Voorpagina 24 juni 1999

EU opent speciaal bureau in Pristina

Miljarden nodig voor
wederopbouw Kosovo

Van onze buitenlandredactie
BRUSSEL – De EU zal in de periode 2000 tot en met 2002 jaarlijks tussen 1,10 en 1,54 miljard gulden moeten uittrekken voor de wederopbouw van Kosovo. Dat blijkt uit een studie van de Europese Commissie. Om de activiteiten ter plaatse in goede banen te leiden, wordt er een speciaal agentschap gevestigd in Pristina.

De eurocommissarissen Van den Broek (Buitenlandse Betrekkingen) en Bonino (Humanitaire Hulp) presenteerden gistermiddag in Brussel een rapport over de hulp aan de door de oorlog zwaar geteisterde Servische provincie. De schattingen daarin over de benodigde financiële middelen zijn gebaseerd op de ervaringen met soortgelijke programma's in Bosnië. Het dagelijks bestuur van de Unie wil dit jaar 330 miljoen gulden besteden aan de meest dringende behoeften, in aanvulling op 400 miljoen gulden die reeds is toegekend voor leniging van de humanitaire nood.

De regeringsleiders van de vijftien lidstaten gaven begin juni, tijdens de top in Keulen, de Europese Commissie opdracht een bureau op te richten dat het commando voert over de aanwending van de miljarden vanuit de EU voor de wederopbouw. Drie weken later reeds liggen er concrete plannen op tafel. Van den Broek sprak dan ook van „het meest adequate antwoord op een buitengewone crisissituatie.”

Voorts verklaarde hij: „We hebben lering getrokken uit onze aanwezigheid in Bosnië. Daar duurde het een jaar voordat we op toeren waren.” Dit laatste leidde tot forse kritiek op de Nederlandse EU-functionaris. De Amerikanen bleken destijds veel sneller en efficiënter te werken.

Op korte termijn zal een speciaal team, aangeduid als task force, in Pristina de voorbereidingen treffen voor het daar te openen zogeheten Europees Agentschap voor de Wederopbouw. Dat zal straks beschikken over twee- à driehonderd deskundigen op allerlei gebied, waaronder ingenieurs, architecten, agrarische adviseurs en medewerkers in de sfeer van de volksgezondheid. Het zal betrokken worden bij een groot aantal kleinschalige projecten en zal nauw samenwerken met de in Kosovo aanwezige vertegenwoordigers van de Verenigde Naties.

Donorconferentie
In juli organiseert de Europese Commissie een eerste donorconferentie. Zij wil dan samen met internationale financiële instellingen als de Wereldbank en andere geldschieters vooral bekijken wat op korte termijn nodig is voor de opvang van de vluchtelingen die terugkeren uit de omringende landen. In september volgt een tweede bijeenkomst. Dan staan ook de wederopbouw en de hulpverlening bij de macro-economische ontwikkeling hoog op de agenda.

De West-Europese ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken waren gisteren persoonlijk getuige van de vaak gruwelijke realiteit van het naoorlogse Kosovo. De Britse minister van Buitenlandse Zaken Robin Cook bezocht een boerderij bij Velika Krusa in het zuidwesten van Kosovo, waar gerechtelijke experts onderzoek doen naar een veronderstelde massamoord op Albanese Kosovaren. Een „zeer aangeslagen” Cook beloofde dat alles in het werk zal worden gesteld om de personen te vervolgen die voor de moordpartijen verantwoordelijk zijn.

Inwoners van Velika Krusa zeiden dat verscheidene tientallen mannen in boerderijen waren opgesloten en neergeschoten. Vervolgens waren de gebouwen in brand gestoken. „Ze (de slachtoffers) moeten geweten hebben wat hun boven het hoofd hing, en toen werden ze beestachtig door de deuren heen neergeschoten”, aldus Cook. „We hopen maar dat ze toen allemaal dood waren, want daarna werden ze in brand gestoken.”

In het noordelijke Kosovska Mitrovica, waar Franse vredesmilitairen hun handen vol hebben aan het uiteenhouden van Servische en etnisch Albanese Kosovaren, verdedigde de Franse minister van Defensie Alain Richard het optreden van zijn manschappen. Etnische Albanezen klaagden dat de Fransen, die historische vriendschapsbanden met Servië hebben, de Serviërs ten koste van hen hadden bevoordeeld.

Gerechtigheid
Andere ministers die gisteren Kosovo bezochten, waren de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer en diens collega van Defensie, Rudolf Scharping. Ook de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Lamberto Dini en zijn Franse ambtgenoot Hubert Védrine waren present. Fischer zei na een aantal plekken te hebben bezocht waar massagraven zijn gelokaliseerd dat van vrede in Kosovo geen sprake kan zijn voordat de verdachten van oorlogsmisdaden door het Joegoslavië-tribunaal zijn berecht. „Wij zijn van mening dat vrede niet gebouwd kan worden op wraak, maar op gerechtigheid gebouwd moet worden”, aldus Fischer.

De vluchtelingen blijven ondertussen in grote aantallen de grenzen passeren. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR keerden de afgelopen acht dagen ongeveer 207.000 vluchtelingen naar Kosovo terug. UNHCR-woordvoerder Rupert Colville sprak in verband hiermee van „een fenomenaal tempo.”

De Amerikaanse federale recherche FBI stuurde gisteren 56 medewerkers naar Kosovo om onderzoek te doen naar oorlogsmisdaden in de provincie. De onderzoekers zullen zich, volgens FBI-directeur Freeh, vooral richten op het vergaren van bewijzen tegen de Joegoslavische president Milosevic. Amerikaanse mariniers raakten gisteren verwikkeld in een vuurgevecht met sluipschutters. Daarbij vond één sluipschutter de dood en raakten er twee gewond. De identiteit van de belagers is nog niet bekend. De Amerikanen kwamen ongeschonden uit de strijd.

Zie ook:
„Milieuramp Balkan erger dan Tsjernobyl”

Zwitserland bevriest tegoeden Milosevic