bejaagd worden als belanghebbenden kunnen aantonen dat hij schade berokkent. Als dat het geval is, moet de desbetreffende provincie ontheffing verlenen om tot afschot te kunnen overgaan. Ondertussen kunnen opponenten tegen jacht hiertegen in beroep gaan.

Of de nieuwe Flora- en Faunawet de vos in de kaart gaat spelen? J. Poeder van Faunabescherming: „Dat zeggen de jagers wel. Maar het is slechts schijn. In werkelijkheid bieden de kleine lettertjes van de wettekst voor jagers ontsnappingsmogelijkheden genoeg om met geladen geweer het veld in te blijven gaan.”

Zie ook:
Vossen in polder Mastenbroek

Gedupeerd door kippenmoordenaar