Reizen 1999 |
Zie ook:
Land van Shakespeare
Birmingham probeert imago van black town kwijt te raken Het chocoladesprookje van CadburyDoor W. H. Smith Dudley Zoo is een armetierig zootje. De gerenoveerde kasteelruïne, eveneens in het park, valt bij de schamele verblijven in ieder geval uit de toon. De dierentuin ligt op een heuvel en biedt uitzicht over een mijnstreek die op geen enkele landkaart wordt aangeduid: Black Country. De kolen die een eeuw geleden in het zwarte land werden gedolven, waren het fundament onder de Engelse zware industrie. Overdag zag alles zwart van de rook, 's nachts kleurde de lucht rood. Hier zwoegden duizenden arbeiders voor een droge snee brood. Hoe troosteloos, grauw, lelijk en vuil het toen was, kan het Black Country Living Museum, ook in Dudley, niet uitbeelden. Natuurlijk ruik je kolendamp en hoor je stoommachines stampen, maar wandelend door het openluchtmuseum waan je je in een schoon Victoriaans industriestadje, met een kerkje, een pub en zelfs twee huizen geheel van gietijzer. De bewoners, uitgedost naar die tijd, doen er alles aan je in een Dickens-achtig sfeertje onder te dompelen. Heel gezellig. In knusse winkeltjes maken (en verkopen) lieve omaatjes ouderwets snoepgoed en zoete koekjes. Een deur verder stap je de werkplaats van een mandenmaker binnen of slaat een blacksmith op het aambeeld. Een elektrische tram stopt desgewenst bij de St. James's School, waar leerlingen overigens nooit ouder dan zeven waren. Acht jaar was immers een mooie leeftijd om te gaan werken... Een juf probeert vandaag streng te doen (handen op de rug!), maar de jeugd van deze tijd blijkt daarvan niet zo onder de indruk. Meer ontzag boezemt een gewezen mijnwerker in, die jongeren voorzien van groene helm en rode lantaarn door een ondergronds doolhof gidst. Hij toont met welke technieken de dikste kolenlaag van Engeland (9 meter!) werd gedolven. In de duistere tunnels stuiten de 'kompels' op Billy, Wedge, Isiah en Matthew met zijn pitpony Sally. Om de beruchte explosies te voorkomen, mocht de rug van het trekpaardje nooit geborsteld worden. Na de shift kwam er een stofzuiger aan te pas. Duizend beroepen Tegelijkertijd legden de fabrieken een deken van vuil en roet over de town en moest het werkvolk met bedompte arbeiderswoningen genoegen nemen. Brum, dat sinds 1889 van koningin Victoria de naam city mag voeren, probeert zich met enige flair aan het imago van een vuile stad te ontworstelen. De metropool is weliswaar nog steeds een jungle van industrieterreinen (autoproducenten Rover en Jaguar) en viaducten (Spaghetti Junction!), maar heeft een schoon centrum met Victoriaanse winkelstraten. Met name het cultureel aanzien van de stad is aanzienlijk verbeterd doordat veel verpauperde wijken zijn gesaneerd. Het City of Birmingham Orchestra vormde het middelpunt van de opleving. Het is nu een van de grote orkesten van de wereld, met de Symphony Hall als basis. Daarnaast timmert het Big Heart van het Verenigd Koninkrijk als (inter)nationaal beurs- en congrescentrum aan de weg. Het National Exhibition Centre trekt jaarlijks honderdduizenden bezoekers. Lint van kanalen Gelukkig zijn er alternatieven. Zo toont het Birmingham Railway Museum enorme krachtpatsers en kunnen liefhebbers van kunst en cultuur naar het Barber Institute of Fine Arts (een fraaie collectie impressionistische meesters) of Sarehole Mill, de achttiende-eeuwse watermolen die Tolkien inspireerde tot het schrijven van The Hobbit. Bij Gas Street Basin hartje stad meren toeristen hun gehuurde, vrolijk gekleurde narrowboats af. De vorm van de vaartuigen smal en lang is afgestemd op de eveneens smalle waterwegen, die al in de achttiende eeuw werden gegraven. Het netwerk van kanalen is uitgebreider dan dat van Venetië, zegt VVV-directeur Joe McConnell met een knipoog. Ze vormen een lint van 53 kilometer, wat geenszins betekent dat je zonder belemmeringen kunt varen. Het aantal sluisjes is legio en bovendien moeten ze allemaal met de hand bediend worden. Met name jachtige types die een canal-arrangement boeken, ondervinden zo het onthaasten aan den lijve. Eertijds waren de kanalen echter een goedkope en eenvoudige manier om goederen van de stad naar de diverse afzetmarkten in de wereld te transporteren. De oude pakhuizen langs