Voorpagina28 juli 2001


CDA, CU en SGP willen reactie kabinet

Kamer: VN-kritiek op
euthanasie is ernstig

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Het kabinet kan de kritiek van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties op de nieuwe Nederlandse euthanasiewet niet zomaar naast zich neerleggen. Daarvoor heeft het oordeel van het comité te veel gezag, stellen vrijwel alle fracties in de Tweede Kamer. CDA, ChristenUnie en SGP willen met spoed een eerste reactie van het kabinet.

Sinds de nieuwe euthanasiewet, die op 1 januari 2002 van kracht wordt, door de Tweede en Eerste Kamer is aanvaard, is er kritiek van diverse internationale instellingen.

Vanuit de Raad van Europa en het Europees Parlement kwam de aantijging dat de wet in strijd zou zijn met het internationaal erkende recht op leven. In politiek Den Haag wordt echter de „ernstige ongerustheid” van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties veel serieuzer genomen.

„Deze kritiek is van een andere orde”, stelt kamerlid Hoekema, buitenlandspecialist van de D66-fractie, over het gisteren verschenen rapport van het comité.

Gezien het belang van het Mensenrechtencomité moet de Nederlandse regering de kritiek „uiterst serieus nemen”, vindt ook zijn coalitiegenoot Koenders (PvdA). VVD-kamerlid Weekers pleit ervoor „dit signaal serieus te betrekken bij de uitvoering van de wet.” Nederland zal volgens hem „in de praktijk moeten bewijzen dat de wetgeving echt zorgvuldig is.”

Het VN-Mensenrechtencomité is er niet van overtuigd dat de euthanasiewet zorgvuldig genoeg is. Hoewel de ministers Borst (Volksgezondheid) en Korthals (Justitie) steeds hebben benadrukt dat de wet voldoende waarborgen zou bevatten om uit te sluiten dat euthanasie in de praktijk ooit sluipenderwijs normaal medisch handelen kan worden, spreekt het comité de vrees uit dat euthanasie routine wordt. Over verschillende aspecten van de wet is het comité „bezorgd”, „ernstig bezorgd” of „ernstig ongerust.”

„Forse woorden”
Volgens Hoekema (D66) zijn dat „forse woorden.” Koenders (PvdA) noemt het rapport „duidelijk kritisch.” Beide paarse politici willen dat het kabinet goed naar de kritiek kijkt en er ook iets mee doet. Heroverweging van de wet, zoals het comité aanbeveelt, gaat Hoekema echter te ver. „Dat lijkt mij niet helemaal een logisch gevolg van de conclusies die het comité zelf trekt. Ik zie dit rapport vooral als een aansporing om de wet zeer zorgvuldig toe te passen.”

Volgens Koenders moet het kabinet „direct in dialoog gaan” met het comité, om te bekijken op welke punten de waarborgen in de wet verbeterd zouden kunnen worden.

Net als Hoekema wijst hij er wel op dat de euthanasiewet als zodanig door het comité niet wordt bestempeld als strijdig met de mensenrechten. De VVD'er Weekers is de enige die de kritiek van het comité op voorhand „onterecht” noemt.

Kabinetsreactie
De christelijke kamerfracties willen met spoed van het kabinet weten hoe het met de kritiek denkt om te gaan. ChristenUnie-kamerlid Rouvoet was daarover gisteren het meest concreet. Hij zei volgende week een brief te willen sturen aan de vaste kamercommissies van justitie en van buitenlandse zaken om ze op te roepen meteen na het zomerreces een officiële kabinetsreactie aan te vragen. SGP-leider Van der Vlies overwoog ook een dergelijke brief te doen uitgaan danwel schriftelijke vragen te stellen.

„Doen zij het niet, dan doen wij het”, aldus het CDA-kamerlid Ross-van Dorp. Volgens haar maakt Neder- land zich internationaal „volstrekt onmogelijk” wanneer het kabinet niet de raad van het VN-comité opvolgt en de euthanasiewet heroverweegt. Het kabinet zou daarmee het gezag dat Nederland het comité altijd in ruime mate heeft toegekend, ondergraven, aldus Ross.

verwijzing naar ander art.Zie ook pag. 4.

Zie ook:
Nederland kan niet zwijgen na kritiek VN