2. Zoek in een bron (bv. een encyclopedie) naar informatie over de schilder Dalí. 
Hieronder lees je een aantal trefwoorden die de persoon en zijn werk kenmerken. 

a. fabelachtig vakmanschap 
b. vindingrijkheid 
c. minutieuze weergave van details 
d. morbide thema's 

3. Dalí zegt ergens van zijn schilderijen dat het 'met de hand geschilderde droomfotografieën' zijn. Wat zou hij daarmee bedoelen? 

4. Bekijk de afbeelding van het schilderij 'De Spookkar' 

a. Wat laat de schilder ons in de voorstelling zien? Beschrijf de voorstelling nauwkeurig. 
b. Alles lijkt te kloppen, toch speelt hij een spel met de werkelijkheid. Hoe doet hij dat? 
c. Waardoor ontstaat in het schilderij de sfeer van een Spaanse zomeravond? 
d. Het karrenspoor heeft verschillende beeldende functies. Noem er een paar. 
e. Het schilderij lijkt op het eerste gezicht een foto, toch is dat niet zo. Waaraan kun je zien dat het een schilderij is? 
f. Hoe zou de schilder te werk gegaan zijn in zijn schilderij? 

1. Direct met verf en kwasten op het schilderslinnen. 
2. Vooraf getekend en daarna ingeschilderd van links naar rechts. 
3. Eerst een ruwe opzet in verf en daarna steed fijner de details. 
4 Vooraf getekend en daarna met fijne penselen stukje voor stukje ingeschilderd. 

g. Het schilderij roept gevoelens van vervreemding op. Welke bedoeling zou Dalí hiermee hebben gehad? 

6. Dalí wordt een surrealist genoemd. Ga eens na wat de surrealisten, zowel de schrijvers als schilders, in het algemeen beoogden. 

7. Een christen is reiziger met een bestemming. Vind je dit schilderij een passend beeld hiervoor? Ken je nog andere voorbeelden waarin de levensreis van een christen wordt afgebeeld? 

8. Vergelijk het schilderij het schilderij De Spookkar van Dalí met Dürers kopergravure Ridder Dood en Duivel. Lees het artikel Mijn kunstwerk in duizend jaar. Noem twee belangrijke verschillen tussen het schilderij en de kopergravure.