het water zijn zorgvuldig gerestaureerd en bieden nu onderdak aan musea, restaurantjes en galeries. Hier bevindt zich ook het eerste inlandse National Sea Life Centre, een denkbeeldige oceaan met 3000 levende zeewezens. Vooral vissen die op en rond de Britse eilanden zwemmen, wapperen hier hun vinnen. Vanzelfsprekend vinden kinderen de nieuwe, realistische nabootsing van de Titanic-ramp avontuurlijker dan een 'kudde' zeepaardjes. Juwelierswijk In de bedrijvige juwelierswijk ten noorden van de stad zetten nog steeds 200 juweliers en 50 goud- en zilversmeden de traditie van het vakmanschap voort. Tot eind jaren zeventig leverden ze uitsluitend aan de handel. Nu is iedereen welkom. De variatie is groot, de prijzen zijn (wat) lager dan elders. Kopers moeten op het JQA-merkje letten; in dat geval is het product gemaakt door een lid van de Jewellery Quarter Association. Geïnteresseerden doen in het Jewellery Quarter Discovery Centre een stap terug in de tijd. De attractie, waar gepensioneerde goudsmeden hun vakbekwaamheid tonen, bevindt zich in het voormalige bedrijfje waar Eric en Tom Smith de scepter zwaaiden. Zus Olive deed de boekhouding en ontving klanten. Armbanden waren de specialiteit van het stoffige zaakje. Bang dat er een kruimeltje goud naar buiten werd gesmokkeld, werden de werknemers dagelijks zorgvuldig afgeborsteld. Operatie Stofkam leverde elk jaar een paar ounce op. In 1981 besloot het hoogbejaarde trio te stoppen met werken. Dankzij een oplettende gemeenteambtenaar kon op het nippertje worden voorkomen dat een bulldozer de zaak platwalste. Nu komen jaarlijks honderden toeristen over de krakende houten vloer. Ze kunnen niet alleen op de vingers van gepensioneerde edelsmeden kijken, maar ontdekken ook dat J. Hudson & Co (Whistles) of Hockley in 1921 de fluitjes voor de matrozen van de Titanic maakte en H. Hipkiss Co Ltd. schakels voor de kroonluchters van Buckingham Palace leverde. Gebed en bijbellezing De Cadbury's, die na een bezoekje aan Van Houten in Holland in 1898 een populaire chocoladedrank op de markt hadden gebracht, lieten het oog vallen op een weiland buiten de stad. Bewust, want als Quakers wilden ze niet alleen bewijzen dat een mensvriendelijke bedrijfsvoering mogelijk was, maar ook dat hun duizenden arbeiders niet in erbarmelijke omstandigheden in een krottenwijken behoefden te wonen. Wat dat laatste betreft, rond de nieuwe fabriek bouwden ze cottage-achtige huizen en allerlei andere voorzieningen, zoals een kerk en een cricketveld. Pubs ontbraken. Bournville gold als een voorbeeld voor andere tuinsteden zoals Port Sunlight en Hampstead Garden Suburb. Elke werkdag bij Cadbury werd begonnen met gebed en bijbellezing. Vrouwen en mannen werkten en aten in de kantine strikt gescheiden. Een man die permissie had op vrouwelijk grondgebied te verkeren, was herkenbaar aan een speciale armband. Huwde een vrouw, dan moest ze het bedrijf verlaten. De directeur overhandigde haar echter eerst een Bijbel en een bos anjers. Vakbonden kregen bij het 'strenge' bedrijf geen poot aan de grond. De arbeiders waren dik tevreden. Ze ontvingen een pensioen, werden regelmatig medisch gekeurd en behoefden op zaterdag maar een halve dag te werken. Hun werkomgeving was fris en ze kregen alle gelegenheid tot ontspannen. Zwemles onder de baas z'n tijd was geen probleem. Hetzelfde gold de periodieke UV-behandeling, eveneens in zwembroek! Chocoladeattractie In het museum kan de geschiedenis van het bedrijf gevoelens van heimwee oproepen. Jong en oud snuiven er in ieder geval de geur van cacaobonen op en leren dat de azteken er een bitter drankje van brouwden. Wat Cadbury er nu allemaal van maakt wordt uiteraard ook duidelijk, maar de fabricage zelf speelt zich voor een groot deel achter de schermen af. Hier en daar mag je in de keuken gluren. Na dit weinig spectaculaire onderdeel doet daarentegen de Cadabra-show de mond van menig smulaapje van verbazing openvallen. De familie glijdt in een bean-mobiel langs een mierzoet sprookje en geniet! Cadbury kan bij het grut niet meer stuk. De zak met 'gratis' lekkers raakt steeds voller. Nog even of de kinderen blijven in Birmingham. Toeristische informatie over Birmingham en omgeving: Brits Toeristenbureau, 020-6890002. Voor Cadbury World (volwassenen |