Wetenschap 14 november 2000

Zie ook: Tyndall-instituut: 6 graden warmer

Geen eiland zonder problemen

Door J. Reijnoudt
Bewoners van de kleine eilandstaten in de Stille Oceaan twijfelen niet meer aan het al of niet bestaan van klimaatverandering. Kusten kalven af, uitgegraven akkerlanden stromen vol zout water, regen valt er soms 1000 millimeter extra in een jaar of het blijft maanden droog. Tussen Australië en Chili wonen op duizenden eilanden –soms niet hoger dan 2 meter boven de zeespiegel– miljoenen mensen die vrijwel dagelijks naar de lucht kijken.

„Soms repareer je met een kapmes een zonne-energie-installatie”, zegt Tom Wichman, klimaat- en energieman van de Cookeilanden. Hij praat net zo lief over de maatregelen die het eilandbestuur neemt in de strijd tegen klimaatverandering, als over cyclonen en droogte.

Tom Wichman
Wichman is deskundige van de koude grond, zegt hij: „Alles zelf geleerd, onder leiding van een oude baas die eerder zorgde dat alle vijftien eilanden van zijn land via satellietcommunicatie met elkaar in contact stonden.”

„Of we maar op Rarotonga wilden blijven, zeiden de bewoners van het eiland Pukapuka, toen ze hoorden dat we overal straatverlichting op zonne-energie wilden plaatsen”, zegt Wichman. „We zijn natuurlijk gegaan en hebben een voorlichtingsavond belegd. De bewoners wilden koste wat het kost hun dieselgeneratoren houden. Die doen het tenminste altijd, was hun verweer. Wij hebben gezegd: Laat ons het proberen. Als het rommel is, halen we het allemaal weer op. De avond waarop we voor de eerste keer de straatlantaarns aandeden, was iedereen buiten; veel gezinnen hebben er de hele nacht onder geslapen.”

Dat wil niet zeggen dat er later nooit problemen zijn geweest. „Het juiste onderhoud vergt enige opleiding van de eilandbewoners”, lacht Wichman. „Zo belde er een boer dat het systeem eerst prima werkte, maar later met de week achteruitging. Ik ben naar het eiland gereisd –een uur vliegen– en heb die boer gevraagd: Heb je een kapmes? Hij keek me ongelovig aan. Ja, zo'n kapmes waarmee je onderhoud aan je planten pleegt. We zijn naar zijn zonnecelsysteem gelopen en ik heb de bananenboom gekapt die er langzamerhand overheen was gegroeid. In vijf minuten was de klus geklaard.”

Wichman geeft het voorbeeld om te bewijzen dat de overheid van de Cookeilanden beslist zelf ook wat wil doen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Hij betreurt het dat de bevolking van Rarotonga zoveel mogelijk autorijdt, maar hij kan zich toch niet voorstellen dat dat in de toekomst snel zal veranderen. „Dat hebben we van jullie geleerd”, grijnst hij.

Het grootste probleem dat Wichman bij het opzetten van zonne-energiesystemen heeft ondervonden, is de matige kwaliteit van de zonnecelpanelen. „Als ik iets tegen de westerse wereld mag zeggen: Dump je rommel niet bij ons.” Meer dan eens kreeg Wichman gratis panelen aangeboden. „Nu weet ik wat daar achter zit. Het vernietigen van slecht materiaal kost in industrielanden soms zoveel, dat het goedkoper is om het maar weg te geven en de transportkosten naar een eiland in de Stille Oceaan te betalen.”

Cookeilanders twijfelen niet aan het bestaan van klimaatverandering. Wichman: „Wij hoeven niet meer bewijzen. We leven in een gebied waar van nature veel cyclonen voorkomen: gemiddeld elk jaar één en gemiddeld elke twintig jaar een zeer zware. Dat is lang het normale beeld geweest, maar de laatste tien jaar hebben we hier zestien cyclonen gehad. Vaak is er sprake van tientallen miljoenen dollars schade. Soms is de schade bij één cycloon meer dan 10 procent van wat we in een jaar in onze hele archipel verdienen.”

