Wetenschap 1 februari 2000

Zie ook: Met de simulator door een bloemperk

Trucksimulator Trust 800: Zelfs het zweet op de bovenlip is echt

Hier een paaltje,
daar een stoeprandje

Door N. Sterk
De start is op een Frans landweggetje. Na een korte rit nadert de vrachtwagen een dorp. Een voetganger wil de straat oversteken, aarzelt wat. De motor slaat af. Herstarten en weer verder. Rechts is de stoeprand voelbaar, de banden schuren erlangs. Dan een rotonde die driekwart moet worden gerond. Dat is te veel van het goede. Middenop raakt de truck vast. De verzekering dekt de schade niet. Een druk op de resetknop en de rotonde ligt er weer aangeharkt bij. De chauffeur probeert het opnieuw. „In vijf minuten, met alle seizoenen, door heel Europa.”

Minister Netelenbos
Als ze uitstapt, ziet ze wat bleek. Haar rijervaring op de eerste civiele vrachtwagensimulator –een Europese primeur– deed haar het zweet uitbreken. Minister Netelenbos (Verkeer) was vorige week de eerste particuliere berijder, daarna mocht de pers. De bewindsvrouw kwam niet boven de 20 kilometer per uur, maar slaakte desondanks zucht na zucht. Als je thuis in een automaatje rijdt, is zestien versnellingen ook wel wat veel van het goede en 18 meter lengte onoverkomelijk. En die man bij de zebra deed ook wel wat klierig. Eerder bediende Netelenbos de simulator voor de scheepvaart op Terschelling, en die voor de luchtvaart op Schiphol. „Die waren toch minder ingewikkeld.” Het verkeer op de weg is natuurlijk verhoudingsgewijs ook de grootste heksenketel met voortdurende interacties.

In de hal van Vakopleiding Transport en Logistiek in Alphen staat de eerste van vier aangeschafte simulatoren van elk een miljoen gulden. Vanaf maart kan erop worden gelest. Zijn simulatoren in de pilotenopleiding en in de maritieme officiersopleiding niet meer weg te denken, voor de opleiding tot vrachtwagenchauffeur waren ze lang economisch niet haalbaar. Ga maar na: een vliegtuig of zeeschip is veel duurder dan een vrachtwagen en de economische gevolgen van ondeskundigheid in de cockpit en aan het roer zijn veel groter dan van een stuurfout op de weg, zegt directeur F. Vos van het Alphense instituut.

Prototype
Zes jaar geleden sloot Transport en Logistiek zich aan bij een Eureka-project om een vrachtwagensimulator te ontwikkelen. De Franse partners waren Renault, Thomson Training & Simulation (veertig jaar ervaring in luchtvaart, zeevaart, kerncentrales en defensievoertuigen) en een opleidingsinstituut. Twee andere deelnemers kwamen uit Noorwegen en Zweden. In 1997 stond een trucksimulator klaar.

Het prototype werd eindeloos getest, tot Thomson T & S de tijd rijp achtte om de Trust 800-trucksimulator op basis van het proefmodel te gaan produceren. Eind 1998 tekende Transport en Logistiek voor de aanschaf van vier stuks, het Franse 'zusterbedrijf' kocht er zes. Tijdens de bouw van de eerste voor Nederland werd, in overleg met het CBR, een deel van de software aangepast aan de Nederlandse situatie.

De Trust 800 bestaat uit de cabine van een Renault Premium, staat op een op en neer bewegend platform en wordt omringd door drie levensgrote videoschermen waarop beelden driedimensionaal op ware grootte worden geprojecteerd. De chauffeur die lest, zit in een cabine die identiek is aan die van de trucks die dagelijks bij Renault van de band rollen. Alle bedieningselementen doen mee, zelfs de tachograaf werkt als gebruikelijk. De start- en schakelgeluiden wijken niet af van die in de praktijk. Ze zijn zó realistisch dat zich op de bovenlip van Netelenbos ook wérkelijk zweetpareltjes aftekenden.

Sneeuw en ijs
Elk jaar worden ruim 10.000 vrachtwagenchauffeurs opgeleid op de openbare weg. Daar treffen ze de omstandigheden die zich dan voordoen. Maar een instructeur gaat niet op weg met z'n cursist als het sneeuwt of ijzelt, terwijl de chauffeur in de praktijk wel in zo'n situatie kan belanden. Bijzondere manoeuvres uithalen op de weg of tegen de grens van het haalbare experimenteren, laat de rijschool ook wel uit het hoofd. Praten over wat er zou kunnen gebeuren als de chauffeur dit doet of dat nalaat is mogelijk, maar uitproberen waar de limiet ligt, is gevaarlijk en kostbaar, dus dat gebeurt niet.

Op de simulator kunnen –op termijn– werkelijk alle situaties worden nagebootst waarin een truckrijder kan belanden. De software bevat ongeveer 200 kilometer (Franse) wegsituaties, met alle denkbare variaties. Vlakke weg, trajecten om te klimmen en te dalen, haarspeldbochten, nauwe dorpsstraatjes, drukke verkeersaders door steden, minirotondes, krappe insteken in winkelgebieden, invoegstroken vol voordringend personenverkeer en dat alles onder alle weersomstandigheden: normaal, mist, ijzel, een laagstaande zon en wat elke ridder van de weg verder kan meemaken.

