Wetenschap 22 februari 2000

Fiets

Door A. J. Regterschot
Een baron die de fiets op de wereldmarkt plaatst. Toegegeven, het is niet de meest voor de hand liggende actie voor een adellijke hoogheid. Toch is het ene baron Karl de Drais de Sauerbrun die op 6 april 1818 het nieuwe vervoermiddel in Parijs tentoonstelt.

Het is niet de bedoeling van de baron de fiets voor het woon-werkverkeer te gebruiken. Daar leent het ontwerp zich niet voor. De ”draisienne”, zoals het vervoermiddel al gauw bekendstaat, heeft een houten constructie. Het gewicht van de fiets is zonder meer hoog: een kilo of 80 is het gemiddelde.

Om de draisienne in beweging te krijgen, moet de wielrijder zich voortdurend afzetten vanaf de grond. De loopfiets stelt nogal wat eisen aan de weg en de berijder. Op een ruige ondergrond is het apparaat nauwelijks vooruit te krijgen.

De Schot Kirkpatrick Maxmillan weet in 1839 een systeem te bedenken dat een voorloper is van de pedalen die nu op iedere fiets zitten. De fiets komt vooruit als de berijder de pedalen omhoog en omlaag beweegt. Zijn uitvinding wordt geen doorslaand succes.

De vélocipède is de volgende stap in de richting van de moderne fiets. Het model raakt bekend vanwege het grote wiel voor en het kleintje achter. In een fabriek in Parijs worden in 1865 al 400 tweewielers per jaar gefabriceerd. Als een constructeur van de Parijse fabriek een jaar later naar de Verenigde Staten vertrekt, is dat het begin van het op de markt zetten van het product in Amerika.

De 'velo' is een bijzonder oncomfortabel voertuig. ”Bottenschudder” is de weinig vleiende bijnaam die het apparaat ontvangt. Geen wonder: op een met kinderkopjes geplaveide weg bezorgen het frame van hout en de metalen banden de bestuurder niet veel rijplezier.

Niettemin nemen zo'n 200 wielrijders op 31 mei 1868 deel aan de eerste officiële fietswedstrijd. De finish is in het Parijse Saint-Cloudpark, waar de winnaar met zijn 73 kilo zware fiets na 10 uur en 25 minuten arriveert. De afgelegde afstand is 134 kilometer.

De vélocipède blijkt geen veilig vervoermiddel te zijn. Als een xxbestuurder over een steen rijdt, is de kans groot dat hij en zijn voertuig een koprol maken. Dit brengt verschillende fabrikanten ertoe het kleine wiel, dat tot dan toe het achterwiel is, aan de voorkant te plaatsen. Hierdoor wordt de kans op omslaan kleiner. Een driewieler is een andere oplossing, die ook voor dames aantrekkelijk is. Met wijde hoepelrokken is het fietsen op een driewieler zediger.

Ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. De Engelsman James Starley weet het gewicht van de fiets flink omlaag te krijgen. Hij gebruikt lichtere metaalsoorten bij de bouw van het frame. De fietser kan door een constructie die Starley maakt, met een omwenteling van het pedaal een afstand afleggen die één keer groter is dan zonder die constructie. De tweewieler wordt daarnaast comfortabeler, door de uitvinding van de luchtband.

De fiets bereikt aan het einde van de 19e eeuw haar huidige vorm. Met elementen die er vandaag de dag nog steeds op te vinden zijn, zoals remmen, aandrijfketting en een versnelling. De Britten H. Sturmey en J. Archer completeren de fiets met dit laatste product. Baron Drais de Sauerbrun mag dan volslagen onbekend zijn, de naam ”Sturmey & Archer” klinkt in de fietswereld nog heel bekend.

Het voorbije millennium zit vol lumineuze ideeën. Een reeks van honderd artikelen belicht wetenschappelijke, medische en technische doorbraken en het gedachtegoed van belangrijke wetenschappers.

Zie ook: Serie uitvindingen