Wetenschap 30 januari 2001

Insecticiden als oorzaak van bse is onhoudbare theorie

Geblaat over ontstaan bse

Door S. M. de Bruijn
„Diermeel niet verantwoordelijk voor verspreiding bse”. Met vette letters, bovenaan de voorpagina, meldden enkele agrarische bladen vorige week dat er geen relatie is tussen bse en het eten van besmet diermeel. Insecticiden en verontreiniging met mangaan zouden de oorzaak zijn van de Britse bse-epidemie en de ziekte is ook niet overdraagbaar op mensen. Bij nader inzien blijkt die strohalm echter niet meer dan een zeepbel.

„Het is triest dat zeker 150 boeren zelfmoord pleegden door de bse-crisis, tegenover tachtig sterfgevallen van Creutzfeldt”, zegt de Britse bioboer Mark Purdey. Het citaat, eveneens in grote letters, staat in een artikel in Agraaf, agrarisch blad voor West-Nederland, van begin vorige week.

„De diermeeltheorie is onzin”, schampert dr. David Brown, neurobioloog uit Cambridge, over de oorzaak van bse, in het blad Vee & Gewas, agrarisch blad voor Oost-Nederland. En even verderop: „Ik geloof ook niet dat Creutzfeldt door het eten van bse-besmet vlees wordt veroorzaakt.”

Afgelopen week belandden dagelijks faxen en brieven op de redactie van het RD met knipsels uit deze kranten, afkomstig van veehouders die zich, volkomen terecht, afvragen waar ze aan toe zijn. Is dat verbod op diermeel –een strop van 10 miljard gulden– dan onzin? Heeft bse misschien niets te maken met de ziekte van Creutzfeldt-Jakob? Is de hele bse-misère een door media en ministerie opgezweepte massahysterie om de rundveesector zonder gezichtsverlies te saneren?

„Wij vonden het nogal vervelend dat bladen als Vee & Gewas zo'n artikel plaatsen zonder dat ze ons om een reactie vragen”, reageert voorlichtster E. M. A. Balk-Spruit van het Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid (ID-Lelystad). „Ik zou me als redactie wel tien keer beraden voor ik zo'n stuk zou plaatsen.” Reden om eens te onderzoeken wie die Purdey en Brown zijn en hoe ze tot hun vérstrekkende uitspraken komen.

Horzel
Mark Purdey is, zacht uitgedrukt, een volhouder. De biologische boer uit Somerset, in het zuidwesten van Engeland, is bepaald niet dom. Hij rondde weliswaar geen wetenschappelijke opleiding af –zoals Agraaf beweert– maar noemt zich „onafhankelijk wetenschapper die het gedrag van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (zoals scrapie en bse, SMdB) bestudeert” en daarvoor over de hele wereld reist. Hij heeft een handvol publicaties in erkende wetenschappelijke bladen op zijn naam staan, en verdedigde zijn visie vele malen in Britse zondagsbladen en tv-programma's. In Nederland had tot twee weken geleden niemand van hem gehoord, maar in Engeland laaft Purdey zich al sinds 1984 aan de media-belangstelling.

Het begint met de Warble Fly Order 1982, een Britse wet die boeren verplicht hun vee te behandelen met het insecticide fosmet, tegen horzels die in die tijd een ware plaag vormen. De horzel legt zijn eitjes in koeienpoten, waarna de larve zich door het dier verplaatst; een klein jaar later komt de volwassen vlieg tevoorschijn uit het achterwerk van de koe. Fosmet is een organische fosforverbinding (OP-verbinding) en de boer vermoedt een verband tussen die insecticiden en ziekten als multiple sclerose en alzheimer. Purdey, bezorgd voor zijn koeien en zijn zwangere vrouw, weigert de behandeling. In 1985 wint Purdey een rechtszaak tegen de staat: hij krijgt vrijstelling. Terwijl vrijwel alle boeren tweemaal per jaar een lotion met fosmet op de rug van de koeien sprenkelen, mag hij zijn dieren behandelen met ivermectin, een alternatief insecticide.

