15 september 2001

Zie ook: Alle optimisme abrupt gelogenstraft
Premier: „Periode van ongewisheid aangebroken”

Kok bang voor spanningen

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – Er zijn geen „directe aanwijzingen” voor aanslagen van moslimextremisten in Nederland. Maar toch is premier Kok bezorgd. Hij vreest dat de „onderhuidse spanningen” tussen autochtonen en allochtonen in de Nederlandse samenleving „sterker zullen worden en tot een uitbarsting kunnen komen.”

Het was gisteren een bijzondere dag voor het kabinet. Volgende week is het Prinsjesdag en met het oog daarop gaven alle vakministers gistermiddag persconferenties om hun begrotingen toe te lichten. Het kabinet kon dus alleen 's morgens bijeen zijn. En het sprak vrijwel uitsluitend over de toestand in de Verenigde Staten en de veiligheidssituatie in Nederland.

Om een uur of kwart voor twaalf sloot Kok de vergadering. De voltallige ministerraad verliet het Binnenhof en liep in een optocht naar het gebouw van de Amerikaanse ambassade aan het Korte Voorhout. Daar waren al zo'n 5000 mensen bijeengekomen. Zij zagen Kok kort voor twaalf uur een bloemstuk op een sokkel voor de ambassade neerleggen. Daarna namen alle aanwezigen enkele minuten stilte in acht ter gedachtenis aan de slachtoffers van de terreuraanslagen in de VS. Kok tekende nog het condoleanceregister van de ambassade, waarna het kabinet weer naar het Binnenhof terugliep. Alle belangstellenden lieten een luid applaus horen, waarvoor waarnemend ambassadeur R. Fendrick zich later zeer geroerd toonde.

Kok noemde de plechtigheid „indrukwekkend” en was blij dat er overal in Nederland zo'n goed gehoor was gegeven aan de oproep om rond het middaguur drie minuten stilte in acht te nemen. „De emotie en betrokkenheid waren van alle gezichten af te lezen”, stelde Kok vast.

Slecht nieuws
Maar van zijn eigen gezicht waren 's middags vooral de zorgen af te lezen. 's Morgens nog was Kok aangenaam verrast door een verklaring van Nederlandse moslimorganisaties die, volgens Kok, „een waardige, afwijzende reactie” op de terreuraanslagen hadden gegeven. „Dit is heel belangrijk, heel bijzonder en bemoedigend”, zei Kok. „Hiermee leveren deze organisaties een belangrijke bijdrage aan een klimaat van verdraagzaamheid.”

Maar er was ook slecht nieuws. Minister De Vries van Binnenlandse Zaken maakte 's morgens in de ministerraad bekend dat de Rotterdamse politie vier moslimfundamentalisten had gearresteerd. En hoewel nog niet is bewezen dat er een relatie bestaat tussen deze arrestaties en de terreuraanslagen in Amerika, straalde van het gezicht van Kok toch de nodige zorg over de mogelijke vertakkingen van terroristische organisaties, ook in Nederland. „Onze diensten zijn alert”, zei Kok.

Dan was er het nieuws over enkele incidenten. Op een paar scholen was het tot spanningen gekomen tussen allochtone en autochtone leerlingen. In Ede waren Marokkaanse jongeren de straat op gegaan om de aanslagen feestelijk te vieren. En de moslimomroep smeet kort na twaalven de uitspraak de lucht in dat alle ongelovigen zullen branden in de hel.

Geen generalisaties
Kok noemde dat alles „heel ernstig.” Hij waarschuwde tegelijkertijd voor generalisaties. „Als er ooit aanleiding is geweest om niet te generaliseren, dan nu. We mogen bepaalde radicale elementen niet vereenzelvigen met de moslimgemeenschap als geheel.”

Kok zei dat alle moslimjongeren die zich misdragen, moeten worden „toegesproken, aangesproken en overtuigd.”

De huidige situatie is uiterst precair, vindt Kok. „De onderhuidse spanningen in onze samenleving tussen autochtonen en allochtonen zouden namelijk sterker kunnen worden en tot een uitbarsting kunnen komen. Ik voorspel het niet, maar we leven in een turbulente tijd.”

Kok kon begrijpen dat zich van heel veel mensen een gevoel van onveiligheid meester heeft gemaakt. „Ik kan alleen maar zeggen dat de toekomst altijd onzeker is, en nu nog onzekerder. Na de euforie over de val van de Muur is nu een periode van ongewisheid aangebroken. Maar juist daarom moeten we nu strijden voor onze waarden en voor stabiliteit en veiligheid. Onze samenleving heeft een basis van gemeenschappelijkheid. Laten we die koesteren en versterken.”