Wetenschap 12 december 2000

Vergelijking van klassieke kerktelefonie en drie alternatieven

Klassieke kerktelefoon

De kerktelefoniedienst van KPN is eigenlijk erg ouderwets. Al in 1914 werd er een particuliere telefoonverbinding aangelegd vanuit een woonhuis naar de kerk in Zetten; een jaar later kreeg ene mejuffrouw Van der Kolk in Bunschoten een soortgelijke verbinding omdat ze de kerkdiensten niet meer kon bijwonen. In 1925 beschikten 23 kerken over een officiële kerktelefoon, in 1930 werd het aantal geschat op 300.

Het principe ervan is eenvoudig: de geluidsinstallatie van de kerk stuurt het signaal via een telefoonverbinding naar een telefooncentrale en daarvandaan gaat het naar de abonnee. Die luistert via het kerktelefoonkastje, zijn stereo-installatie of een andere versterker met luidspreker naar de preek. De naam kerktelefoon is eigenlijk niet terecht: de boodschap klinkt slechts in één richting en in feite is er sprake van kerkradio.

Het signaal loopt via een rechtstreekse verbinding van kerk via een versterker en een verdeelaansluiting naar de aangesloten woonhuizen. De verbinding wordt alleen voor dit doel gebruikt. Dat is meteen de reden waarom dit systeem KPN de nodige hoofdbrekens kost. In tegenstelling tot de gewone telefoonaansluitingen kunnen KPN-monteurs storingen niet vanuit de centrale oplossen –omdat de verbinding niet via de telefooncentrale loopt– zodat het onderhoud van de kerktelefoonaansluitingen relatief duur is. De monteurs hebben er weinig ervaring mee en het komt regelmatig voor dat ze een aansluiting maken naar de verkeerde kerk. Dat is pijnlijk, want het over de kerkmuren heen blikken wordt niet door ieder op prijs gesteld.

Carpoolstrook
Er is nog een andere reden waarom KPN niet blij is met de huidige kerktelefoniedienst. Met dezelfde twee aders die nu een groot deel van de week onbenut blijven kan KPN veel geld verdienen, want dankzij moderne technieken past op deze verbinding ook het telefoonverkeer van een bedrijfscentrale met dertig lijnen. Kerktelefonie verhoudt zich tot gewone telefonie als een bijna lege carpoolstrook tot de ernaast gelegen drukke snelweg waar regelmatig files staan.

Bijkomstig probleem is dat een standaardaansluiting alleen mogelijk is binnen het gebied van één telefooncentrale. Deze gebieden hebben niets te maken met de basistariefgebieden: één enkele stad kan meer dan tien van deze telefooncentrales bevatten. Streekgemeenten of kerken in een grote stad hebben daarom vaak te maken met abonnees buiten hun telefooncentralegebied. Die kunnen alsnog via een speciale vertakking aangesloten worden, een zogenaamde trunk, maar dat betekent bijna een verdubbeling van de kosten. Woont de abonnee nog verder van de kerk verwijderd, dan brengt KPN meer trunkaansluitingen in rekening. Dat kan flink oplopen: de Gereformeerde Gemeente in Zeist betaalt voor één abonnee in De Bilt –op 10 km afstand– 1300 gulden per jaar.