Nadat in 1986 duidelijk wordt dat er een nieuwe koeienziekte bestaat, bse, is het verband voor Purdey snel duidelijk: de massaal toegepaste OP-insecticiden moeten de oorzaak zijn van bse. Hij begint een onderzoek, belt vijf boeren op waar bse-koeien aangetroffen zijn en zoekt naar gemeenschappelijke factoren. Evenals vrijwel alle boeren gebruiken de getroffen veehouders fosmet. In de daaropvolgende jaren probeert hij zoveel mogelijk bewijzen te verzamelen voor zijn theorie.

Terwijl het aantal bse-gevallen schrikbarend toeneemt, lijkt de biologische boerderij van Purdey gevrijwaard te blijven van de ziekte. Tot zomer 1991, wanneer zijn eerste koe verschijnselen van bse vertoont. Als uiteindelijk, in 1996, vier van zijn runderen aan de ziekte bezweken zijn, stelt de boer vast dat het alleen vee betreft dat hij aangekocht heeft en dat niet van jongs af op zijn boerderij is opgekweekt.

De speurtocht gaat verder, en in 1995 laat Purdey onderzoek verrichten naar het effect van OP-verbindingen op hersencellen. De verbindingen blijken zich niet te hechten aan de verdachte prioneiwitten. Purdey is het er niet mee eens, want de gekozen OP-verbinding is niet fosmet, maar een actievere variant ervan. In 1998 wordt het experiment herhaald met fosmet. Nu blijkt er een effect te zijn: in aanwezigheid van fosmet hopen prionen zich op langs de celwand van zenuwcellen. De wetenschappers die het onderzoek uitvoeren, concluderen echter dat daarmee niet bewezen is dat fosmet bse kan veroorzaken.

Mangaan
Intussen verlegt Purdey zijn werkterrein naar de invloed van sporenelementen in de voeding. Hij vindt een verband tussen het mangaangehalte en het voorkomen van bse: bse lijkt vooral voor te komen waar zich veel mangaan en weinig koper in de bodem of in de voeding zit.

Hij vindt een medestrijder in de persoon van dr. David R. Brown, zelfstandig onderzoeker aan de Universiteit van Cambridge. Die heeft vastgesteld dat in het laboratorium het prioneiwit zich bindt aan koper. Hij veronderstelt dat het prion in normale omstandigheden zorgt voor de koperhuishouding in de hersenen. Mangaan kan koper van zijn plaats verdringen, waardoor het prion van vorm verandert, precies zoals bij bse.

Koren op de molen van Purdey, en Agraaf en Vee & Gewas betitelen het onderzoek van Brown daarom als een bevestiging van Purdeys werk.

Gehakt
Tot zover de geschiedenis. Maar hoe hard is het onderzoek van Purdey en Brown nu? Dat vroeg de Britse Bse Inquiry zich ook af. De Bse Inquiry is een parlementaire onderzoekscommissie die tussen januari 1998 en oktober 2000 zestien dikke delen produceerde. Onder de 860 getuigen die de commissie hoorde, bevinden zich zowel Purdey als Brown.

Van Purdeys betoog maakt de commissie gehakt. Belangrijkste argument is dat er geen duidelijk verband is tussen het gebruik van OP-verbindingen en bse. OP-verbindingen zijn al decennialang in gebruik, in 1979 en 1980 zelfs meer dan in 1982. Het gebruik ervan nam sterk af sinds 1983 omdat de horzelplaag onder de knie was en vanaf die tijd alleen infectiehaarden gericht met fosmet bestreden zijn. De piek in bse-gevallen valt echter pas in 1992: in dat jaar hebben drie van elke 1000 Britse runderen de ziekte.

Purdey geeft ook toe dat hij verzuimd heeft te onderzoeken of het omgekeerde verband voorkomt: boeren die OP-verbindingen gebruiken terwijl er bij hen géén bse voorkomt. OP-verbindingen zijn wereldwijd in gebruik, terwijl alleen Groot-Brittannië een ware epidemie kent. In Australië en Nieuw-Zeeland is de horzel ook met fosmet bestreden, op precies dezelfde manier –zij het met een wat lagere concentratie– terwijl bse daar helemaal niet voorkomt.