Tuvalu
Hilia Vavae
Klagen veel Cookeilanders daarnaast over langdurige droogteperioden, Hilia Vavae, directeur van de weerdienst van de eilandengroep Tuvalu, heeft een totaal ander verhaal. Alhoewel ze daar niet mee te koop loopt. „Wat wilt u weten?” vraagt ze bescheiden. Wijkt het weerpatroon op Tuvalu de laatste jaren in enig opzicht af van wat de eilandbewoners daar de afgelopen decennia gewend zijn? „Nog niet zo lang geleden zijn we een van onze eilanden aan een totale overstroming kwijtgeraakt”, zegt Vavae. Ze relativeert: „Het was een onbewoond eiland, maar veel mensen gebruikten het als een picknickgebied.”

Tuvalu telt niet meer dan negen eilanden met in totaal net 10.000 inwoners. Van noord naar zuid is de grootste afstand in de eilandengroep een kleine 700 kilometer. Met een totale oppervlakte van ruim 25 vierkante kilometer is de Tuvalu-archipel een van de kleinste landen ter wereld. „Al zijn we nog zo klein, we maken op klimaatgebied alles mee wat andere landen en volken in de Stille Oceaan beleven, inclusief de gevolgen van El Niño”, stelt Vavae.

In een El Niño-jaar is de temperatuur van atmosfeer en zeewater duidelijk hoger dan in andere jaren. De weervrouw legt uit: „Warmer water en een warmere lucht leiden in de tropen altijd tot een hogere neerslag. Funafuti, de hoofdstad van Tuvalu, had in 1997 5140 millimeter neerslag. Dat is de op een na hoogste jaarlijkse regenval sinds 1928, het jaar waarin we de waarnemingen gingen registreren. Op het eiland Nanumea viel in 1983 de hoogste regenval sinds de start van de waarnemingen daar in 1941: 5046 millimeter. In 1997 en 1998 viel op hetzelfde eiland 4160 en 4138 millimeter.” Vavae heeft nog veel meer cijfers paraat en ze concludeert daarbij: „Die neerslaghoeveelheden liggen 1000 millimeter en meer boven het gemiddelde over de afgelopen tientallen jaren.”

Een andere bedreiging op Tuvalu vormen de overstromingen. Vavae: „Vooral in agrarische gebieden waar in uitgegraven percelen verschillende soorten groenten groeien. Speciaal als de overstromingen samenvallen met hoge zeewaterstanden, staan die percelen langdurig vol met zout water. Soms zijn ze daardoor drie maanden tot een halfjaar onbruikbaar.”

Vanuatu
Nelson Rarua
Klimaatcoördinator Nelson Rarua van de eilandengroep Vanuatu moet een wat groter gebied overzien dan zijn collega van Tuvalu. „Vanuatu is een archipel met meer dan tachtig eilanden. Noord-zuid is de afstand in ons land zeker 1300 kilometer. Daar wonen bijna 200.000 mensen; soms maar met een paar families op een eiland.” Met al die gezinnen kan Rarua niet in gesprek gaan. „In ons land worden 110 verschillende talen gesproken en dat zijn niet zomaar dialecten.”

Van groter zorg is ook voor Rarua het onderwerp klimaatverandering, al valt dat niet van zijn gezicht af te lezen. In tegenstelling tot de Tuvalu-archipel krijgt Vanuatu eerder minder dan meer regen; tussen 1973 en 1997 schommelt die hoeveelheid rond de 200 millimeter per jaar, maar er is duidelijk een dalende lijn in de grafieken zichtbaar. „Maar let op de cyclonen”, zegt Rarua. Hij toont een schemaatje waarin de aantallen per tien jaar zijn weergegeven: tussen 1939 en 1949 tien zware cyclonen, van 1959 tot 1969 twaalf, van 1969 tot 1979 zijn het er 24 en van 1989 tot 1999 zelfs 25.

Rarua is een ervaren congresganger. Hij komt deze week naar Den Haag en was voor zijn land ook op de VN-klimaattoppen in Kyoto, Buenos Aires en Bonn. Hij spreek het jargon: „Ik zeg tegen de industrielanden: Ratificeer het verdrag van Kyoto. Dat zijn jullie aan ons, kleine eilandstaten, verplicht. Wij lopen meer risico dan jullie, terwijl jullie meer geld hebben dan wij om jezelf tegen de gevolgen van klimaatverandering te beschermen. Sommige van onze eilanden verdwijnen al bijna onder de zeespiegel.”

