Paars speelt dure spelletjesDoor Elbert Dijkgraaf Onlangs zijn in Nederland de UMTS-frequenties geveild. Zes bedrijven deden mee en waren op jacht naar vijf concessies. Het beleid van het paarse kabinet heeft geleid tot een veel te kleine opbrengst. Waar de Engelsen en Duitsers de zaakjes goed voor elkaar hadden, was het laag water in de polder. De Nederlandse overheid had de beschikking over een aantal frequenties die toegang gaven tot netwerken waardoor de Nederlandse burger in de toekomst allerlei prachtige telecommunicatiemogelijkheden erbij krijgt. En dan rijst de vraag: Wat te doen met die frequenties? Het antwoord was snel gevonden: Verkopen! De verantwoordelijke bewindslieden bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat kregen een idee. Ze hadden wel eens gehoord dat als je iets verkoopt, je ervoor moet zorgen dat je een zo hoog mogelijke prijs krijgt. Een bekend gegeven is dat als je iets wilt verkopen dat veel mensen (bedrijven) graag willen hebben, een veiling een goed middel is. Je laat ze tegen elkaar opbieden en uiteindelijk zal degene die er het meest voor overheeft, met het 'iets' aan de haal gaan. Veilen dus die frequenties. (Veilingô
(Als onderdeel van een kerstpakket heb ik vorig jaar een pracht van een spel gekregen, ontwikkeld door een vooraanstaand wetenschapper. Door middel van dat spel kom je erachter dat veilen en veilen twee is. Tal van veilingvormen zijn mogelijk, waarbij het van de situatie afhangt welk soort veiling het beste resultaat oplevert. Een voorbeeld. Stel je wilt ‚‚n schilderij verkopen, waarvan je weet dat honderd mensen die een hoop geld hebben, het wel willen hebben. Veilen per opbod is dan een goed middel. Er zijn veel kopers en slechts ‚‚n schilderij. Gedurende de veiling zullen de kopers tot het uiterste gaan om het gewilde schilderij te bemachtigen. Kijk maar naar de schrikbarend hoge prijzen die schilderijen van bijvoorbeeld Van Gogh opleveren.ô
Nog een voorbeeld. Stel je wilt vijf frequenties verkopen en er zijn zes partijen die wel zo'n frequentie willen hebben. Bovendien weet je dat vijf van de zes partijen al in de communicatiemarkt actief zijn en dat het andere bedrijf een nieuwkomer is. Veiling per opbod is dan niet verstandig. In de eerste plaats omdat de vijf bestaande bedrijven meer willen bieden dan de nieuwkomer omdat ze hun markt willen behouden. Ten tweede omdat er maar één hoeft af te vallen en niemand biedt meer. Niet doen dus. Wel doen dus, zei het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Resultaat: een opbrengst van nog geen 6 miljard gulden, terwijl onze geldspecialist, minister Zalm, er 20 verwachtte. Dat viel tegen. Verschil Sommige mensen beweren dat het helemaal niet uitmaakt of de veiling nu 5 of 20 miljard gulden opgebracht heeft. Immers, de consument zou toch moeten betalen voor een hogere opbrengst. De bedrijven zijn ook niet gek en zullen gewoon de prijs van hun producten verhogen als ze meer voor een frequentie moeten betalen. De economische wetenschap schetst echter een ander beeld. Het maakt wel degelijk uit hoeveel betaald wordt voor een frequentie. De bedrijven zijn namelijk helemaal niet in staat om hun prijs te verhogen omdat ze meer betaald hebben voor een frequentie. Als er voldoende concurrentie is, zullen ze het wel nalaten om de prijs te verhogen, want dan verliezen ze marktaandeel en gaan de andere bedrijven met de winst strijken. De wet van vraag en aanbod bepaalt de prijs op de markt, en niet de hoogte van al lang gemaakte kosten. Conclusie, de prijs op een concurrerende markt is gelijk, of de frequenties nu 5 of 20 miljard opbrengen. Het is juist andersom. De bedrijven die in een veiling mee willen bieden, zullen eerst bepalen wat volgens hen de marktprijs wordt. Vervolgens trekken ze daarvan hun productiekosten (inclusief noodzakelijke investeringskosten) af. Wat resteert is een bedrag dat ze deels willen hebben als vergoeding voor het ondernemen en het risico en deels kunnen besteden aan de aanschaf van een frequentie. De biedprijs wordt dus bepaald door de marktprijs en niet andersom. Hieruit valt direct af te leiden wat er gebeurt als er te weinig geboden wordt voor een frequentie. De winst van het bedrijf zal stijgen. Conclusie, de bedrijven die een frequentie in de wacht gesleept hebben, zullen de komende jaren een fors hogere winst hebben en de overheid kan naar haar geld fluiten (behalve dan naar de vennootschapsbelasting die over de winst geheven kan worden). Rato De vraag is natuurlijk of de verantwoordelijke bewindslieden dit hadden moeten zien aankomen. Dat het beter kan is in ieder geval duidelijk. De verwachting van minister Zalm was niet uit de lucht gegrepen, maar gebaseerd op de ervaring in Engeland. De minister heeft gewoon het bedrag dat daar binnengehaald is omgerekend naar rato van de omvang van de markt in Engeland en Nederland. De veiling in Duitsland laat eveneens zien dat bedrijven wel degelijk forse bedragen willen neertellen voor de frequenties. Hoe komt het dan dat het zo gelopen is? Volgens professor Van Damme in het blad Economische Statistische Berichten van 11 augustus is het antwoord simpel. Economen hadden de uitkomst van de veiling kunnen voorspellen en regels kunnen opstellen zodat er wél een hogere opbrengst uit de bus zou rollen. Er had bijvoorbeeld een regel moeten zijn dat als het aantal gegadigden klein zou zijn, niet per opbod maar per afslag geveild zou worden. In dat geval zou naar verwachting meer geboden zijn, omdat het risico dat de bedrijven zouden lopen om met lege handen thuis te komen veel groter zou zijn. Mogelijk zou ook nog een minimumbod per frequentie een goed middel zijn geweest. Kortom, aangrijpingspunten en kennis genoeg. Waarom is er dan geen gebruik van gemaakt? Het antwoord is typerend Nederlands: Te duur. Een wetenschapper is gevraagd om advies uit te brengen. Beschikbaar budget: 25.000 gulden. Wie weet dat een hoogleraar een dagtarief heeft van zo'n 4500 gulden, kan uitrekenen dat een weekje werk het maximum was. En zelfs een hooggeleerde heeft daaraan te weinig om een goed advies te kunnen schrijven. De veiling van de UMTS-frequenties is naar het zich laat aanzien niet dusdanig vormgegeven, dat een zo hoog mogelijke opbrengst binnengehaald kon worden. Schade: naar schatting zo'n 10 miljard gulden. Daar kun je honderd jaar lang driehonderd hoogleraren adviezen van laten schrijven. Of, zoals wij op de jongerendag aan minister Zalm hebben voorgesteld, besteed dat geld aan een verhoging van de hulp aan ontwikkelingslanden. Of, paars had de door haar bejubelde belastingverlaging een extra duw kunnen geven. Het blijft gissen naar de reden waarom het ministerie niet meer aandacht besteed heeft aan de spelregels rond de veiling. Speelt het feit dat de staat aandeelhouder is bij KPN een rol? Vindt de overheid het niet erg dat de Nederlandse belastingbetaler bakken met geld misloopt en de kas van bedrijven gespekt wordt? Hadden de telecommunicatiebedrijven een financiële meevaller nodig? Kortom, tijd voor kamervragen. De auteur is voorzitter van de SGP-jongeren. |