Opinie | 6 april 2000 |
ZondagHet initiatiefwetsvoorstel van het D66-kamerlid Bakker om gewetensbezwaarden tegen zondagsarbeid beter te beschermen, brengt christenen in een uitzonderingspositie en moet daarom worden afgewezen. Jan Westert, algemeen secretaris van het GMV: Het initiatiefwetsvoorstel van D66-kamerlid Bakker roept bij het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (GMV) gemengde gevoelens op, omdat het precies past in het paarse beleid om de zondag van een publieke, collectieve rustdag om te vormen tot een privé-aangelegenheid voor orthodoxe christenen. Gelijktijdig ondersteunt het GMV de poging van de RMU om de rechtspositie van de individuele werknemer te versterken. Het GMV vindt dit voorstel echter geen eerherstel van de zondag, als dag van publieke en collectieve rust. Daar gaat het ons bovenal om. De versterking van de juridische positie blijft helaas een gevecht om de laatste schans. De zondag is formeel nog steeds een collectieve rustdag. Niet alleen voor christenen, maar voor alle burgers. De aantasting van dat publieke karakter doet ons zeer. Bakker wil met zijn initiatiefwet tegemoetkomen aan orthodoxe christenen die door de uitholling van de zondagsrust in de problemen komen. Met die versterking van de rechtspositie kun je het niet oneens zijn, maar zij mag nooit als legitimatie gaan dienen dat daarmee de problemen van christen met de aantasting van de zondagsrust zijn verholpen. Dit wetsvoorstel mag christenen niet in een uitzonderingspositie gaan brengen op de arbeidsmarkt. Een regeling voor gewetensbezwaarden is niet meer dan een noodzakelijk kwaad. Het voorstel dat er nu ligt, zorgt ervoor dat zittende gewetensbezwaarde werknemers niet kunnen worden overruled door collectieve afspraken. Dat is de winst. De voorstellen rond de positie van de sollicitant hebben vooral symbolische betekenis: krijg maar eens boven tafel dat een sollicitant is afgewezen op basis van zijn christelijke levensovertuiging. De praktijk in arbeidsverhoudingen wordt vooral door het niet-juridische bepaald: morele druk, verstoorde relaties met niet-gewetensbezwaarde collega's die eigenlijk ook niet op zondag willen werken, het niet vermelden van afwijzingsgronden bij sollicitatiegesprekken. |