Kiribati
Nakibae Teuatabo
De oude baas Nakibae Teuatabo van Kiribati, uit te spreken als Kiribas, draait al sinds de eerste wereldklimaatconferentie begin jaren negentig, mee in dit wereldje. Zijn eigen land telt 36 eilanden en ongeveer 80.000 inwoners en „is niet meer of minder kwetsbaar dan andere kleine eilandstaten. Waar ik bang voor ben, is dat de internationale gemeenschap vergeet dat wij hier leven of dat velen op het noordelijke halfrond het niet eens weten.” Teuatabo somt op: „Papoea-Nieuw-Guinea is met Wewak en Rabaul een groot eilandenrijk waar meer dan 4 miljoen mensen leven die volgens velen Engels spreken, maar in werkelijkheid honderden lokale talen hebben. Dat zijn rijke culturen die nu door klimaatverandering worden bedreigd. Bovendien gaat het om een gebied met een oppervlak van meer dan 400.000 kilometer.” Daarmee is alleen Papoea-Nieuw-Guinea al meer dan tien keer zo groot als Nederland.

Teuatabo's vinger glijdt verder over de kaart. „Tonga met 170 eilanden en 100.000 inwoners, Vanuatu met tachtig eilanden en iets minder dan 200.000 mensen.” De federatie Micronesië, ten noorden van Papoea-Nieuw-Guinea, neemt hij even samen: „Ruim 600 eilanden en iets meer dan 100.000 inwoners.” Teuatabo vat samen: „We praten hier in het zuidwestelijk deel van de Grote Oceaan over iets meer dan 7 miljoen mensen, verdeeld over 22 landen die samen een paar duizend eilanden hebben.”

De 36 eilanden van Kiribati vormen een bijzonder kwetsbare groep. Teuatabo: „Tarawa bijvoorbeeld is een van onze dichtstbevolkte eilanden: 30 kilometer lang en hier en daar niet meer dan 200 meter breed, maar het belangrijkste is dat het nergens hoger dan 2 meter boven de zeespiegel uitkomt. Wat moeten wij? Dijken bouwen is voor ons onmogelijk.”

Salomonseilanden
Mike Ariki
„Het is heel moeilijk om de kwetsbaarheid van de Salomonseilanden in cijfers uit te drukken”, zegt Mike Ariki van de meteorologische dienst van de Salomonseilanden. Hij wijst ook op andere dingen dan klimaatverandering. „De commerciële ontwikkeling van veel grotere landbouwbedrijven heeft de kleine boeren die voor de voedselproductie zorgen steeds verder naar de meer marginale kustgebieden of onrendabele hooglanden verdreven. We hebben ook de sterkste bevolkingsgroei van de Pacific-eilanden. Die twee dingen samen zorgen voor een slechtere voedselsituatie in ons land.”

Het intensiever gebruiken van kwetsbare kustgebieden en het verder ontbossen van het binnenland zorgen voor een toename van bodemerosie, het wegspoelen van de vruchtbare bovenlaag van de grond. Ariki: „Sinds de jaren zestig is 65 procent van onze oorspronkelijke bossen gekapt.”

Om uitspraken te doen over klimaatverandering op de Salomonseilanden, heeft de meteoroloog nog veel te weinig gegevens. „Er is een groot gebrek aan details over de toekomstige veranderingen in klimaat en het zeeniveau in de Salomonsarchipel”, vindt Ariki. „We hebben geen harde gegevens, te weinig kennis hier om die dan te analyseren en we hebben ook geen cijfers uit het verleden.”

Gevaarlijk
Minister Pronk, de voorzitter van de wereldklimaatconferentie die deze en volgende week in het Haagse Congresgebouw plaatsheeft, is zich bewust van de gevaarlijke situatie waarin veel kleine eilandstaten zich bevinden. Op een laatste persconferentie voor de start van de klimaattop zei hij op zijn ministerie: „Hun toekomst staat op het spel. Het kan zijn dat sommige naties in dat gebied over honderd jaar niet meer bestaan.”