Buitenland24 juni 1999

Bern geeft gehoor aan oproep tribunaal

Zwitserland bevriest
tegoeden Milosevic

Van onze buitenlandredactie
BERN – Zwitserland heeft de financiële tegoeden bevroren van de Joegoslavische president Milosevic en vier andere Joegoslavische leiders die van oorlogsmisdaden zijn beschuldigd.

Het is de eerste keer dat Zwitserland de rijkdom van een zittend staatshoofd of een vermeende oorlogsmisdadiger bevriest. Bern geeft daarmee, in navolging van de Verenigde Staten, gehoor aan de oproep van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Dat klaagde Milosevic vorige maand aan wegens misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in Kosovo.

Behalve om tegoeden van Milosevic, gaat het om vermogen van de Servische president Milan Milutinovic, de Joegoslavische vice-premier Nikola Sainovic, legerchef Dragoljub Ojdanic en de Servische minister van Binnenlandse Zaken, Vlajko Stoijiljkovic.

Hoeveel geld er op de rekeningen staat werd niet gezegd. Volgens politiewoordvoerder Folco Galli is het zelfs niet eens zeker dat de Joegoslavische leiders wel allemaal geld hebben uitstaan bij Zwitserse banken.

De Duitse minister van Defensie Scharping, die gisteren met de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Fischer de Duits-Nederlandse zone in Zuid-Kosovo bezocht, riep eerder op het vermogen van Milosevic te gebruiken voor de wederopbouw van Joegoslavië. Dit is echter onmogelijk zonder toestemming van de rechter.

De luchtaanvallen van de NAVO hebben in Joegoslavië voor ruim 61 miljard gulden schade aangericht. Dit schat de Groep 17, een onafhankelijke organisatie van Joegoslavische economen, van wie enkelen samenwerken met de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. De regering van Joegoslavië verklaarde eerder dat de schade 200 miljard gulden bedroeg.