Ook een klapband, weigerende remmen, een kapotte luchtvering of schuivende en klotsende (tank)lading kan naar keuze worden opgeroepen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een volle, een halfvolle of een lege tank. De computer registreert de prestaties per leerling: zijn schakel- en remgedrag, en zijn al of niet foute ingrijpen in bijzondere omstandigheden. Vorige week kantelde een jonge chauffeur in de simulator meteen levensecht, op de Nederlandse weg geen uitzondering. Een papieren uitdraai houdt hem na het uitstappen de spiegel voor. „Iemand kan perfect schakelen, maar als hij één keer vergeet richting aan te geven, wordt hem dat zwaar aangerekend”, zegt de instructeur. Na een fout moet de oefening direct over, net zo lang tot hij feilloos gaat.

Prijs
Nog niet alle software is klaar, maar alles wordt mogelijk, zegt de instructeur achter de computerschermen in een apart gelegen besturingsruimte. Op de monitors voor hem staan het traject met alle obstakels en bijzonderheden, het zicht dat de chauffeur door z'n voorruit heeft en het beeld dat de beide buitenspiegels hem verschaffen.

Binnen twee jaar worden de overige drie aangeschafte simulatoren aan het systeem gekoppeld. In theorie kan één instructeur acht verschillende simulatoren aan, wat de kosten per lesuur –nu een paar tientjes boven de ongeveer 100 gulden voor een praktijkles– zal gaan drukken. De verwachting is dat het volgen van simulatorlessen op termijn 20 procent besparing geeft op het aantal praktijklessen, nu gemiddeld 28 uur.

Het is de bedoeling dat leerling-chauffeurs die in Alphen worden opgeleid, tijdens de eerste lessen niet meer direct de weg op gaan. Veiligheid en brandstofgebruik worden daarmee gediend, en het oponthoud op de weg door gestuntel neemt af. Na een aantal lessen op de Trust gaat de leerling wel richting asfalt, maar ook de laatste cursusuren voorafgaand aan het praktijkexamen zijn weer op de simulator. Tijdens die lessen gaan ze in sneeuw en mist achter het stuur en worden ze de bergen ingestuurd, een situatie die veel in Nederland opgeleide chauffeurs anders pas meemaken als ze voor hun baas over de Alpen naar Italië moeten.

De softwareprogramma's (CREX) zijn zo gemaakt dat de moeilijkheidsgraad altijd kan worden aangepast aan de ervaring van de lesklant. In Netelenbos' geval liepen er weinig mensen op het trottoir en stak er maar één voetganger over. De gevorderde leerling kan slingerende fietsers en onbehoorlijke automobilisten op zijn weg verwachten.

Kapotte triangel
Woordvoerder A. Nagtegaal van het gelijknamige transportbedrijf, vindt de Trust een magnifieke uitvinding. „Lessen in de bergen of bij gladheid doe je anders nooit. Per jaar rijden wij voor zo'n 100.000 gulden schade. Een chauffeur gaat met een kapitaal de weg op, en een kapotte triangel (koppelstuk) komt heel gauw voor.” Op de simulator kan de cursist kiezen uit een losse trekker, verschillende formaten vaste wagens en stukgoed- of tankopleggers.

Vakopleiding Transport en Logistiek trekt, zo meldt het jaarverslag, nu jaarlijks ongeveer 4000 leerlingen en 30.000 cursisten voor bij- en nascholing. Een deel van hen lest via het leerlingstelsel: vier dagen werken (als bijrijder) en een dag op school. Of er in de toekomst veel meer simulatoren nodig zijn, valt nu nog niet te zeggen. „Hoe reageert de markt? En als het er acht zouden worden, moeten we nadenken over de vraag of we ze niet zullen verspreiden over onze regiokantoren. Dan heb je echter wel voor elke simulator een aparte instructeur nodig en is de les wellicht weer duurder”, zegt een woordvoerder.

Na de proefrit van Netelenbos kreeg de 'geplaagde' minister een cadeau uit handen van directeur Vos, in de vorm van een naar haar genoemde beurs voor opleiding van vrouwelijke truckchauffeurs. Gedurende haar zittingsperiode mogen elk jaar tien vrouwen op kosten van de vakopleiding in Alphen de rijopleiding tot vrachtwagenchauffeur volgen: het rijbewijs C en het CCV-B chauffeursdiploma. Het percentage vrouwen onder vrachtwagenchauffeurs is laag en zeker in tijden van flinke krapte op de arbeidsmarkt wil de vakopleiding alle mogelijkheden aangrijpen. De simulator is straks 14 uur per dag gedurende werkdagen en 8 uur op zaterdagen operationeel, bij elkaar 78 uur per week.

Relevante websites:
Vakopleiding Transport en Logistiek

Thomson Training & Simulation