De wetenschappelijke experimenten van Purdey sneuvelen eveneens. In het eindrapport stelt de commissie dat OP-verbindingen weliswaar een verandering in prionen teweeg kunnen brengen, maar die heeft niets te maken met wat er gebeurt bij bse. Ook onder de microscoop is een duidelijk verschil te zien tussen hersenen die aangetast zijn door OP-verbindingen en 'bse-hersenen'.

Ook de steun van dr. Brown voor Purdey is niet zo groot als wordt beweerd. Door de telefoon verklaart hij: „Purdeys bevindingen zijn belangrijk, maar ik denk niet dat er veel bewijs is voor zijn theorie. Het is duidelijk dat OP-verbindingen het ontstaan van abnormale prioneiwitten bevorderen, maar er zijn zoveel omstandigheden die dat doen. Groeifactoren, zuurstofgebrek, de ontwikkeling van de cellen zelf.”

Brown denkt zelf dat mangaanvergiftiging een van de hoofdoorzaken van bse is. Het door mangaan veranderde prion is echter niet infectieus, geeft hij toe. Ook zijn begeleider, dr. A. M. Tolkovsky, waarschuwt dat het niet meer is dan een theorie en dat experimenten in het laboratorium niet direct bewijzen dat in de hersenen van een rund hetzelfde gebeurt.

Recent vond Brown nog een sterke aanwijzing, die hij nog niet heeft gepubliceerd: hersenen van Creutzfeldt-Jakobpatiënten blijken veel mangaan te bevatten. Brown geeft echter direct toe dat onduidelijk blijft of die extra mangaan oorzaak dan wel gevolg van de ziekte is.

Industriële revolutie
En wat zou volgens Brown de reden zijn dat in Engeland zoveel bse voorkomt en daarbuiten veel minder? De neurobioloog heeft daarover nagedacht. „Mangaan is een verontreiniging uit de metaalindustrie. Het Verenigd Koninkrijk was de eerste geïndustrialiseerde natie.” Dat de industriële revolutie al 150 jaar geleden plaatshad, deert hem niet. „Europa zal straks volgen. Bse is het eerste symptoom van mangaanvergiftiging, Creutzfeldt-Jakob het tweede.” Zijn theorie wordt niet door anderen geaccepteerd. „Ik heb er ook nog geen bewijzen voor, maar mijn gevoel zegt het.”

Zie ook:
„Alles wijst op diermeel als bron van besmetting”

Eerdere berichtgeving:

Overzicht bse-gevallen in Nederland (17 november 2000)

Aanscherping Nederlandse regels rond diermeelvrij veevoer (19 maart 1999)

Nog steeds dierlijke eiwitten in veevoer:
10 mei 1999
26 augustus 1999

Zicht op gekkekoeienziekte, vijftien vragen over bse (18 november 2000)

Duits verbod op diermeel in veevoer (25 november 2000)

Relevante sites:

Bse-informatie van Nederlandse overheid:
www.minlnv.nl(1)

Opsomming van mogelijke oorzaken van bse:
sparc.airtime.co.uk

Kamervragen over theorie van Purdey:
www.minlnv.nl(2)

Britse parlementaire onderzoekscommissie Bse Inquiry:
www.bes.org.uk

Het volledige rapport van de Bse Inquiry is erg uitgebreid. Enkele belangrijke onderdelen:

Getuigenverklaring van Mark Purdey

Samenvatting van de hoorzitting met Mark Purdey

Volledige tekst van de hoorzitting met Mark Purdey

Het gebruik van OP-verbindingen om horzels te bestrijden:
www.bseinquiry.gov.uk(1)

Verloop van de bse-epidemie, factoren die een rol speelden bij het ontstaan:
www.besingquiry.gov.uk(2)
www.bse.org.uk

Behandeling van slachtafval:
www.bseinquiry.gov.uk(3)