Opinie 19 oktober 2000

Zie ook: „Horzelfunctie en hulp gouden combinatie” (9 oktober 2000)

Hulpverlener moet aansluiting vinden bij de leefwereld van de cliënt

De VBOK is algemeen, niet neutraal

De Vereniging tot Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) hield op zaterdag 7 oktober haar veertiende themadag in Ede onder het motto: Breekpunt of ijkpunt. „De opkomst was boven verwachting en de sfeer, als vanouds, uitstekend”, zegt algemeen directeur mr. drs. Bas van der Ven.

„Echter, het feit dat er op die dag, naast een hoogleraar reformatorische wijsbegeerte en de voorzitter en de directeur van het wetenschappelijke bureau van respectievelijk de ChristenUnie en het CDA, ook een imam en een antroposoof spraken, heeft sommigen verbaasd.” Van der Ven licht de beweegredenen voor dit uitnodigingenbeleid nader toe.

De VBOK staat midden in de Nederlandse samenleving en heeft een uitgesproken opvatting en doelstelling: op basis van de overtuiging dat het menselijk leven beschermwaardig is vanaf de conceptie, wil zij hulp verlenen aan hen die, om welke reden dan ook, ongewenst zwanger zijn. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt naar ras, religie of welke andere onderscheidende factor ook. Immers, de waarde van een mens in ontwikkeling is niet afhankelijk van de identiteit van de ouders.

In de Nederlandse samenleving vormt de groep die uit het gegeven dat bij de conceptie sprake is van nieuw menselijk leven de consequentie trekt dat een embryo beschermd dient te worden een minderheid. Slechts 7 procent van de Nederlandse bevolking wijst abortus af. Het is dus zaak om zoveel mogelijk mensen te verenigen rond de doelstelling van de VBOK, ook degenen die niet direct uit de traditioneel christelijke achterban van de VBOK komen. Een bijkomend voordeel is dat het dan duidelijk is dat de bescherming van ongeboren menselijk leven niet kan worden afgedaan als een zaak waar enkel christenen zich druk over zouden maken. Gelukkig delen ook anderen deze opvatting.

Buitenkerkelijken
Maar er is nog een veel belangrijker reden waarom de VBOK ook anderen aan het woord wil laten. Uit het laatste rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat van de generatie van na 1960 zich 73 procent buitenkerkelijk noemt. De cliënten van de VBOK zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de generatie na 1975. Aangenomen mag worden dat het aantal buitenkerkelijken in deze groep nog een stuk hoger ligt dan de hierboven genoemde 73 procent.

Dit betekent dat van de groep jonge vrouwen die een beroep op de VBOK doen veruit de meerderheid niet gevoelig is voor christelijke argumentatie.

Aangezien de VBOK het ongeboren menselijk leven wil beschermen door de crisissituatie van de vrouw op te heffen dan wel te verlichten, moet zij de leefwereld van haar cliënten kennen, ook als deze niet strookt met de persoonlijke levensovertuiging van de hulpverleners. Alleen dan kan voorkomen worden dat de hulpverlening faalt door wederzijds onbegrip en kan aansluiting worden gevonden met de leefwereld van de cliënt. Indien wij geen aansluiting vinden met de leefwereld van de cliënt blijven hulpverlener en cliënt vreemden van elkaar en komen wij aan de hulpverlening aan moeder en kind niet meer toe. Het zal duidelijk zijn dat aansluiting zoeken niet hoeft te betekenen dat de hulpverlener instemt met de opvattingen van de cliënt.

Breedte
Door de hierboven beschreven werkwijze weet de VBOK al jaren de gehele breedte van de doelgroep die voor de hulpverlening in aanmerking komt te bereiken. Dit uit zich onder andere door het feit dat bijna 80 procent van de ruim 6000 cliënten van de VBOK zich niet christelijk noemt, maar wel een beroep doet op de VBOK.

De VBOK is een organisatie die vanaf de oprichting in 1971 (!) openstaat voor eenieder die de doelstelling van de vereniging onderschrijft. Ook in het aannamebeleid voor medewerkers is het onderschrijven van de doelstelling een voorwaarde en wordt de motivatie voor het werken bij de VBOK grondig onderzocht.

De VBOK staat principieel open voor iedereen die de doelstelling onderschrijft. Maar we weten heel goed dat het met name orthodoxe christenen zijn –naar schatting ruim 80 procent van de 102.000 leden– die het bestaan van de VBOK mogelijk maken.

Op basis van een principiële stellingname maken zij het mogelijk dat een organisatie als de VBOK per jaar ruim 6000 jonge vrouwen en hun kinderen kan helpen. Hierbij gaat het, onafhankelijk van de geloofs- of levensovertuiging, om het kind en de moeder. Daarnaast horen ruim 50.000 jongeren op scholen van allerlei signatuur (openbaar, gereformeerd vrijgemaakt, reformatorisch en algemeen christelijk) de VBOK-visie op het leven.

Effectief
De VBOK-doelstelling is en blijft de bescherming van het ongeboren menselijk leven vanaf de conceptie. Steeds bezinnen we ons op de wijze waarop we zo effectief mogelijk aan deze doelstelling kunnen werken. De achterban van de VBOK maakt het mogelijk dat een organisatie als de VBOK, die aan zoveel mensen hulp verleent, kan bestaan. Nederland mag blij zijn dat er een groep christenen in de Nederlandse samenleving is die conclusies trekken uit hun principes. De VBOK is trots op haar achterban.

De auteur is algemeen directeur van de VBOK.